Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2025D18400, datum: 2025-04-25, bijgewerkt: 2025-05-15 13:03, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 VIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z08078:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 10:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-05-22 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (π origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 | |
---|---|---|
Vergaderjaar 2024β2025 | ||
36 725VIII | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) | |
Nr. 2 | MEMORIE VAN TOELICHTING |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
E.E.W. Bruins
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
In deze Eerste Suppletoire Begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiΓ«le wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2025.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel | Beleidsmatige mutaties | Technische mutaties |
---|---|---|
(stand ontwerpbegroting in β¬ miljoen) | (ondergrens in β¬ miljoen) | (ondergrens in β¬ miljoen) |
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
Tot slot is er nog een bijlage met tabellen per beleidsartikel opgenomen in deze suppletoire begroting. In deze tabellen worden de budgettaire gevolgen van beleid weergegeven door middel van standen. De reden hiervan is dat er inmiddels twee Nota's van Wijziging en diverse amendementen zijn aangenomen op de OCW-begroting van 2025. Daarom zijn deze tabellen met standen opgenomen ter verduidelijking.
2 Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties ten opzichte van de vastgestelde stand begroting 2025 voor de jaren 2025 tot en met 2030 weergegeven.
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Stand vastgestelde begroting 2025 | 57.761.491 | 56.363.942 | 57.477.384 | 55.503.288 | 55.198.359 | 613.157 |
1. Saldo loon- en prijsbijstelling toebedeeld | 2.226.344 | 2.190.818 | 2.230.590 | 2.159.627 | 2.178.425 | 2.140.310 |
- Ontvangen loon- en prijsbijstelling 2025 | 2.264.219 | 2.210.033 | 2.221.866 | 2.174.285 | 2.161.007 | 2.149.415 |
- Kasschuif prijsbijstelling | β 35.340 | β 4.783 | 17.816 | 6.748 | 7.072 | 8.487 |
- Toegevoegde prijsbijstelling uit eindejaarsmarge en extensiveringen | 71.780 | 37.277 | 42.556 | 38.006 | 34.859 | 38.027 |
- Ingezette loon- en prijsbijstelling voor tegenvallers/intensiveringen | β 69.700 | β 47.177 | β 47.114 | β 55.143 | β 20.790 | β 51.609 |
- Ingehouden loonbijstelling externe inhuur tranche 2025 | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 4.269 | β 3.723 | β 4.010 |
2. Opheffen onderwijskansenregeling | 0 | 0 | β 90.000 | β 177.000 | β 177.000 | β 177.000 |
3. Saldo mee- en tegenvallers | 10.507 | β 1.110 | 13.091 | 34.122 | 31.742 | 88.576 |
- Referentieraming | 4.725 | 16.172 | 35.218 | 59.141 | 83.138 | 125.157 |
- Studiefinancieringsraming | 53.794 | β 28.778 | β 35.793 | β 32.000 | β 54.069 | β 36.435 |
- Nieuwkomers | 15.034 | 9.432 | 11.750 | 4.835 | 527 | β 2.292 |
- School en omgeving | β 53.940 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Overig saldo | β 9.106 | 2.064 | 1.916 | 2.146 | 2.146 | 2.146 |
4. Saldo in- en extensiveringen | β 83.558 | 23.541 | β 12.953 | β 13.562 | β 35.424 | β 73.185 |
- Reisproduct Buitenland Studerenden | 0 | 2.800 | 5.600 | 9.800 | 9.800 | 12.600 |
- Network and Information Security (NIS2) | 6.310 | 8.345 | 8.107 | 8.107 | 7.607 | 7.607 |
- Masterplan basisvaardigheden mbo | 11.200 | 24.000 | 12.000 | 0 | 0 | 0 |
- Apparaatstaakstelling alternatieve invulling | 22.302 | 38.202 | 38.202 | 38.397 | 38.591 | 38.752 |
- DUO | 9.850 | 24.955 | 31.455 | 32.655 | 32.255 | 35.955 |
- Overige intensiveringen | 24.536 | 18.349 | 25.150 | 37.244 | 43.622 | 48.769 |
- Saldo extensiveringen (nader toegelicht tabel 5) | β 157.756 | β 93.110 | β 133.467 | β 139.765 | β 167.299 | β 216.868 |
5. Opvraag Aanvullende post | 445 | 13.716 | 4.837 | 10.781 | 18.029 | 27.138 |
- Nationaal versterkingsplan microchip-talent | 39 | 157 | 4.837 | 10.781 | 18.029 | 27.138 |
- Compensatie uitwonenden beurs | 406 | 13.559 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6. Eindejaarsmarge | 196.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7. Nationaal Groeifonds | 120.080 | 40.403 | 21.307 | 11.964 | β 1.399 | 7.352 |
- Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds | 156.807 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Overheveling middelen LLO collectief | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 0 | 0 | 0 |
- Kasschuiven Nationaal groeifonds | β 51.027 | 26.103 | 7.007 | 11.964 | β 1.399 | 7.352 |
8. Kasschuiven | 765.686 | β 979.796 | 102.340 | 81.354 | 33.805 | β 3.389 |
9. Niet kaderrelevante uitgaven | β 701.327 | β 620.543 | β 633.385 | β 609.183 | β 597.824 | β 624.243 |
- Studiefinancieringsraming | β 840.456 | β 759.016 | β 770.714 | β 746.351 | β 735.311 | β 761.550 |
- Prijsbijstelling | 139.129 | 138.473 | 137.329 | 137.168 | 137.487 | 137.307 |
10. Extrapolatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 54.328.068 |
11. Desalderingen | 3.844 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
12. Overboekingen met andere departementen | 23.463 | β 94.724 | β 119.622 | β 123.121 | 1.334 | 1.391 |
Stand Eerste Suppletoire Begroting 2025 | 60.322.975 | 56.936.247 | 58.993.589 | 56.878.270 | 56.650.047 | 56.328.175 |
Toelichting belangrijkste uitgavenmutaties
1. Saldo loon- en prijsbijstelling toebedeeld
Het kabinet keert loon- en prijsontwikkeling (lpo) uit over de departementale begrotingen, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. Het beschikbare budget voor loonbijstelling op de OCW-begroting is β¬ 1.973,8 miljoen structureel. Op de loonbijstelling tranche 2025 voor externe inhuur op het apparaat is β¬ 4,0 miljoen structureel gekort. Deze korting is geboekt op artikel 91 nog onverdeeld en dient in de Suppletoire Begroting September 2025 en de Ontwerpbegroting 2026 doorverdeeld te worden. Van de prijsbijstelling tranche 2025 wordt 50% niet uitgekeerd om rΔ³ksbrede problematiek te dekken. Het beschikbare budget voor prijsbijstelling op de OCW-begroting is daardoor geen β¬ 343,2 miljoen maar β¬ 171,6 miljoen structureel.
De korting van de prijsbijstelling leidt tot aanpassing van de begroting die per artikel verschilt, omdat er bij de doorverdeling hiervan rekening is gehouden met een aantal specifieke omstandigheden. Allereerst is OCW wettelijk verplicht tot het uitkeren van prijsbijstelling op de bekostiging van het primair onderwijs, de studiefinanciering en de mediabekostiging. Na uitkering van het wettelijk verplichte deel van de prijsbijstelling resteert er een beperkt bedrag voor de rest van de begroting. Dit bedrag wordt op verschillende manieren ingezet. Bijvoorbeeld ter dekking van resterende problematiek op de OCW-begroting (samen met inzet uit de loonbijstelling bedraagt deze dekking β¬ 69,7 miljoen in 2025 en structureel β¬ 51,6 miljoen). Ook is op enkele specifieke budgetten alsnog een compensatie voor prijsontwikkeling toegekend.
Zo wordt er omgebogen binnen artikelen 1, 3 en 9 om net als in het primair onderwijs de prijsbijstelling op de bekostiging in het voortgezet onderwijs volledig uit te keren. Op artikel 6 en 7 is geen loonbijstelling uitgekeerd over de budgetten die zijn verhoogd door het amendement Bontenbal. Om dit te compenseren wordt op artikel 6 en 7 de prijsbijstelling deels ingezet ter dekking van de niet ontvangen loonbijstelling. Zie verder de artikelsgewijze toelichting. Hoe dit zich uiteindelijk vertaalt naar actoren en/of instellingen, wordt de komende periode duidelijk, o.a. via de beschikkingen. Bovenstaande betekent dat voor meerdere artikelen geen of onvolledige prijsbijstelling wordt uitgekeerd.
In tabel 2 is de verdeling van de lpo over de artikelen op de OCW-begroting te zien.
Tabel 2 Toebedeelde relevante loon- en prijsontwikkeling tranche 2025 (bedragen x β¬ 1.000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
1 | Primair onderwijs | 807.864 | 765.611 | 774.298 | 761.494 | 777.709 | 757.624 |
3 | Voortgezet onderwijs | 557.986 | 516.773 | 523.095 | 517.353 | 527.025 | 514.441 |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 247.373 | 242.071 | 243.296 | 244.636 | 236.262 | 234.424 |
6 | Hoger beroepsonderwijs | 170.069 | 174.413 | 163.978 | 155.047 | 161.185 | 160.392 |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | 262.195 | 266.454 | 263.583 | 261.933 | 260.305 | 261.354 |
8 | Internationaal beleid | 481 | 542 | 448 | 480 | 474 | 448 |
9 | Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid | 441 | 14.041 | 14.797 | 14.807 | 15.299 | 14.865 |
11 | Studiefinanciering | 10.038 | 57.701 | 100.003 | 57.001 | 53.571 | 54.828 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 146 | 2.370 | 2.383 | 2.417 | 2.431 | 2.429 |
13 | Lesgelden | 825 | 865 | 860 | 865 | 864 | 864 |
14 | Cultuur | 50.933 | 41.227 | 39.852 | 40.173 | 39.628 | 38.454 |
15 | Media | 35.719 | 35.466 | 32.244 | 32.375 | 32.827 | 33.580 |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | 66.551 | 58.634 | 58.380 | 58.276 | 57.896 | 53.983 |
25 | Emancipatie | 817 | 820 | 843 | 752 | 752 | 740 |
91 | Nog onverdeeld | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 3.807 | β 3.261 | β 3.548 |
95 | Apparaat Kerndepartement | 19.521 | 18.362 | 17.064 | 15.825 | 15.458 | 15.432 |
Totaal | 2.226.344 | 2.190.818 | 2.230.590 | 2.159.627 | 2.178.425 | 2.140.310 |
2. Opheffen onderwijskansenregeling
Vanaf begrotingsjaar 2027 wordt er gekort op de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs. Met deze regeling krΔ³gt een school meer budget op basis van de achterstandsscore op schoolvestigingsniveau van het CBS. Dit betreft 68% van de scholen. Dit budget wordt bijvoorbeeld ingezet voor extra onderwijspersoneel in de klas voor leerlingen uit de doelgroep door middel van onderwijsassistenten of coaches, extra onderwijstijd, huiswerkbegeleiding aan te bieden of ouderbetrokkenheid te stimuleren. De korting bedraagt β¬ 90,0 miljoen in 2027 en vanaf 2028 structureel β¬ 177,0 miljoen.
3. Saldo mee- en tegenvallers
Er vindt per saldo een tegenvaller plaats van β¬ 10,5 miljoen in 2025 oplopend naar structureel β¬ 88,6 miljoen. Hieronder de belangrijkste oorzaken:
in het hoger beroepsonderwijs (hbo) is er een structurele tegenvaller van β¬ 96,7 miljoen omdat de verwachte studentenaantallen in het hbo hoger zijn dan in de vorige raming;
in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is er een structurele tegenvaller van β¬ 86,7 miljoen vanwege een hoger aandeel studenten dat kiest voor de beroepsopleidende leerweg (bol), welke hogere kosten heeft dan de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) vanwege meer contacturen;
in het wetenschappelijk onderwijs (wo) zijn de verwachte studentenaantallen lager ten opzichte van de vorige referentieraming waardoor er een meevaller is van β¬ 40,2 miljoen structureel;
daarnaast is het aantal internationale (EER-)studenten gedaald. In de referentieraming 2025 is het aantal niet Nederlandse EER-studenten lager dan in de referentieraming 2024. Het budget voor het hbo en wo is vanaf 2026 verlaagd ten behoeve van de bezuiniging uit het hoofdlijnenakkoord ter vermindering van het aantal internationale studenten in de Ontwerpbegroting 2025. De daling van het aantal niet-Nederlandse EER-studenten die volgt uit de referentieraming 2025 is verrekend met de reeds ingeboekte bezuiniging vanaf 2026. Na deze verrekening resteert nog een bezuiniging van β¬ 6,0 miljoen in 2026 oplopend tot β¬ 68,3 miljoen in 2029, daarna aflopend naar β¬ 5,8 miljoen structureel. Zie onderstaande tabel 3. De meerjarige verdeling van de bezuiniging over het hbo en wo wordt budgettair verwerkt in de Ontwerpbegroting 2026. Omdat er in 2026 nog een bezuiniging van β¬ 6,0 miljoen resulteert, leidt dit tot een beperkte verlaging van de onderwijsuitgaven per student voor 2026. De resterende bezuiniging vanaf 2027 kan nog verder worden ingevuld als bij de volgende referentieraming een verdere daling van het aantal niet-Nederlandse EER-studenten blijkt. Zoals eerder is toegezegd beziet de minister van OCW mogelijke bestuurlijke afspraken met instellingen over de resterende taakstelling;
Tabel 3 HLA 41. Taakstelling internationale studenten (extracomptabel)(Bedragen x β¬ 1.000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | struc | |
Stand taakstelling voorafgaand aan VJN (incl. amendement Bontenbal c.s.) | 0 | 17.000 | 68.000 | 121.000 | 158.000 | 156.000 | 168.000 |
Gerealiseerde verlaging EER-studenten (hbo + wo) RR 2025 | 0 | β 11.013 | β 31.387 | β 57.936 | β 89.748 | β 124.850 | β 162.199 |
Resterende taakstelling na VJN 2025 | 0 | 5.987 | 36.613 | 63.064 | 68.252 | 31.150 | 5.801 |
in het voortgezet onderwijs is er een meevaller van β¬ 29,7 miljoen structureel doordat er minder leerlingen worden verwacht ten opzichte van de vorige raming;
in het primair onderwijs is er een kleine tegenvaller van β¬ 11,7 miljoen doordat er meer leerlingen worden verwacht ten opzichte van de vorige raming. In tabel 4 is de leerlingen- en studentenraming uitgesplitst per sector;
Tabel 4 Leerlingen- en studentenontwikkeling (bedragen x β¬ 1.000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
1 | Primair onderwijs | 12.460 | β 4.975 | β 4.215 | β 3.834 | β 3.046 | 11.681 |
3 | Voortgezet onderwijs | β 8.656 | β 12.161 | β 27.299 | β 34.303 | β 32.738 | β 29.709 |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 921 | β 16.374 | 5.848 | 31.043 | 55.380 | 86.706 |
6 | Hoger beroepsonderwijs1 | 0 | 64.793 | 85.147 | 96.482 | 99.374 | 96.717 |
7 | Wetenschappelijk onderwijs1 | 0 | β 15.111 | β 24.263 | β 30.247 | β 35.832 | β 40.238 |
Totaal | 4.725 | 16.172 | 35.218 | 59.141 | 83.138 | 125.157 |
Dit betreft alleen Nederlandse studenten.
in 2025 volgt uit de studiefinancieringsraming (sf-raming) een tegenvaller van β¬ 53,8 miljoen die twee hoofdoorzaken heeft. Ten eerste studeren hbo-studenten relatief sneller af dan eerder is geraamd waardoor de omzetting van prestatiebeurs naar gift voor de nieuwe basisbeurs eerder plaatsvindt. Ten tweede wordt er, wanneer een student een wo-bachelordiploma behaalt, direct een tegemoetkoming voor het leenstelsel uitgekeerd. De huidige raming was gebaseerd op de aanname dat de student voor het bachelordiploma pas een tegemoetkoming kreeg na het behalen van een masterdiploma. Hierdoor schuiven uitgaven op naar voren en is er een tegenvaller in 2025. Structureel is er een per saldo meevaller van β¬ 36,4 miljoen die onder andere wordt veroorzaakt door een lager aandeel gebruikers in het hbo en wo, een minder hoge gemiddelde aanvullende beurs dan eerder geraamd en een lagere prijs voor de ov-studentenkaart. In deze cijfers zit ook een meevaller verwerkt van β¬ 40,0 miljoen in 2025 aflopend tot β¬ 0,2 miljoen in 2032 op de tegemoetkoming leenstelsel. Uit nieuwe cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) blijkt dat de groep die geen studiefinanciering heeft aangevraagd en in aanmerking komt voor een tegemoetkoming kleiner is dan geraamd;
er vindt per saldo een tegenvaller van β¬ 15,0 miljoen plaats op de bekostiging van de nieuwkomers. Structureel is er een kleine meevaller op het nieuwkomersonderwijs van β¬ 2,3 miljoen omdat het verwachte aantal nieuwkomers afneemt;
de subsidieregeling School en Omgeving laat een meevaller zien van β¬ 53,9 miljoen in 2025, doordat de aanvragen in de eerste ronde lager waren dan verwacht;
in het overig saldo vinden kleine mee- en tegenvallers verdeeld over de OCW-begroting plaats.
4. Saldo in- en extensiveringen
Binnen de OCW-begroting worden een aantal beleidsmatige intensiveringen gedaan, maar ook extensiveringen om de tegenvallers en de intensiveringen te dekken. Hieronder worden enkele grotere in- en extensiveringen nader toegelicht:
Intensiveringen
uit een juridische analyse van de Landsadvocaat is gebleken dat er met het afschaffen van het Reisproduct Buitenland Studerenden (RBS) uit het hoofdlijnenakkoord (ov-vergoeding voor studenten in het buitenland) een aanmerkelijk juridisch risico bestaat dat dit in strijd is met het EU-recht. Het Ministerie van OCW heeft daarom besloten de maatregel niet af te schaffen. Als alternatieve dekking wordt voor β¬ 2,8 miljoen in 2026 oplopend tot β¬ 21,0 miljoen structureel geΓ«xtensiveerd op de bekostiging van het mbo en landelijke kwaliteitsmiddelen voor hbo en wo. Een resterend besparingsverlies van β¬ 9,0 miljoen op de RBS-maatregel is verwerkt in de studiefinancieringsraming;
er wordt structureel β¬ 7,6 miljoen beschikbaar gesteld om te kunnen voldoen aan de tweede versie van de Europese Network and Information Security (NIS2) richtlijn. Met deze middelen worden bij het Ministerie van OCW (departement inclusief agentschappen) de noodzakelijke maatregelen genomen om aan de NIS2 richtlijn te voldoen en wordt voor het hoger onderwijs een toezichtshouder en Computer Security Incident Response Teams (CSIRT) ingericht;
naast het Masterplan basisvaardigheden in het funderend onderwijs, wordt in het mbo cumulatief β¬ 47,2 miljoen beschikbaar gesteld in de studiejaren 2025/2026 en 2026/2027. Dit voor het verbeteren van de basisvaardigheden door middel van intensiever onderwijs en meer begeleiding. Voor deze intensivering ontvangt uw Kamer de onderbouwing conform de werkwΔ³ze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1) met de volgende voortgangsbrief aanpak basisvaardigheden mbo;
met de korting van 22% op de apparaatsuitgaven uit het hoofdlijnenakkoord en het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 141) is in totaal β¬ 108,5 miljoen structureel bezuinigd op het Ministerie van OCW. Deze bezuiniging is voor β¬ 70,3 miljoen gerealiseerd op artikel 95 (Apparaat) en via een efficiency taakstelling gerealiseerd op zelfstandige bestuursorganen (zbo's) en agentschappen van OCW. De overige β¬ 38,2 miljoen wordt ingevuld door alternatieve dekking. Deze alternatieve dekking komt bijvoorbeeld van niet uitgekeerde prijsbijstelling of korting op de lumpsum van de onderwijssectoren;
bij DUO worden met extra middelen ICT-achterstanden weggewerkt (β¬ 10,9 miljoen structureel), wordt aan nieuwe rijksbrede wet- en regelgeving voldaan (β¬ 6,5 miljoen structureel) en worden gestegen kosten op het apparaat gecompenseerd (β¬ 1,4 miljoen structureel);
overige intensiveringen zijn onder andere β¬ 11,9 miljoen in 2030 (structureel β¬ 2,0 miljoen) voor continue screening van verklaringen omtrent gedrag (VOGβs) in het funderend onderwijs, β¬ 6,5 miljoen voor de functiemix Randstadregioβs en β¬ 4,0 miljoen ten behoeve van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid.
Extensiveringen
Tabel 5 geeft een uitsplitsing van de extensiveringen op de begroting van het Ministerie van OCW:
Tabel 5 Extensiveringen op de OCW-begroting exclusief ingeleverde loon- en prijsbijstelling (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Bekostiging po | 0 | 0 | β 5.627 | β 13.105 | β 34.521 | β 37.095 |
- waarvan basisvaardigheden | 0 | 0 | β 5.627 | β 13.105 | β 22.942 | β 29.342 |
Bekostiging vo | 0 | 0 | β 3.598 | β 8.378 | β 23.940 | β 26.513 |
- waarvan basisvaardigheden | 0 | 0 | β 3.598 | β 8.378 | β 14.668 | β 18.760 |
Bekostiging mbo | β 6.000 | β 14.543 | β 17.280 | β 14.815 | β 14.297 | β 21.461 |
Bekostiging hbo | β 1.531 | β 8.642 | β 11.120 | β 14.640 | β 13.960 | β 19.538 |
Bekostiging wo | β 766 | β 15.121 | β 22.311 | β 26.697 | β 27.835 | β 39.286 |
Cultuur en media | 1.373 | β 798 | β 1.629 | β 3.366 | β 2.341 | β 3.719 |
Overig | β 150.832 | β 54.006 | β 71.902 | β 58.764 | β 50.405 | β 69.256 |
Totaal extensiveringen | β 157.756 | β 93.110 | β 133.467 | β 139.765 | β 167.299 | β 216.868 |
van de prijsbijstelling tranche 2025 wordt 50% niet uitgekeerd vanwege de dekking van rijksbrede problematiek. Vanuit de resterende loon- en prijsbijstelling is op diverse artikelen een deel ingehouden ter dekking van problematiek op de OCW-begroting.
binnen de diverse sectoren wordt omgebogen op de bekostiging. Binnen het primair en voortgezet onderwijs (po en vo) wordt een deel van de middelen die bedoeld zijn voor de gerichte bekostiging basisvaardigheden niet uitgekeerd door OCW. Het bedrag dat niet wordt uitgekeerd is de loon- en prijsbijstelling op het originele bedrag en loopt op tot structureel β¬ 48,1 miljoen vanaf 2030. Het in 2024 gecommuniceerde nominale bedrag van minimaal β¬ 182,- per leerling dat scholen ontvangen blijft gelijk, evenals de doelgroep van scholen die aanspraak kan maken op de middelen. Ook in het mbo, hbo en wo wordt omgebogen op de bekostiging om de OCW-brede problematiek te dekken. Binnen cultuur en media wordt er onder andere β¬ 2,6 miljoen structureel geΓ«xtensiveerd op onderzoeksjournalistiek ten behoeve van het OCW brede beeld. Een nadere toelichting is te vinden in de artikelsgewΔ³ze toelichting;
in het overige saldo zit in 2025 een deel van de eindejaarsmarge, waaruit middelen zijn ingezet ter dekking van de intensiveringen en problemen in 2025. Zie de beschrijving bij punt 6 over de eindejaarsmarge. Vanaf 2030 buigt het Ministerie van OCW β¬ 20,0 miljoen om op het budget van de regeling praktijkleren ten behoeve van OCW-brede problematiek.
5. Opvraag aanvullende post
Nationaal versterkingsplan van microchip-talent
In het kader van het Nationaal versterkingsplan van microchip-talent wordt β¬ 27,4 miljoen per 2030 en structureel β¬ 43,1 miljoen overgeheveld naar de OCW-begroting, met name voor de bekostiging en studiefinanciering van de extra (EER-)studenten die met dit plan geworven worden.
Controleproces uitwonendenbeurs
Eerder is β¬ 60,8 miljoen per Nota van Wijziging aan de OCW-begroting toegevoegd voor het herzien van financiΓ«le maatregelen bij de uitwonendenbeurs, die tussen 2012 en 2023 door DUO zijn genomen. Dit voorjaar wordt nog eens β¬ 14,0 miljoen aan additionele middelen overgeheveld voor het uitbetalen van hieraan gekoppelde wettelijke rente.
6. Eindejaarsmarge
Conform de begrotingsregels wordt maximaal 1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal als eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2025. De totaal beschikbare eindejaarsmarge in 2025 komt daarmee voor het Ministerie van OCW uit op β¬ 501,2 miljoen. Deze Voorjaarsnota is conform besluit bij Miljoenennota 2025 een deel van de maximale 1% eindejaarsmarge op regulier budget ingehouden ter dekking van hogere uitgaven voor de Hersteloperatie Toeslagen. Het OCW-aandeel betreft β¬ 305,2 miljoen. Per saldo is dus β¬ 196,0 miljoen overgeheveld naar de OCW-begroting. Hiervan wordt β¬ 12,3 miljoen ingezet voor openstaande verplichtingen die eerder gemeld waren bij Tweede Suppletoire Begroting 2024 (Kamerstukken II 2024/25, 36625 VIII, nr.1) en in de brief βBeleidsmatige mutaties na Tweede Suppletoire Begroting 2024' (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 149). Dit budget is niet volledig tot besteding gekomen in 2024 en is nodig voor uitbetalingen in 2025 en verder. Daarnaast wordt β¬ 61,7 miljoen gebruikt om de taakstelling op de prijsbijstelling in 2025 in te vullen. Tot slot wordt er β¬ 122,0 miljoen gebruikt voor overige OCW-brede problematiek en enkele intensiveringen in 2025. Waarvan het grootste deel wordt gebruikt om de tegenvallers op de referentieraming en sf-raming te dekken van in totaal β¬ 67,6 miljoen voor het jaar 2025. Enkele voorbeelden van intensiveringen in 2025 uit de eindejaarsmarge zijn:
bijdrage van het Ministerie van OCW aan het besparingsverlies op de Banenafspraak van het Ministerie van SZW (β¬ 9,6 miljoen);
impuls in de maatschappelijke weerbaarheid van kennisinstellingen (β¬ 16,7 miljoen);
aanvulling van het Museaal Aankoopfonds (MAF) naar aanleiding van uitbetalingen aan het Drents Museum (β¬ 5,7 miljoen).
7. Nationaal Groeifonds
In tabel 6 staan de middelen voor het Nationaal Groeifonds (NGF) uiteengezet. Hierin zijn de volgende zaken verwerkt:
de opboekingen van bedragen die in 2024 niet tot betaling zijn gekomen, maar worden doorgeschoven naar 2025 al dan niet met een openstaande verplichting erachter. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire Begroting 2024 (Kamerstukken II 2024/25, 36625 VIII, nr.1) en in de brief βBeleidsmatige mutaties na Tweede Suppletoire Begroting 2024' (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 149) gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer;
voor het NGF-project Leven Lang Ontwikkelen Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden is er een bedrag van β¬ 42,9 miljoen toegekend na goedkeuring van de NGF-commissie en de beide fondsbeheerders;
meerdere kasschuiven waarbij middelen naar achteren worden geschoven op NGF-projecten, van totaal β¬ 51,0 miljoen.
Tabel 6 Nationaal Groeifonds (bedragen x β¬ 1.000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
1, 3, 95 | Open leermateriaal | 4.692 | 0 | ||||
1, 3, 95 | Ontwikkelkracht | 6.330 | 3.000 | 9.000 | |||
3, 95 | Digitaal onderwijs goed geregeld | 2.894 | |||||
4 | Leeroverzicht en Skills | 480 | 1.500 | ||||
4 | LLO Collectief | 649 | 19.400 | 18.900 | 4.100 | ||
3 | Innovatieprogramma onderwijshuisvesting | 2.752 | 10.000 | ||||
6 | Nationale LLO Katalysator | 75.820 | |||||
6 | Digitaliseringsimpuls onderwijs NL | 31.678 | |||||
16 | Biotech booster | 447 | β 1.234 | 663 | 1.230 | ||
16 | Einsteintelescope | 198 | |||||
16 | Big chemistry | β 6.643 | 444 | 2.893 | 2.143 | β 4.380 | 6.916 |
3 | Techkwadraat | 4.474 | |||||
14 | CIIIC | 9.548 | β 207 | β 17.649 | 4.491 | 2.981 | 436 |
6 | NAPL | β 14.985 | 7.500 | 7.500 | |||
95 | NGF apparaatskosten | 1.746 | |||||
Totaal | 120.080 | 40.403 | 21.307 | 11.964 | β 1.399 | 7.352 |
8. Kasschuiven
Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. De grootste kasschuif betreft een schuif van β¬ 970,0 miljoen op het budget van de reisvoorziening van de vervoersbedrijven. Hiermee wordt de betaling aan de vervoersbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar gedaan (in dit geval in 2025 in plaats van in 2026), zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven. Dit jaar is het verzoek voor de kasschuif initieel door de vervoersbedrijven zelf ingediend. Tegelijkertijd is deze kasschuif ook dit jaar behulpzaam bij het optimaliseren van het kasritme van het Rijk.
9. Niet-kaderrelevante mutaties
De niet-kaderrelevante (NR) mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Het betreft hier de tranche 2025 van de niet-kaderrelevante prijsbijstelling van β¬ 139,1 miljoen in 2025 en β¬ 137,3 miljoen structureel. Daarnaast is er een meevaller op de niet-kaderrelevante sf-raming van β¬ 840,5 miljoen in 2025, aflopend naar β¬ 761,6 miljoen structureel. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat voor alle niveaus het percentage van de studenten dat gebruik maakt van leningen is gedaald. Ook is er bij hbo en wo sinds 2023 een flinke daling in het gemiddelde leenbedrag. Daarbij daalt het aandeel gebruikers van de basisbeurs en de hoogte van de aanvullende beurs.
10. Extrapolatie
Dit betreft de extrapolatie van budgetten naar het jaar 2030, hiermee wordt β¬ 54,3 miljard toegevoegd aan de begrotingshorizon van 2030.
11. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van β¬ 7,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
12. Overboekingen met andere departementen
Dit saldo bestaat uit overboekingen met andere departementen en interne technische overboekingen.
Tabel 7 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Stand vastgestelde begroting 2025 | 2.274.012 | 2.354.126 | 2.450.535 | 2.551.840 | 2.646.508 | 0 |
1. Saldo mee- en tegenvallers | β 28.502 | β 85.716 | 134.538 | β 17.122 | β 29.203 | β 45.332 |
2. Intensivering wettelijke rente | 0 | 0 | β 1.400 | β 1.400 | 0 | 0 |
3. Niet-kaderrelevante mutaties | 1.064.424 | 201.831 | 712.991 | 145.342 | 112.196 | 84.983 |
4. Desalderingen | 3.844 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Extrapolatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.720.164 |
Stand 1e suppletoire begroting 2025 | 3.313.778 | 2.470.241 | 3.296.664 | 2.678.660 | 2.729.501 | 2.759.815 |
Toelichting belangrijkste ontvangstenmutaties
1. Referentieraming inclusief studiefinanciering
Op de ontvangsten vindt een tegenvaller plaats van β¬ 28,5 miljoen in
2025. Per saldo wordt dit voor β¬ 35,4 miljoen veroorzaakt door de
sf-raming, doordat de relevante renteontvangsten in 2025 omlaag zijn
bijgesteld met β¬ 22,4 miljoen. De relevante renteontvangsten vallen in
de eerste jaren tegen doordat de renteontvangsten langzamer groeien dan
van tevoren gedacht. Daarnaast vindt er een tegenvaller plaats van
β¬ 13,1 miljoen op de ontvangstenraming van de sf-raming. Deze wordt met
name veroorzaakt door een tegenvaller van β¬ 15,4 miljoen op de
lesgeldontvangsten. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder
lesgeldplichtigen zijn dan verwacht.
Het resterende deel wordt veroorzaakt door een incidentele meevaller van
β¬ 7,0 miljoen door terugvorderingen op de specifieke uitkering voor het
gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid over de periode 2019-2022.
2. Intensivering wettelijke rente
De wettelijke rente die DUO rekent aan studenten die een betalingsregeling willen treffen bij DUO is voorgaand jaar op 0% gezet voor de jaren 2024, 2025 en 2026. Hiermee wordt voorkomen dat het voor studenten financieel gunstiger is om geen betalingsregeling af te sluiten met DUO, maar direct met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), omdat het CJIB geen rente rekent. De maatregel wordt ook in 2027 en 2028 doorgezet. Om deze maatregel ook in 2027 en 2028 van dekking te voorzien leidt dit tot cumulatief β¬ 2,8 miljoen lagere ontvangsten.
3. Niet-kaderrelevante mutaties
In 2024 zijn de extra ontvangsten hoger uitgevallen dan geraamd,
omdat oud-studenten meer aflossen dan noodzakelijk. Mogelijk wordt dit
veroorzaakt door stijgende rentelasten. In 2025 en 2027 ontstaat een
extra grote meevaller door de verrekening van de tegemoetkomingen met de
uitstaande studieschulden. Studenten zijn ook minder gaan lenen dan
eerder geraamd. Hierdoor neemt de totale hoofdsom van uitstaande
schulden de komende jaren flink af (met circa β¬ 3,5 miljard in
2030).
Daarnaast zit in dit saldo een terugvordering van β¬ 19,0 miljoen aan
niet besteedde OekraΓ―ne-middelen die bestemd waren voor
noodlocaties/huisvesting en de voorschoolse educatie van OekraΓ―ense
leerlingen.
4. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van de ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van β¬ 7,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming. Daarnaast is in 2025 β¬ 7,0 miljoen terug ontvangen op een incidenteel te hoge uitgaven in 2024 aan het NGF-project zelf-denkende moleculen.
5. Extrapolatie
Dit betreft de extrapolatie van budgetten naar het jaar 2030, hiermee wordt β¬ 2,7 miljard toegevoegd aan de begrotingshorizon van 2030.
3 De beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art.1 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 15.855.046 | 0 | 15.855.046 | 2.144.636 | 17.999.682 | 366.680 | 380.905 | 502.538 | 657.418 | 16.700.680 |
Uitgaven | 16.288.940 | 0 | 16.288.940 | 744.419 | 17.033.359 | 646.350 | 638.068 | 615.866 | 677.705 | 16.699.871 |
Bekostiging | 14.698.818 | 0 | 14.698.818 | 781.045 | 15.479.863 | 668.960 | 669.479 | 670.322 | 646.358 | 15.563.720 |
Bekostiging po-instellingen | 14.552.052 | 0 | 14.552.052 | 774.148 | 15.326.200 | 795.561 | 791.163 | 791.937 | 782.515 | 15.172.313 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 30.725 | 0 | 30.725 | 3.199 | 33.924 | 3.599 | 3.803 | 4.183 | 4.380 | 35.262 |
Aanvullende bekostiging | 100.926 | 0 | 100.926 | 3.698 | 104.624 | β 96.685 | β 94.685 | β 107.619 | β 106.869 | 53.750 |
Aanpak lerarentekort G5 | 15.115 | 0 | 15.115 | 0 | 15.115 | β 33.515 | β 33.515 | β 33.515 | β 33.515 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.713 | 15.336 | β 153 | 302.395 |
Subsidies (regelingen) | 864.909 | β 200 | 864.709 | β 71.533 | 793.176 | β 22.324 | β 21.367 | β 40.299 | 6.755 | 415.586 |
Onderwijsvoorziening Jonggehandicapten | 35.204 | 0 | 35.204 | 0 | 35.204 | 423 | 598 | 598 | 598 | 35.802 |
Nederlands onderwijs buitenland | 15.328 | 0 | 15.328 | 0 | 15.328 | 0 | 0 | 0 | 0 | 15.328 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 19.049 | 0 | 19.049 | 0 | 19.049 | β 1.000 | β 1.000 | β 1.000 | β 1.000 | 18.049 |
School en omgeving | 198.256 | 0 | 198.256 | β 75.764 | 122.492 | β 17.375 | β 37.293 | β 36.222 | β 750 | 186.546 |
Basisvaardigheden | 374.270 | 0 | 374.270 | β 2.166 | 372.104 | 0 | 21.350 | 0 | 0 | 21.350 |
NGF Open Leermateriaal | 1.972 | 0 | 1.972 | 2.612 | 4.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitaal Onderwijs | 5.200 | 0 | 5.200 | 2.434 | 7.634 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.750 |
Schoolmaaltijden | 82.350 | 0 | 82.350 | β 1.000 | 81.350 | β 500 | 0 | 0 | 0 | 82.350 |
Brugfunctionaris PO | 41.909 | 0 | 41.909 | 0 | 41.909 | 0 | 0 | 0 | 0 | 42.594 |
Overige subsidies | 91.371 | β 200 | 91.171 | 2.351 | 93.522 | β 3.872 | β 5.022 | β 3.675 | 7.907 | 10.817 |
Opdrachten | 39.509 | 200 | 39.709 | 949 | 40.658 | β 2.283 | β 2.385 | β 2.403 | β 906 | 39.970 |
Opdrachten | 39.509 | 200 | 39.709 | 949 | 40.658 | β 2.283 | β 2.385 | β 2.403 | β 906 | 39.970 |
Bijdrage aan agentschappen | 43.992 | 0 | 43.992 | 2.134 | 46.126 | 4.633 | 5.089 | 4.999 | 4.724 | 51.160 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 43.992 | 0 | 43.992 | 2.134 | 46.126 | 4.633 | 5.089 | 4.999 | 4.724 | 51.160 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 10.289 | 0 | 10.289 | 340 | 10.629 | 2.210 | 229 | 194 | 169 | 8.344 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds | 7.356 | 0 | 7.356 | 243 | 7.599 | 2.113 | 132 | 97 | 72 | 5.314 |
UWV | 2.933 | 0 | 2.933 | 97 | 3.030 | 97 | 97 | 97 | 97 | 3.030 |
Bijdrage aan medeoverheden | 631.423 | 0 | 631.423 | 31.484 | 662.907 | β 4.846 | β 13.507 | β 17.477 | 20.075 | 606.147 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 606.984 | 0 | 606.984 | 31.368 | 638.352 | β 5.550 | β 13.376 | β 17.346 | 20.031 | 599.265 |
Caribisch Nederland | 19.954 | 0 | 19.954 | 1.601 | 21.555 | 704 | β 131 | β 131 | 44 | 2.397 |
Scholenprogramma Groningen | 3.000 | 0 | 3.000 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.000 |
Overig | 1.485 | 0 | 1.485 | β 1.485 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.485 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 530 | 530 | 530 | 14.944 |
Brede scholen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 530 | 530 | 530 | 14.944 |
Ontvangsten | 9.208 | 0 | 9.208 | 26.000 | 35.208 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.208 |
Tabel 9 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 15.855.046 | 0 | 15.855.046 | 2.144.636 | 17.999.682 | 366.680 | 380.905 | 502.538 | 657.418 | 16.700.680 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 4.447 | 4.447 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overig | 15.855.046 | 0 | 15.855.046 | 2.140.189 | 17.995.235 | 366.680 | 380.905 | 502.538 | 657.418 | 16.700.680 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 2,1 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2026 in het najaar van 2025 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 744,4 miljoen verhoogd. De toegekende loon- en prijsbijstelling wordt doorverdeeld naar de bekostiging in het primair onderwijs, de bijdrage aan ZBO's en RWT's en DUO. Er zal geen loon- en prijsbijstelling worden doorverdeeld naar andere instrumenten binnen artikel 1.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met β¬ 781,0 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 van β¬ 771,6 miljoen;
een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het primair onderwijs. Op het budget van 2025 resulteert dit in een opwaartse bijstelling van β¬ 11,5 miljoen voor Europees Nederland en een opwaartse bijstelling van β¬ 1,0 miljoen voor Caribisch Nederland (zie ook het algemene deel);
een verlaging van het budget voor de nieuwkomersbekostiging met β¬ 15,4 miljoen als gevolg van de doorrekening van het verwachte aantal nieuwkomers.
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) wordt de vanaf 2026 ontvangen β¬ 22,2 miljoen ter compensatie van de btw-verhoging op schoolboeken teruggedraaid.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met β¬ 71,5 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door:
een kasschuif van β¬ 53,6 miljoen op het budget van School en Omgeving op artikel 1, waarbij de middelen vanuit 2025 worden doorgeschoven naar 2026, 2027 en 2028 om aan te sluiten bij het betaalritme van de nieuwe subsidieregeling;
een meevaller op het budget van School en Omgeving op artikel 1 van β¬ 21,4 miljoen. Zoals reeds bekend, waren er minder aanvragen voor de subsidieregeling School en Omgeving 2023-2025 in de eerste ronde in 2023 dan waarvoor er budget beschikbaar was. Aangezien er voor deze regeling ook betalingen in 2025 zijn, is er dit jaar een meevaller.
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) wordt maatregel 23 uit het hoofdlijnenakkoord deels teruggedraaid door β¬ 40,0 miljoen vrij te maken voor School en Omgeving, waarvan structureel β¬ 24,4 miljoen op artikel 1. Tevens wordt de bezuiniging van β¬ 0,5 miljoen in 2026 en β¬ 18,5 miljoen vanaf 2027 ten behoeve van de invulling van de subsidietaakstelling op godsdienstig en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs teruggedraaid.
Amendement Ceder c.s.
In het kader van het amendement van het lid Ceder c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 112) wordt het subsidiebudget met β¬ 0,5 miljoen verhoogd en verlaagd ten behoeve van subsidie voor organisaties die leraren ondersteunen met gastlessen om antisemitisme, racisme en discriminatie bespreekbaar te maken.
Amendement Ergin en Kisteman
In het kader van het amendement van de leden Ergin en Kisteman (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 132) wordt het subsidiebudget met β¬ 0,2 miljoen verlaagd en het opdrachtenbudget met datzelfde bedrag verhoogd ten behoeve van het adresseren van ongelijkheid in herkenning en ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond en/of een lage sociaaleconomische status.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget wordt per saldo met β¬ 31,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2025 van β¬ 30,8 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met β¬ 26,0 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
een terugvordering bij gemeenten van β¬ 19,0 miljoen die niet besteed is in het kader van de opvang van OekraΓ―ense leerlingen. Het betreft een generale meevaller bestaande uit β¬ 14,0 miljoen voor noodlocaties en huisvesting voor OekraΓ―ense leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs en β¬ 5,0 miljoen voor de voorschoolse educatie voor OekraΓ―ense peuters;
een terugvordering bij gemeenten van β¬ 7,0 miljoen aan niet besteedde middelen voor het Gemeentelijk Onderwijsachterstandsbeleid over de periode 2019-2022.
Toelichting bijdrage OCW aan scholenprogramma Groningen
In 2016 is tussen het Ministerie van OCW, Nationaal CoΓΆrdinator Groningen (NCG) en de betrokken schoolbesturen en gemeenten afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt. Aan het scholenprogramma dragen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) (β¬ 172,5 miljoen), de gemeenten en schoolbesturen (β¬ 44,5 miljoen), het Ministerie van EZ (β¬ 23,5 miljoen) en het Ministerie van OCW (β¬ 50,0 miljoen; waarvan β¬ 3,0 miljoen per jaar tot en met 2034) bij.
Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid van de FinanciΓ«le-verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de gemeenten voor het kalenderjaar 2025 zal dit (net als voor kalenderjaar 2024) als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4.23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Tabel 10 Maximaal te ontvangen bedragen per gemeente ten behoeve van scholenprogramma Groningen | |
---|---|
Gemeente | Bedrag per jaar |
Het Hogeland | 417.520 |
Groningen | 134.834 |
Midden-Groningen | 896.924 |
Eemsdelta | 1.550.722 |
Totaal | 3.000.000 |
3.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 11.603.618 | 118.076 | 11.721.694 | 1.460.842 | 13.182.536 | 336.685 | 280.314 | 270.813 | 323.430 | 11.436.391 |
Uitgaven | 11.821.379 | 66.076 | 11.887.455 | 504.545 | 12.392.000 | 530.512 | 420.980 | 318.110 | 327.395 | 11.449.004 |
Bekostiging | 10.845.474 | 0 | 10.845.474 | 560.862 | 11.406.336 | 522.786 | 422.472 | 333.268 | 313.065 | 11.017.137 |
Bekostiging vo-instellingen | 10.741.757 | 0 | 10.741.757 | 552.722 | 11.294.479 | 570.788 | 468.742 | 371.097 | 361.190 | 10.773.174 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 24.049 | 0 | 24.049 | 4.258 | 28.307 | 4.057 | 4.467 | 4.817 | 4.447 | 28.210 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 75.128 | 0 | 75.128 | 3.882 | 79.010 | β 52.059 | β 52.059 | β 52.059 | β 52.059 | 22.834 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 4.540 | 0 | 4.540 | 0 | 4.540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.322 | 9.413 | β 513 | 192.919 |
Subsidies (regelingen) | 799.604 | 66.076 | 865.680 | β 75.058 | 790.622 | β 2.176 | β 17.247 | β 22.298 | β 423 | 233.783 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 28.090 | 0 | 28.090 | 1.242 | 29.332 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.968 |
Praktijkgerichte programma's | 16.605 | 0 | 16.605 | 0 | 16.605 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 239.286 | 0 | 239.286 | β 4.175 | 235.111 | 0 | 13.650 | 0 | 0 | 13.650 |
Maatschappelijke diensttijd | 81.947 | 78.000 | 159.947 | β 416 | 159.531 | β 5.400 | β 5.400 | β 5.800 | β 5.800 | β 5.800 |
School en omgeving | 138.181 | 0 | 138.181 | β 66.820 | 71.361 | β 10.629 | β 23.364 | β 22.679 | 0 | 117.895 |
NGF Ontwikkelkracht | 22.381 | 0 | 22.381 | 2.591 | 24.972 | β 1.005 | 1.402 | 0 | 0 | 0 |
Schoolmaaltijden | 52.650 | 0 | 52.650 | 0 | 52.650 | 0 | 0 | 0 | 0 | 52.650 |
Brugfunctionaris VO | 11.520 | 0 | 11.520 | 0 | 11.520 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12.163 |
NGF Techkwadraat | 44.150 | 0 | 44.150 | 4.174 | 48.324 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Innovatieve onderwijs huisvesting | 11.554 | 0 | 11.554 | 2.660 | 14.214 | 9.944 | β 56 | β 56 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 153.240 | β 11.924 | 141.316 | β 14.314 | 127.002 | 4.914 | β 3.479 | 6.237 | 5.377 | 24.257 |
Opdrachten | 38.967 | 0 | 38.967 | β 418 | 38.549 | β 1.035 | 6.677 | β 1.787 | 6.304 | 54.026 |
Opdrachten | 36.476 | 0 | 36.476 | β 370 | 36.106 | β 1.035 | 6.677 | β 1.787 | 6.304 | 51.901 |
MDT opdrachten | 2.491 | 0 | 2.491 | β 48 | 2.443 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.125 |
Bijdrage aan agentschappen | 76.530 | 0 | 76.530 | 6.108 | 82.638 | 8.035 | 8.834 | 8.683 | 8.211 | 88.077 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 76.530 | 0 | 76.530 | 6.108 | 82.638 | 8.035 | 8.834 | 8.683 | 8.211 | 88.077 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 60.446 | 0 | 60.446 | 13.051 | 73.497 | 2.902 | 244 | 244 | 238 | 55.623 |
College voor Toetsen en Examens | 7.195 | 0 | 7.195 | 12.551 | 19.746 | 244 | 244 | 244 | 238 | 4.887 |
SLOA: Onderwijs ondersteunende instellingen | 53.251 | 0 | 53.251 | 500 | 53.751 | 2.658 | 0 | 0 | 0 | 50.736 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 358 | 0 | 358 | 0 | 358 | 0 | 0 | 0 | 0 | 358 |
GRAZ (ECML) en PISA | 358 | 0 | 358 | 0 | 358 | 0 | 0 | 0 | 0 | 358 |
Ontvangsten | 7.391 | 0 | 7.391 | 477 | 7.868 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.391 |
Tabel 12 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 11.603.618 | 118.076 | 11.721.694 | 1.460.842 | 13.182.536 | 336.685 | 280.314 | 270.813 | 323.430 | 11.436.391 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | β 2.782 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overig | 11.603.618 | 118.076 | 11.721.694 | 1.463.624 | 13.182.536 | 336.685 | 280.314 | 270.813 | 323.430 | 11.436.391 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 1,5 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2026 in het najaar van 2025 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 504,5 miljoen verhoogd. De toegekende loon- en prijsbijstelling wordt doorverdeeld naar de bekostiging in het voortgezet onderwijs, de bijdrage aan ZBO's en RWT's en DUO. Er zal geen loon- en prijsbijstelling worden doorverdeeld naar andere instrumenten binnen artikel 3.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met β¬ 561,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 van β¬ 544,3 miljoen;
een tegenvaller op de nieuwkomersbekostiging van β¬ 30,5 miljoen. De komende jaren is meer budget nodig voor de nieuwkomersbekostiging in het voortgezet onderwijs (vo) vanwege een hogere instroom van nieuwkomers in het onderwijs dan verwacht.
een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op het budget van 2025 resulteert dit in een neerwaartse bijstelling van β¬ 10,7 miljoen voor Europees Nederland een opwaartse bijstelling van β¬ 2,1 miljoen voor Caribisch Nederland (zie ook het algemene deel).
Vanaf begrotingsjaar 2027 wordt er gekort op de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs. Met deze regeling krΔ³gt een school meer budget op basis van de achterstandsscore op schoolvestigingsniveau van het CBS. Dit betreft 68% van de scholen. Dit budget wordt bijvoorbeeld ingezet voor extra onderwijspersoneel in de klas voor leerlingen uit de doelgroep door middel van onderwijsassistenten of coaches, extra onderwijstijd, huiswerkbegeleiding aan te bieden of ouderbetrokkenheid te stimuleren. De korting bedraagt β¬ 90,0 miljoen in 2027 en vanaf 2028 structureel β¬ 177,0 miljoen.
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) wordt maatregel 32 uit het hoofdlijnenakkoord teruggedraaid door vanaf 2026 structureel β¬ 75,1 miljoen voor functiemix randstadregioβs vo vrij te maken. Eveneens wordt de vanaf 2026 ontvangen β¬ 36,3 miljoen ter compensatie van de btw-verhoging op schoolboeken teruggedraaid.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met β¬ 75,1 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door:
een kasschuif van β¬ 34,3 miljoen op het budget van School en Omgeving op artikel 3, waarbij de middelen vanuit 2025 worden doorgeschoven naar 2026, 2027 en 2028 om aan te sluiten bij het betaalritme van de nieuwe subsidieregeling;
een meevaller op het budget van School en Omgeving op artikel 3 van β¬ 32,5 miljoen. Zoals reeds bekend, waren er minder aanvragen voor de subsidieregeling School en Omgeving 2023-2025 in de eerste ronde in 2023 dan waarvoor er budget beschikbaar was. Aangezien er voor deze regeling ook betalingen in 2025 zijn, is er dit jaar een meevaller in 2025;
een kasschuif op de middelen voor de implementatie van het vernieuwde curriculum van β¬ 14,0 miljoen. Door het besluit van de Tweede Kamer dat de nieuwe kerndoelen in aantal moeten worden ingeperkt (motie Soepboer, Kamerstukken II 2024/25, 31293, nr. 766) loopt de implementatie van de curriculumherziening vertraging op. Door de aangepaste planning worden de middelen uit 2025 ingezet in 2026 en 2028.
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) wordt het budget voor overige subsidies met β¬ 3,0 miljoen verhoogd ten behoeve van een subsidie voor scholen die de techniekhavo (willen) aanbieden. Tevens wordt maatregel 23 uit het hoofdlijnenakkoord deels teruggedraaid door β¬ 40,0 miljoen vrij te maken voor School en Omgeving, waarvan structureel β¬ 15,6 miljoen op artikel 3. Ook wordt maatregel 22 deels teruggedraaid door voor Maatschappelijke Diensttijd β¬ 78,0 miljoen in 2025, oplopend tot β¬ 130,0 miljoen structureel vrij te maken.
Amendement Eerdmans c.s.
In het kader van het amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) wordt het budget voor overige subsidies met β¬ 14,9 miljoen in 2025, oplopend tot β¬ 15,2 miljoen in 2028, verlaagd ten behoeve van de aanvullende investeringen in wetenschappelijk onderzoek.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Het budget voor het instrument bijdrage aan ZBOβs/RWTβs wordt per saldo met β¬ 13,1 miljoen verhoogd. Dit wordt grotendeels verklaard door:
een overboeking van β¬ 9,6 miljoen vanuit artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie) ten behoeve van het werkprogramma van het College van Toetsen en Examens (CvTE);
een overboeking van β¬ 1,5 miljoen aan het budget van het CvTE voor het programma digitaal examineren.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met β¬ 0,5 miljoen verhoogd.
3.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 6.157.220 | β 146.261 | 6.010.959 | 469.781 | 6.480.740 | 261.991 | 312.035 | 286.636 | 265.806 | 5.972.658 |
Uitgaven | 5.955.558 | 3.332 | 5.958.890 | 217.787 | 6.176.677 | 198.527 | 261.062 | 279.665 | 285.389 | 5.981.581 |
Bekostiging | 5.246.611 | 21.952 | 5.268.563 | 215.579 | 5.484.142 | 176.204 | 199.676 | 252.600 | 278.495 | 5.479.116 |
Bekostiging mbo-instellingen | 4.452.989 | 34.809 | 4.487.798 | 225.584 | 4.713.382 | 183.133 | 204.865 | 238.472 | 264.431 | 4.718.179 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 12.120 | 0 | 12.120 | 1.295 | 13.415 | 1.196 | 1.732 | 1.999 | 2.135 | 14.461 |
Bekostiging vavo | 91.720 | 0 | 91.720 | 3.650 | 95.370 | 3.650 | 3.654 | 3.654 | 3.654 | 95.480 |
LoopbaanoriΓ«ntatie | 32.000 | 0 | 32.000 | 0 | 32.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 32.000 |
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget | 538.984 | 0 | 538.984 | 0 | 538.984 | 0 | 0 | 0 | 0 | 540.033 |
Regionaal Investeringsfonds | 46.710 | β 14.049 | 32.661 | β 14.950 | 17.711 | β 13.450 | β 12.250 | 6.800 | 6.600 | 35.200 |
Regionaal Programma | 42.088 | 1.192 | 43.280 | 0 | 43.280 | 1.675 | 1.675 | 1.675 | 1.675 | 43.763 |
Aanvullende bekostiging krimpregio's | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 322.283 | β 420 | 321.863 | 11.696 | 333.559 | 12.088 | 50.469 | 16.277 | β 3.233 | 153.045 |
Praktijkleren | 242.621 | 0 | 242.621 | 19.976 | 262.597 | 22.182 | 32.115 | 8.023 | 0 | 60.750 |
LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF) | 683 | 0 | 683 | 87 | 770 | 18.000 | 18.000 | 4.000 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden voor Volwassenen/Tel mee met Taal | 12.939 | 0 | 12.939 | β 5.094 | 7.845 | β 5.000 | β 5.000 | β 5.000 | 0 | 13.235 |
LoopbaanoriΓ«ntatie | 1.818 | 0 | 1.818 | 0 | 1.818 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Doorstroom beroepskolom | 33.600 | β 420 | 33.180 | 0 | 33.180 | β 27.780 | 1.280 | 9.880 | β 3.140 | 50.000 |
Vakwedstrijden mbo | 5.190 | 0 | 5.190 | 207 | 5.397 | 207 | 207 | 207 | 207 | 5.397 |
Overige subsidies | 25.432 | 0 | 25.432 | β 3.480 | 21.952 | 4.479 | 3.867 | β 833 | β 300 | 23.663 |
Opdrachten | 16.796 | 0 | 16.796 | β 796 | 16.000 | 2.282 | 782 | 1.131 | 1.031 | 9.484 |
Opdrachten | 16.796 | 0 | 16.796 | β 796 | 16.000 | 2.282 | 782 | 1.131 | 1.031 | 9.484 |
Bijdrage aan agentschappen | 27.367 | 0 | 27.367 | 490 | 27.857 | 1.616 | 1.872 | 1.820 | 1.670 | 30.455 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 23.967 | 0 | 23.967 | 307 | 24.274 | 1.616 | 1.872 | 1.820 | 1.670 | 27.055 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.400 | 0 | 3.400 | 183 | 3.583 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.400 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 104.255 | 0 | 104.255 | β 4.475 | 99.780 | 4.013 | 3.758 | 3.332 | 2.921 | 96.959 |
College voor Toetsen en Examens | 11.393 | 0 | 11.393 | β 9.534 | 1.859 | 726 | 913 | 913 | 907 | 11.300 |
Wet SLOA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.903 |
SBB | 86.308 | 0 | 86.308 | 5.020 | 91.328 | 3.248 | 2.806 | 2.380 | 1.975 | 77.163 |
NWO: NRO- Programma's MBO | 5.584 | 0 | 5.584 | 0 | 5.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.584 |
NCP NLQF | 970 | 0 | 970 | 39 | 1.009 | 39 | 39 | 39 | 39 | 1.009 |
Bijdrage aan medeoverheden | 238.246 | β 18.200 | 220.046 | β 4.707 | 215.339 | 2.324 | 4.505 | 4.505 | 4.505 | 212.522 |
RMC's | 65.773 | β 15.893 | 49.880 | 4.598 | 54.478 | 1.867 | 1.867 | 1.867 | 1.867 | 67.640 |
Educatie | 100.466 | 0 | 100.466 | 3.600 | 104.066 | 3.256 | 3.242 | 3.242 | 3.242 | 84.709 |
Regionaal Programma | 62.507 | β 2.307 | 60.200 | β 5.100 | 55.100 | β 604 | β 604 | β 604 | β 604 | 50.173 |
Masterplan Campus Groningen | 9.500 | 0 | 9.500 | β 7.805 | 1.695 | β 2.195 | 0 | 0 | 0 | 10.000 |
Ontvangsten | 4.700 | 0 | 4.700 | 0 | 4.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.700 |
Tabel 14 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 6.157.220 | β 146.261 | 6.010.959 | 469.781 | 6.480.740 | 261.991 | 312.035 | 286.636 | 265.806 | 5.972.658 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 4.759 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 6.157.220 | β 146.261 | 6.010.959 | 465.022 | 6.480.740 | 261.991 | 312.035 | 286.636 | 265.806 | 5.972.658 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden in 2025 met β¬ 469,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (β¬ 252,0 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 op het instrument bekostiging, bijdrage aan medeoverheden en bijdrage aan ZBOβs/RWTβs van circa β¬ 215,5 miljoen. Deze loon- en prijsbijstelling tranche 2025 voor het jaar 2026 wordt in het najaar van 2025 verplicht.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 217,8 miljoen verhoogd. Er wordt prijsbijstelling uitgekeerd op met name de regeling praktijkleren, de financiering van SBB, het CvTE en DUO voor structureel in totaal β¬ 3,0 miljoen. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt in 2025 per saldo met β¬ 215,6 miljoen verhoogd. Daarnaast zijn er ook meerjarig aanpassingen doorgevoerd op de bekostiging. De belangrijkste (meerjarige) wijzigingen op de bekostiging zijn de volgende:
de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025, waardoor de bekostiging structureel voor circa β¬ 218,7 miljoen wordt opgehoogd;
de bekostiging voor mbo-instellingen en ook in Caribisch Nederland wordt opwaarts bijgesteld op basis van de meest actuele referentieraming (zie ook het algemene deel);
naast het herstelplan basisvaardigheden komt er ook een extra intensivering van in totaal β¬ 47,2 miljoen voor basisvaardigheden in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) in de studiejaren 2025/2026 en 2026/2027. Deze intensivering wordt gedekt via een extensivering op het regionaal investeringsfonds van β¬ 6,0 miljoen per jaar in de jaren 2025 tot en met 2027 (in totaal β¬ 18,0 miljoen), een extensivering op de regeling doorstroom beroepskolom in de jaren 2026 tot en met 2029 (in totaal β¬ 19,8 miljoen) en het aanwenden van vrij inzetbare prijsbijstelling op studiefinanciering van in totaal β¬ 9,4 miljoen;
het resterende budget voor het regionaal investeringsfonds na de bovenstaande extensivering is β¬ 12,0 miljoen per jaar voor de jaren 2025 tot en met 2027. Ook worden de middelen met een kasschuif in het juiste betalingsritme gezet;
daarnaast wordt de bekostiging van mbo-instellingen in 2026 met β¬ 8,5 miljoen oplopend naar structureel β¬ 20,0 miljoen verlaagd ter dekking van de concernbrede problematiek binnen het Ministerie van OCW (zie het algemene deel) zoals de budgettaire effecten van de nieuwe referentieraming en een alternatieve dekking van een ombuiging uit het hoofdlijnenakkoord voor het niet afschaffen van een reisvoorziening buitenland studerenden (RBS). De Tweede Kamer wordt hier spoedig over geΓ―nformeerd;
tenslotte wordt de bekostiging van mbo-instellingen verhoogd vanaf 2027 met β¬ 1,1 miljoen oplopend naar structureel β¬ 5,8 miljoen in 2034 voor het opleiden van extra mbo-studenten naar aanleiding van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (zie algemene deel voor toelichting. Vanuit middelen die worden overgeheveld van de aanvullende post bij het Ministerie van FinanciΓ«n (Kamerstukken II 2024/25, 33009, nr. 141).
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25,36600-VIII, nr. 141) wordt de btw-verhoging op schoolboeken uit het hoofdlijnenakkoord teruggedraaid. Dit resulteert vanaf 2026 in een structurele verlaging van β¬ 1,5 miljoen op het instrument bekostiging mbo-instellingen.
Amendement Eerdmans c.s.
In het kader van amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) wordt er β¬ 25,0 miljoen voor vier jaar toegevoegd aan het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Dit resulteert in een budgettair neutrale kasschuif op de bekostiging van mbo-instellingen waarmee β¬ 8,8 miljoen uit de jaren 2026 tot en met 2028 naar in 2025 wordt geschoven.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt in 2025 per saldo met circa β¬ 11,7 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende (meerjarige) wijzigingen:
de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025, waardoor subsidies met circa β¬ 18,3 miljoen worden opgehoogd in 2025;
een extensivering van structureel β¬ 20,0 miljoen vanaf 2030 op de regeling praktijkleren ter dekking van de concernbrede problematiek binnen het Ministerie van OCW. In de nieuwe referentie raming vindt er een verschuiving plaats van studenten van de bbl-leerweg naar bol-leerweg. Daardoor is er meer budget nodig voor bekostiging voor mbo-instellingen voor bol-studenten en minder budget nodig voor praktijkleren voor bbl-studenten. Het budget van de regeling praktijkleren blijft toereikend om de maximale vergoeding van β¬ 2.700 per leerwerkplek toe te kennen aan bedrijven. Daarnaast wordt praktijkleren verhoogd vanaf 2030 met β¬ 1,3 miljoen en vanaf 2031 structureel met β¬ 1,4 miljoen naar aanleiding van het investeringspakket voor de microchipsector;
een overboeking op de regeling basisvaardigheden voor volwassenen/Tel mee met Taal van β¬ 6,5 miljoen in 2025 en voor de periode 2026 tot en met 2028 jaarlijks β¬ 5,0 miljoen naar het Ministerie van BZK voor de gezamenlijke aanpak basisvaardigheden voor volwassenen. Deze middelen worden via een decentralisatie-uitkering verstrekt aan gemeenten voor de periode 2025 tot en met 2028;
De regeling Doorstroom Beroepskolom is gestart in 2023 met 23 opleidingen. Er is uiteindelijk gekozen voor een geleidelijke groei naar 31 opleidingen (β¬ 39 miljoen) in 2025, welke tot en met 2029 constant wordt gehouden. Hierdoor wordt beter aangesloten bij het absorptievermogen van de onderwijssectoren. Dit levert een incidentele extensivering van β¬ 19,8 miljoen op voor de intensivering op basisvaardigheden voor het mbo. Vanaf 2030 is voor de regeling Doorstroom Beroepskolom structureel β¬ 42,2 miljoen (33 opleidingen) beschikbaar. Tenslotte worden de middelen voor tranche 2026 met een kasschuif in het juiste betalingsritme gezet. In 2025 wordt de regeling geΓ«valueerd en in 2026 zal de Tweede Kamer hierover worden geΓ―nformeerd;
voor het Leven Lang Ontwikkelen Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden is de voorwaardelijk toegekende tweede tranche van in totaal incidenteel β¬ 42,9 miljoen uit het Nationaal Groeifonds definitief toegekend en toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van OCW.
Amendement Bontenbal c.s.
In het kader van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, , 36600-VIII, nr. 141) wordt de bezuiniging op de invulling van de subsidie-taakstelling voor praktijkleren hersteld. Hierdoor wordt het budget in 2030 met circa β¬ 11,9 miljoen verhoogd op het instrument praktijkleren. Daarnaast wordt de voorgenomen bezuiniging op de regeling doorstroom beroepskolom grotendeels teruggedraaid. Dit resulteert in een budgetverhoging van β¬ 3,0 miljoen in 2026, β¬ 13,0 miljoen in 2027 en vanaf 2028 structureel β¬ 17,0 miljoen.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt in 2025 per saldo met circa β¬ 4,7 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende (meerjarige) wijzigingen:
de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2025, waardoor de bijdrage aan medeoverheden structureel circa β¬ 7,9 miljoen wordt opgehoogd;
door het uitstel van het wetsvoorstel Wet van school naar duurzaam werk van 2025 naar 2026 worden de reeds overgeboekte middelen voor het regionaal programma van circa β¬ 5,1 miljoen in 2025 en vanaf 2026 structureel circa β¬ 2,6 miljoen teruggeboekt naar het Ministerie van SZW. Dit budget wordt in 2025 via een decentralisatie-uitkering vanuit de SZW-begroting aan de centrumgemeente verstrekt. Tenslotte is er ook vanaf 2026 structureel β¬ 0,75 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor nazorg vso. (Kamerstukken 36600-VIII, nr.14);
een kasschuif vanwege aanpassing kasritme op het instrument Masterplan campus Groningen. Hierdoor wordt het budget verlaagd in 2025 met circa β¬ 7,8 miljoen, in het jaar 2026 met β¬ 2,2 miljoen en in het jaar 2030 met β¬ 10,0 miljoen opgehoogd.
Amendement Eerdmans c.s.
In het kader van amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) wordt β¬ 25,0 miljoen voor vier jaar toegevoegd aan het Fonds Onderzoek en Wetenschap. β¬ 5,5 miljoen hiervan in 2025 wordt gedekt uit het budget voor het instrument Regionale Meld- en CoΓΆrdinatiefuncties (RMCβs), dat beschikbaar is vanwege het uitstel van het wetsvoorstel Wet van school naar duurzaam werk.
3.4 Beleidsartikel 6. Hoger onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 4.247.609 | β 8.816 | 4.238.793 | 567.098 | 4.805.891 | 352.061 | 254.309 | 264.835 | β 8.136 | 3.978.052 |
Uitgaven | 4.490.736 | β 8.816 | 4.481.920 | 267.535 | 4.749.455 | 244.700 | 249.971 | 245.442 | 253.372 | 3.978.590 |
Bekostiging | 4.314.514 | β 8.816 | 4.305.698 | 167.108 | 4.472.806 | 228.553 | 235.099 | 241.491 | 252.868 | 3.894.007 |
Bekostiging onderwijsdeel | 4.116.082 | β 8.816 | 4.107.266 | 158.727 | 4.265.993 | 220.726 | 227.350 | 233.844 | 245.204 | 3.688.153 |
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling | 159.446 | 0 | 159.446 | 6.493 | 165.939 | 6.239 | 6.161 | 6.059 | 6.076 | 165.280 |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen | 0 | 0 | 0 | 300 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fonds onderzoek en wetenschap | 38.986 | 0 | 38.986 | 1.588 | 40.574 | 1.588 | 1.588 | 1.588 | 1.588 | 40.574 |
Subsidies (regelingen) | 98.567 | 0 | 98.567 | 92.334 | 190.901 | 7.586 | 7.569 | 37 | 16 | 569 |
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding | 2.638 | 0 | 2.638 | β 365 | 2.273 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Aanpak professionalisering leraren | 19.171 | 0 | 19.171 | β 14.574 | 4.597 | 7.500 | 7.500 | 0 | 0 | 0 |
NGF Katalysator | 38.893 | 0 | 38.893 | 75.734 | 114.627 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitale impuls | 35.732 | 0 | 35.732 | 31.345 | 67.077 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 2.133 | 0 | 2.133 | 194 | 2.327 | 86 | 69 | 37 | 16 | 569 |
Bijdrage aan agentschappen | 20.527 | 0 | 20.527 | 1.574 | 22.101 | 2.181 | 2.379 | 2.290 | β 1.111 | 26.922 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 20.527 | 0 | 20.527 | 1.574 | 22.101 | 2.181 | 2.379 | 2.290 | β 1.111 | 26.922 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 57.128 | 0 | 57.128 | 6.519 | 63.647 | 6.380 | 4.924 | 1.624 | 1.599 | 57.092 |
NWO: Promotiebeurs voor leraren | 11.956 | 0 | 11.956 | 487 | 12.443 | 487 | 110 | 0 | 0 | 11.956 |
NWO: NRO-programma's HO | 23.555 | 0 | 23.555 | 5.226 | 28.781 | 5.138 | 4.109 | 944 | 944 | 24.122 |
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) | 7.015 | 0 | 7.015 | 286 | 7.301 | 233 | 183 | 158 | 133 | 5.890 |
Bijdrage RWT Nuffic | 10.155 | 0 | 10.155 | 339 | 10.494 | 341 | 341 | 341 | 341 | 10.496 |
Bijdrage RWT Centr. Stud | 4.447 | 0 | 4.447 | 181 | 4.628 | 181 | 181 | 181 | 181 | 4.628 |
Ontvangsten | 17 | 0 | 17 | 0 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 |
Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 4.247.609 | β 8.816 | 4.238.793 | 567.098 | 4.805.891 | 352.061 | 254.309 | 264.835 | β 8.136 | 3.978.052 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | β 8.100 | β 8.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 4.247.609 | β 8.816 | 4.238.793 | 575.198 | 4.813.991 | 352.061 | 254.309 | 264.835 | β 8.136 | 3.978.052 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 567,1 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
de loon- en prijsbijstelling 2025 (β¬ 333,5 miljoen) voor zowel de uitgaven bekostiging 2025 als de uitgaven bekostiging 2026, welke beide in 2025 worden verplicht;
de bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2025 voor 2026 in het jaar 2025 wordt verplicht (β¬ 64,8 miljoen);
bijstellingen van de verplichtingenraming om het verplichtingenbedrag 2025 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven (β¬ 84,0 miljoen).
het overlopende deel van de Nationaal Groeifonds (NGF)-projecten uit 2024 (β¬ 98,2 miljoen) dat conform de begrotingsregels wordt meegenomen naar 2025 in de 100% eindejaarsmarge van het investeringsplafond.
een kasschuif op de NGF-projecten van 2025 naar 2026/2027 (- β¬ 15,3 miljoen).
diverse kleinere mutaties voor in totaal per saldo β¬ 1,9 miljoen.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 267,5 miljoen verhoogd. Op artikel 6 wordt nagenoeg geen prijsbijstelling uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
De uitgaven voor de bekostiging worden met β¬ 167,1 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling 2025 (β¬ 166,7 miljoen) en het overlopende deel van de bekostiging uit 2024 (β¬ 0,4 miljoen).
Referentieraming 2025
In het hoger beroepsonderwijs (hbo) is er sprake van een tegenvaller
omdat de verwachte studentenaantallen in het hbo hoger zijn dan in de
vorige raming, oplopend van β¬ 64,8 miljoen in 2026 tot β¬ 96,7 miljoen
structureel.
Daarnaast is het aantal internationale (EER-)studenten gedaald. In de referentieraming 2025 is het aantal niet Nederlandse EER-studenten lager dan in de referentieraming 2024. Het budget is ten behoeve van de bezuiniging uit het hoofdlijnenakkoord ter vermindering van het aantal internationale studenten in de Ontwerpbegroting 2025 vanaf 2026 verlaagd. De daling van het aantal niet-Nederlandse EER-studenten is verrekend met de reeds ingeboekte bezuiniging.
Ook wordt de bekostiging van hbo-instellingen in 2026 met β¬ 5,9 miljoen oplopend naar structureel β¬ 17,1 miljoen verlaagd ter dekking van de concernbrede problematiek binnen het Ministerie van OCW (zie het algemene deel) zoals de budgettaire effecten van de nieuwe referentieraming en een alternatieve dekking van een ombuiging uit het hoofdlijnenakkoord voor het niet afschaffen van de Reisvoorziening Buitenland Studerenden (RBS).
Amendement Eerdmans c.s.
Op de bekostiging is in 2025 β¬ 8,8 miljoen omgebogen ter dekking van amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) waarmee β¬ 25,0 miljoen voor het Fonds Onderzoek en Wetenschap beschikbaar is gemaakt. Het betreft de middelen die vrijgemaakt waren in het vorige coalitieakkoord voor bindend studieadvies en macrodoelmatigheid. In het hoofdlijnenakkoord is bepaald dat op bindend studieadvies geen wijzigingen zullen worden doorgevoerd en voor macrodoelmatigheid waren tot dusver nog geen concrete plannen ingediend door de sector.
Het terugdraaien van het deel van de onderwijsbezuinigingen (amendement van het lid Bontenbal c.s. Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) dat betrekking heeft op de langstudeermaatregel en de internationale studenten heeft geen impact op de uitgaven in het jaar 2025.
Subsidies
De uitgaven voor subsidies worden met β¬ 92,3 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door het overlopende deel van de NGF-projecten uit 2024 (β¬ 107,5 miljoen) dat conform de begrotingsregels wordt meegenomen naar 2025 in de 100% eindejaarsmarge van het investeringsplafond. Daarnaast heeft een kasschuif op de NGF-projecten (β¬ 15,0 miljoen) van 2025 naar 2026/2027 plaatsgevonden en is er sprake van per saldo β β¬ 0,2 miljoen aan diverse kleinere mutaties.
3.5 Beleidsartikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 7.040.673 | 60.508 | 7.101.181 | 585.169 | 7.686.350 | 335.516 | 232.208 | 199.659 | β 173.863 | 6.947.967 |
Uitgaven | 7.074.209 | 60.508 | 7.134.717 | 261.422 | 7.396.139 | 236.698 | 221.430 | 213.308 | 207.454 | 6.957.281 |
Bekostiging | 7.059.133 | 60.508 | 7.119.641 | 261.456 | 7.381.097 | 236.478 | 220.958 | 212.855 | 207.001 | 6.942.971 |
Bekostiging onderwijsdeel | 3.329.424 | β 4.492 | 3.324.932 | 120.709 | 3.445.641 | 103.952 | 92.929 | 85.269 | 81.870 | 3.081.661 |
Bekostiging onderzoeksdeel | 2.805.924 | 40.000 | 2.845.924 | 105.157 | 2.951.081 | 97.961 | 93.736 | 93.682 | 92.012 | 2.896.809 |
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek | 845.850 | 0 | 845.850 | 31.786 | 877.636 | 30.761 | 30.489 | 30.100 | 30.239 | 883.686 |
Fonds onderzoek en wetenschap | 77.935 | 25.000 | 102.935 | 3.804 | 106.739 | 3.804 | 3.804 | 3.804 | 2.880 | 80.815 |
Subsidies (regelingen) | 7.418 | 0 | 7.418 | 497 | 7.915 | 462 | 465 | 447 | 447 | 7.748 |
Vluchteling Studenten UAF | 2.570 | 0 | 2.570 | 95 | 2.665 | 95 | 95 | 95 | 95 | 2.665 |
Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO) | 1.056 | 0 | 1.056 | 39 | 1.095 | 34 | 33 | 33 | 33 | 918 |
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) | 370 | 0 | 370 | 21 | 391 | 19 | 17 | 19 | 17 | 360 |
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) | 338 | 0 | 338 | 13 | 351 | 13 | 13 | 13 | 13 | 351 |
Overige subsidies | 3.084 | 0 | 3.084 | 329 | 3.413 | 301 | 307 | 287 | 289 | 3.454 |
Opdrachten | 4.328 | 0 | 4.328 | β 531 | 3.797 | β 242 | 7 | 6 | 6 | 3.232 |
Opdrachten | 4.328 | 0 | 4.328 | β 531 | 3.797 | β 242 | 7 | 6 | 6 | 3.232 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 3.330 | 0 | 3.330 | 0 | 3.330 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.330 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) | 2.141 | 0 | 2.141 | 0 | 2.141 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.141 |
United Nations University (UNU) | 1.189 | 0 | 1.189 | 0 | 1.189 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.189 |
Ontvangsten | 16 | 0 | 16 | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 |
Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 7.040.673 | 60.508 | 7.101.181 | 585.169 | 7.686.350 | 335.516 | 232.208 | 199.659 | β 173.863 | 6.947.967 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | β 12.774 | β 12.774 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 7.040.673 | 60.508 | 7.101.181 | 597.943 | 7.699.124 | 335.516 | 232.208 | 199.659 | β 173.863 | 6.947.967 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 585,2 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 (β¬ 519,6 miljoen) voor zowel de uitgaven bekostiging 2025 als de uitgaven bekostiging 2026, welke beide in 2025 worden verplicht);
de bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2025 voor 2026 in het jaar 2025 wordt verplicht (- β¬ 15,1 miljoen);
bijstellingen van de verplichtingenraming om het verplichtingenbedrag 2025 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven (β¬ 93,6 miljoen);
bijstelling in verband met garantieverplichtingen op leningen en rekening-courantkredieten aan universiteiten die in 2025 zijn aangegaan of vervallen (- β¬ 12,8);
diverse kleinere mutaties voor in totaal per saldo - β¬ 0,1 miljoen.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 261,4 miljoen verhoogd. Op artikel 7 wordt nagenoeg geen prijsbijstelling uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
De uitgaven voor de bekostiging worden met β¬ 261,5 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling 2025 (β¬ 264,2 miljoen) en er is sprake van per saldo β β¬ 2,7 miljoen aan diverse kleinere mutaties.
Referentieraming 2025
In het wetenschappelijk onderwijs (wo) is er sprake van een meevaller
omdat de verwachte studentenaantallen in het wo lager zijn dan in de
vorige raming, oplopend van β¬ 15,1 miljoen in 2026 tot β¬ 40,2 miljoen
structureel.
Daarnaast is het aantal internationale (EER-)studenten gedaald. In de referentieraming 2025 is het aantal niet Nederlandse EER-studenten lager dan in de referentieraming 2024. Het budget is ten behoeve van de bezuiniging uit het hoofdlijnenakkoord ter vermindering van het aantal internationale studenten in de Ontwerpbegroting 2025 vanaf 2026 verlaagd. De daling van het aantal niet-Nederlandse EER-studenten is verrekend met de reeds ingeboekte bezuiniging.
Ook wordt de bekostiging van wo-instellingen in 2026 met β¬ 13,8 miljoen oplopend naar structureel β¬ 38,1 miljoen verlaagd ter dekking van de concernbrede problematiek binnen het Ministerie van OCW (zie het algemene deel) zoals de budgettaire effecten van de nieuwe referentieraming en een alternatieve dekking van een ombuiging uit het hoofdlijnenakkoord voor het niet afschaffen van de Reisvoorziening Buitenland Studerenden (RBS).
Amendementen
Op de bekostiging is in 2025 β¬ 4,6 miljoen omgebogen ter dekking van amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) waarmee β¬ 25,0 miljoen voor het Fonds onderzoek en wetenschap beschikbaar is gemaakt. Het betreft de middelen die vrijgemaakt waren in het vorige coalitieakkoord voor bindend studieadvies. In het hoofdlijnenakkoord is bepaald dat op bindend studieadvies geen wijzigingen zullen worden doorgevoerd.
Op de bekostiging is met het amendement van het lid Stoffer (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 70) in 2025 β¬ 0,1 miljoen beschikbaar gemaakt voor talenstudies. Deze β¬ 0,1 miljoen wordt met de rijksbijdrage 2025 beschikbaar gesteld om een actieplan op te stellen dat de toekomst van talenstudies (Duits en Frans) in Nederland verzekert en de positie ervan versterkt. De uitwerking zal gestalte krijgen binnen het plan van aanpak Talen & Culturen als onderdeel van het Sectorplan Geesteswetenschappen. De dekking voor dit amendement is gevonden in de middelen op artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid).
Op de bekostiging is met het amendement van het lid Eerdmans c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 26600-VIII, nr. 147) in 2025 β¬ 25,0 miljoen beschikbaar gemaakt voor het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Dit bedrag zal met de rijksbijdrage 2025 aan de instellingen worden toegekend. De dekking voor dit amendement is gevonden in de middelen op de artikelen 3 (Voortgezet onderwijs), 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), 6 (h\Hoger beroepsonderwijs) en 7 (Wetenschappelijk onderwijs).
Op de bekostiging is met het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) in 2025 β¬ 40 miljoen beschikbaar gemaakt voor de startersbeurzen. Dit bedrag zal met de rijksbijdrage 2025 aan de instellingen worden toegekend. Dit amendement maakt onderdeel uit van het terugdraaien van een deel van de onderwijsbezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord.
Het terugdraaien van het deel van de onderwijsbezuinigingen (amendement van het lid Bontenbal c.s. Kamerstukken II 2024/25, 36600-VIII, nr. 141) dat betrekking heeft op de langstudeermaatregel en de internationale studenten heeft geen impact op de uitgaven in het jaar 2025.
3.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 27.310 | 0 | 27.310 | β 484 | 26.826 | 143 | 111 | 440 | 437 | 26.234 |
Uitgaven | 27.311 | 0 | 27.311 | β 484 | 26.827 | 143 | 111 | 440 | 437 | 26.234 |
Subsidies (regelingen) | 9.398 | 0 | 9.398 | β 443 | 8.955 | 375 | 333 | 192 | 195 | 9.413 |
Stichting Ons Erfdeel | 185 | 0 | 185 | 0 | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stichting Nuffic | 1.112 | 0 | 1.112 | 85 | 1.197 | 85 | 45 | 45 | 45 | 1.157 |
Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training | 4.533 | 0 | 4.533 | 385 | 4.918 | 385 | 385 | 155 | 155 | 4.688 |
Internationalisering onderwijs | 1.169 | 0 | 1.169 | β 1.075 | 94 | β 257 | β 259 | β 40 | β 37 | 1.105 |
Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) | 940 | 0 | 940 | 32 | 972 | 32 | 32 | 32 | 32 | 972 |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) | 687 | 0 | 687 | 0 | 687 | 0 | 0 | 0 | 0 | 686 |
Overige incidentele subsidies | 772 | 0 | 772 | 130 | 902 | 130 | 130 | 0 | 0 | 805 |
Opdrachten | 5.864 | 0 | 5.864 | 436 | 6.300 | 109 | 105 | 105 | 105 | 5.018 |
Opdrachten | 5.864 | 0 | 5.864 | 436 | 6.300 | 109 | 105 | 105 | 105 | 5.018 |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.709 | 0 | 1.709 | β 304 | 1.405 | β 164 | 9 | 9 | 9 | 1.718 |
Bijdragen aan medeoverheden | 1.709 | 0 | 1.709 | β 304 | 1.405 | β 164 | 9 | 9 | 9 | 1.718 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 9.860 | 0 | 9.860 | β 245 | 9.615 | β 177 | β 336 | 134 | 128 | 9.643 |
Nederlandse Taalunie | 7.872 | 0 | 7.872 | 102 | 7.974 | 192 | 102 | 134 | 128 | 7.974 |
Europa College Brugge | 35 | 0 | 35 | 0 | 35 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35 |
Unesco | 59 | 0 | 59 | 0 | 59 | 0 | 0 | 0 | 0 | 59 |
OESO CERI | 101 | 0 | 101 | 0 | 101 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 |
Fulbright Center | 422 | 0 | 422 | 0 | 422 | 0 | 0 | 0 | 0 | 422 |
EU-programma's en activiteiten | 23 | 0 | 23 | 0 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 23 |
Overige bijdragen | 1.348 | 0 | 1.348 | β 347 | 1.001 | β 369 | β 438 | 0 | 0 | 1.029 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 480 | 0 | 480 | 72 | 552 | 0 | 0 | 0 | 0 | 442 |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) | 480 | 0 | 480 | 72 | 552 | 0 | 0 | 0 | 0 | 442 |
Ontvangsten | 99 | 0 | 99 | 0 | 99 | 0 | 0 | 0 | 0 | 99 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Uitgaven
Per saldo blijven de uitgaven gelijk. Binnen de instrumenten zijn wel verschuivingen te zien. Op artikel 8 wordt structureel geen prijsbijstelling uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel structureel aan de begroting toegevoegd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met β¬ 0,4 miljoen verlaagd. Het betreft onder andere:
een verlaging van het budget voor de subsidieregeling Internationalisering Funderend Onderwijs (IFO-regeling) met
β¬ 1,0 miljoen. De IFO-regeling is per 1 januari 2025 afgelopen. Bezien wordt of het mogelijk is de middelen op de iets langere termijn in te zetten voor opvolging van de aanbestedingsovereenkomst diensten ten behoeve van internationalisering. De beleidsdoelen van de IFO-regeling en de aanbestedingsovereenkomst sluiten op elkaar aan.
Diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen en de doorverdeling van de loon-en prijsstelling tranche 2025) die het budget per saldo in totaal verhogen met 0,6 miljoen.
3.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 400.235 | 0 | 400.235 | β 160 | 400.075 | 37.692 | 38.757 | 38.731 | 38.968 | 444.036 |
Uitgaven | 410.735 | 0 | 410.735 | β 160 | 410.575 | 37.618 | 38.671 | 38.654 | 38.968 | 444.017 |
Bekostiging | 231.552 | 0 | 231.552 | β 1.147 | 230.405 | 31.648 | 30.511 | 35.592 | 35.515 | 291.459 |
Tekorten regios | 231.552 | 0 | 231.552 | β 1.147 | 230.405 | 31.648 | 30.511 | 35.592 | 35.515 | 291.459 |
Subsidies (regelingen) | 170.487 | 0 | 170.487 | β 568 | 169.919 | β 46 | 2.600 | 2.600 | 3.015 | 143.219 |
Lerarenbeurs | 68.678 | 0 | 68.678 | 0 | 68.678 | 0 | 0 | 0 | 0 | 62.928 |
Zij-instroom | 94.539 | 0 | 94.539 | β 168 | 94.371 | β 2.646 | β 1.000 | β 1.000 | β 585 | 72.995 |
Overige subsidies | 7.270 | 0 | 7.270 | β 400 | 6.870 | 2.600 | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 7.296 |
Opdrachten | 4.513 | 0 | 4.513 | 1.352 | 5.865 | 5.587 | 5.090 | 0 | 0 | 4.547 |
Opdrachten | 4.513 | 0 | 4.513 | 1.352 | 5.865 | 5.587 | 5.090 | 0 | 0 | 4.547 |
Bijdrage aan agentschappen | 4.183 | 0 | 4.183 | 203 | 4.386 | 429 | 470 | 462 | 438 | 4.792 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 4.183 | 0 | 4.183 | 203 | 4.386 | 429 | 470 | 462 | 438 | 4.792 |
Ontvangsten | 7.000 | 0 | 7.000 | 0 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.000 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Uitgaven
Per saldo blijven de uitgaven gelijk. Binnen de instrumenten zijn wel verschuivingen te zien. Er wordt geen loon- en prijsbijstelling doorverdeeld naar artikel 9, met uitzondering van loon- en prijsbijstelling naar het instrument DUO.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt in 2025 per saldo met β¬ 1,1 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verhoogd met β¬ 31,6 miljoen in 2026 tot β¬ 35,5 miljoen in 2029 en verder. Deze verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door het integreren van de middelen ter hoogte van β¬ 33,5 miljoen voor de convenantsaanpak in de G5 in het budget voor de onderwijsregioβs. Door deze samenvoeging worden twee regelingen gebundeld die een vergelijkbaar doel nastreven.
3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 6.601.936 | 61.124 | 6.663.060 | 312.447 | 6.975.507 | β 1.524.825 | β 527.874 | β 547.702 | β 547.599 | 5.384.964 |
Uitgaven | 6.601.936 | 61.124 | 6.663.060 | 312.447 | 6.975.507 | β 1.524.825 | β 527.874 | β 547.702 | β 547.599 | 5.384.964 |
Inkomensoverdracht | 2.959.946 | 47.500 | 3.007.446 | 1.004.747 | 4.012.193 | β 929.885 | 78.352 | 36.310 | 5.350 | 3.577.961 |
Basisbeurs gift (R) | 421.644 | 68 | 421.712 | 61.016 | 482.728 | β 1.278 | 2.856 | 3.492 | β 3.885 | 1.277.440 |
Aanvullende beurs gift (R) | 841.705 | 179 | 841.884 | β 6.372 | 835.512 | β 12.498 | β 15.712 | β 24.771 | β 22.712 | 1.068.537 |
Reisvoorziening gift (R) | β 152.338 | 53 | β 152.285 | 1.048.411 | 896.126 | β 904.279 | 66.203 | 52.382 | 36.199 | 1.020.423 |
Studievoorschotvouchers (R) | 755.317 | 0 | 755.317 | β 87.561 | 667.756 | 9.449 | 2.422 | 5.513 | 0 | 0 |
Caribisch Nederland gift (R) | 2.177 | 0 | 2.177 | β 218 | 1.959 | β 145 | β 145 | β 145 | β 145 | 2.032 |
Tegemoetkoming (R) | 895.444 | 0 | 895.444 | 27.516 | 922.960 | β 21.754 | 23.952 | β 9.890 | β 4.902 | 24.200 |
Overige uitgaven (R) | 195.997 | 47.200 | 243.197 | β 38.045 | 205.152 | 620 | β 1.224 | 9.729 | 795 | 185.329 |
Leningen | 3.414.501 | 0 | 3.414.501 | β 701.334 | 2.713.167 | β 620.550 | β 633.392 | β 609.190 | β 597.831 | 1.624.988 |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) | 914.351 | 0 | 914.351 | β 41.225 | 873.126 | 10.542 | β 8.967 | β 13.423 | β 9.532 | 99.624 |
Aanvullende beurs Prestatiebeurs (NR) | 312.425 | 0 | 312.425 | β 20.453 | 291.972 | β 6.244 | β 5.935 | 4.011 | 4.153 | 67.632 |
Reisvoorziening (NR) | 115.145 | 0 | 115.145 | β 96.200 | 18.945 | β 77.854 | β 63.058 | β 45.563 | β 31.729 | 67.568 |
Caribisch Nederland prestatiebeurs (NR) | 0 | 0 | 0 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 |
Rentedragende lening (NR) | 1.850.561 | 0 | 1.850.561 | β 527.304 | 1.323.257 | β 536.500 | β 550.439 | β 554.487 | β 563.730 | 1.195.904 |
Collegegeldkrediet (NR) | 208.284 | 0 | 208.284 | β 50.999 | 157.285 | β 50.978 | β 51.297 | β 52.064 | β 53.136 | 146.195 |
Levenlanglerenkrediet (NR) | 22.961 | 0 | 22.961 | β 4.352 | 18.609 | β 4.353 | β 4.354 | β 4.355 | β 4.354 | 18.609 |
Caribisch Nederland leningen (NR) | 0 | 0 | 0 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 |
Overige uitgaven (NR) | β 9.226 | 0 | β 9.226 | 38.529 | 29.303 | 44.167 | 49.988 | 56.021 | 59.827 | 28.786 |
Bijdrage aan agentschappen | 227.489 | 13.624 | 241.113 | 9.034 | 250.147 | 25.610 | 27.166 | 25.178 | 44.882 | 182.015 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 227.489 | 13.624 | 241.113 | 9.034 | 250.147 | 25.610 | 27.166 | 25.178 | 44.882 | 182.015 |
Ontvangsten | 1.804.068 | 0 | 1.804.068 | 1.028.654 | 2.832.722 | 132.365 | 861.391 | 139.708 | 90.761 | 2.224.802 |
Ontvangen rente (R) | 275.932 | 0 | 275.932 | β 22.385 | 253.547 | β 72.574 | 145.363 | β 8.608 | β 24.356 | 391.439 |
Ontvangsten Caribisch Nederland (R) | 736 | 0 | 736 | 110 | 846 | 97 | 82 | 65 | 52 | 846 |
Overige ontvangsten (R) | 19.996 | 0 | 19.996 | 5.505 | 25.501 | 3.011 | 2.955 | 2.909 | 2.869 | 21.654 |
Terugontvangen lening (NR) | 1.507.373 | 0 | 1.507.373 | 1.045.366 | 2.552.739 | 201.773 | 712.933 | 145.284 | 112.138 | 1.810.774 |
Ontvangsten Caribisch Nederland (NR) | 31 | 0 | 31 | 58 | 89 | 58 | 58 | 58 | 58 | 89 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Algemene toelichting:
Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het uitgavenplafond. Uitgangspunt in de begrotingsregels is dat uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook relevant zijn voor het uitgavenplafond. Zoals opgenomen in Ontwerpbegroting 2023 is de behandeling van prestatiebeurzen voor het EMU-saldo veranderd door gewijzigde inzichten van Eurostat en daarmee het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De relevante uitgaven in deze begroting worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift. In deze begroting van het Ministerie van OCW worden de prestatiebeursuitgaven als niet-relevant behandeld (zolang die nog niet zijn omgezet in een gift); in de weergave van het EMU-saldo worden zij wel als relevant weergegeven, middels een correctie op het EMU-saldo. Overige niet-relevante uitgaven zijn de rentedragende leningen. Deze uitgaven zijn niet-relevant voor het uitgavenplafond, maar worden wel meegerekend in de EMU-schuld.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van de rentedragende leningen.
Uitgaven
In deze paragraaf wordt de ontwikkeling op de studiefinancieringsraming beschreven. De totale uitgaven op artikel 11 worden met β¬ 312,4 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft een bijstelling van de inkomensoverdrachten naar boven van β¬ 1.004,7 miljoen, een bijstelling omlaag van de leningen met β¬ 701,3 miljoen en een bijstelling omhoog van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met β¬ 9,0 miljoen. De loon- en prijsbijstelling is volledig toegekend. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De inkomensoverdrachten worden met β¬ 1.004,7 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit de volgende elementen:
de reisvoorziening wordt per saldo met β¬ 1.048,4 miljoen verhoogd. Hier liggen de volgende verklaringen aan ten grondslag:
het budget kosten ov-contract is met β¬ 955,5 miljoen verhoogd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif van β¬ 970,0 miljoen op het budget van de reisvoorziening voor de openbaarvervoersbedrijven van 2026 naar 2025. Deze kasschuif komt tot stand op verzoek van de vervoerders, en is gehonoreerd omdat deze inpasbaar is in het rijksbrede beeld. Daarnaast is het budget verlaagd vanwege lagere aantallen studenten vanaf 2025. Als laatste zit in deze bijstelling ook β¬ 1,2 miljoen verwerkt aan vergoeding voor de ov-bedrijven voor de kwijtschelding van ov-boetes als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire;
de reisvoorziening direct gift is met β¬ 9,4 miljoen omlaag bijgesteld. Dit is het gevolg van het lagere normbedrag voor de reisvoorziening en lagere aantallen;
de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met β¬ 16,0 miljoen omhoog bijgesteld op basis van realisatiegegevens;
de bijdrage studerenden aan ov is met β¬ 86,4 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft een tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de ov-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de ov-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze positieve mutatie dus eigenlijk een lager bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door de lagere prijs van het studentenreisproduct en de lagere aantallen studenten;
de uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met β¬ 61,0 miljoen verhoogd;
dit betreft een bijstelling omhoog van β¬ 63,8 miljoen op de omzettingen. Het grootste deel van de omzettingen vindt in januari plaats. Voor 2025 zijn deze uitgaven dus al bekend. Voornamelijk in het hoger beroepsonderwijs (hbo) zijn de omzettingen van de nieuwe basisbeurs hoger dan geraamd. Uit extra analyses blijkt dat een relatief groter deel van de studenten nominaal studeert dan in de raming rekening mee was gehouden;
daarnaast zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd worden β¬ 2,8 miljoen lager. Dit komt door lagere aantallen studenten in het bol in 2025;
de relevante uitgaven aan de aanvullende beurs worden per saldo met β¬ 6,4 miljoen verlaagd;
de omzettingen zijn met β¬ 15,1 miljoen omhoog bijgesteld. Zowel in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) als het hbo zijn de omzettingen hoger dan geraamd;
de uitgaven aan de aanvullende beurs die direct als gift worden uitgekeerd zijn omlaag bijgesteld met β¬ 21,5 miljoen. Dit komt door een neerwaartse bijstelling van β¬ 4,5 miljoen vanwege lagere aantallen studenten. De overige β¬ 17,0 miljoen is voornamelijk veroorzaakt door lager dan eerder geraamde prijzen op het hoger onderwijs;
de bijstelling op de studievoorschotvouchers en de tegemoetkoming is als volgt;
de uitgaven op de studievoorschotvouchers worden met β¬ 87,6 miljoen naar beneden bijgesteld. Om in aanmerking te komen voor de voucher moeten studenten een diploma behalen. Uit de huidige cijfers blijkt dat het slagingspercentage lager is dan waar in de raming rekening mee is gehouden;
de uitgaven op de tegemoetkoming worden met β¬ 27,5 miljoen naar boven bijgesteld. Wanneer een student een wo-bachelor diploma behaald, wordt er direct een tegemoetkoming uitgekeerd. De huidige raming was gebaseerd op de aanname dat de student voor het bachelor diploma pas een tegemoetkoming kreeg na behalen van een masterdiploma. Hierdoor schuiven uitgaven op naar voren en is er een tegenvaller in 2025 van β¬ 67,6 miljoen. Het totale budget verandert hiermee niet. Daarnaast is er een meevaller in 2025 van β¬ 40,0 miljoen. Dit komt doordat de groep die geen studiefinanciering heeft aangevraagd en ook in aanmerking komt voor een tegemoetkoming kleiner is dan eerder geraamd;
de relevante overige uitgaven worden per saldo met β¬ 38,0 miljoen verlaagd. Het budget voor het terugdraaien van alle besluiten naar aanleiding van de controles op de uitwonendenbeurs wordt vanwege een kasschuif naar latere jaren verlaagd voor β¬ 37,8 miljoen. Bij het besluit hierover in november was voorzien dat de middelen hiervoor op dit moment in een passend kasritme moesten worden gezet. Daarnaast wordt het budget met β¬ 18,5 miljoen verhoogd voor middelen ten behoeve van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden. Als laatste worden de overige uitgaven per saldo met β¬ 18,7 miljoen naar beneden bijgesteld, als gevolg van realisatiegegevens.
Leningen
De niet-relevante uitgaven worden per saldo met β¬ 701,3 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
de uitgaven op de post rentedragende lening (niet-relevant) zijn per saldo neerwaarts bijgesteld met β¬ 527,3 miljoen;
steeds minder studenten lenen. Naast de herinvoering van de basisbeurs in het hbo en wo houdt ook de rente, die niet langer 0,0% is, hier waarschijnlijk mee verband. Daarnaast is er ook sprake van een daling in het gemiddeld geleende bedrag. Dit zorgt voor lagere uitgaven aan de rentedragende lening (neerwaartse bijstelling van β¬ 477,0 miljoen). Door een administratieve wijziging wordt de tegenboeking op de kwijtscheldingen voortaan op deze post geboekt. Dit zorgt voor een bijstelling naar beneden van β¬ 115,0 miljoen. Daarnaast is er een bijstelling als gevolg van lagere aantallen studenten (neerwaartse bijstelling van β¬ 2,6 miljoen). Tot slot is er voor β¬ 56,3 miljoen aan prijsbijstelling voor 2025 toegekend;
op deze de post vindt daarnaast de tegenboeking op de omzettingen naar lening plaats. Dit is een bijstelling naar boven van β¬ 11,0 miljoen;
de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met β¬ 41,2 miljoen omlaag bijgesteld;
dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omhoog bijgesteld met β¬ 29,8 miljoen. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van β¬ 15,7 miljoen vanwege minder uitwonende beurzen, lagere aantallen en een lagere fractie gebruikers. Anderzijds is er voor β¬ 45,5 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
de tegenboeking van de omzettingen van prestatiebeurs in gift zorgt voor een neerwaartse bijstelling van β¬ 63,8 miljoen;
de tegenboeking voor de omzetting naar lening zorgt voor neerwaartse bijstelling van β¬ 7,2 miljoen;
de niet-relevante uitgaven aan de aanvullende beurs zijn met β¬ 20,5 miljoen naar beneden bijgesteld;
dit betreft een neerwaartse bijstelling van β¬ 4,1 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van β¬ 33,4 miljoen voornamelijk als gevolg van een lagere fractie gebruikers, lagere prijzen en lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor β¬ 29,3 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
daarnaast zijn de omzettingen van prestatiebeurs naar gift, die hiertegen geboekt worden, met β¬ 15,1 miljoen omlaag bijgesteld;
de tegenboeking voor de omzettingen naar lening zorgt voor een neerwaartse bijstelling van β¬ 1,2 miljoen;
de niet-relevante uitgaven ov worden met β¬ 96,2 miljoen naar beneden bijgesteld;
dit betreft voornamelijk lagere toekenningen prestatiebeurs van β¬ 77,6 miljoen als gevolg van de lagere prijs van het ov;
de omzettingen naar gift zijn β¬ 16,0 miljoen lager op deze post;
als laatste zijn de omzettingen naar lening β¬ 2,6 miljoen lager dan geraamd;
de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met β¬ 51,0 miljoen. Dit komt, evenals bij de rentedragende lening, grotendeels door de daling in het percentage studenten dat naar verwachting gebruik gaat maken van het krediet (neerwaartse bijstelling van β¬ 57,9 miljoen). Daarnaast is er een kleine bijstelling door hogere aantallen (β¬ 0,2 miljoen). Tevens is voor β¬ 6,7 miljoen aan prijscompensatie voor 2025 toegekend;
het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met β¬ 4,4 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens. Er wordt minder gebruik gemaakt van het krediet dan verwacht (neerwaartse bijstelling van β¬ 5,1 miljoen). Daarnaast is er voor β¬ 0,7 miljoen aan prijscompensatie voor 2025 toegekend;
de niet-relevante overige uitgaven zijn met β¬ 39,1 miljoen omhoog bijgesteld op basis van realisatiegegevens.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met β¬ 9,0 miljoen verhoogd. De bijstelling wordt voor β¬ 10,0 miljoen veroorzaakt door de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2025. Daarnaast wordt het budget in 2025 met β¬ 9,5 miljoen verlaagd voor de uitvoeringskosten voor de opvolging van de Controle Uitwonenden Beurs. Dit is een kasschuif, waardoor middelen worden ingezet voor latere jaren. Als laatste is er een bijstelling van β¬ 8,6 miljoen voor extra middelen voor Life Cycle Management, bedoeld om het ICT-landschap van DUO up-to-date te brengen en te houden.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met β¬ 1.028,7 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de relevante ontvangsten van β¬ 16,9 miljoen en een stijging van de niet-relevante ontvangsten met β¬ 1.045,4 miljoen:
de relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met β¬ 16,9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
renteontvangsten: deze post is met β¬ 22,4 miljoen verlaagd in 2025. Op basis van realisatiecijfers blijkt dat de renteontvangsten langzamer groeien dan gedacht;
overige ontvangsten: deze post is met β¬ 5,5 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;
ontvangsten Caribisch Nederland: deze post is met β¬ 0,1 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;
de niet-relevante ontvangsten worden grotendeels gevormd door de terugontvangen lening en worden omhoog bijgesteld met β¬ 1.045,4 miljoen op basis van realisatiegegevens. Aan deze grote bijstelling liggen twee verklaringen ten grondslag. Allereerst heeft (de toekenning van) de tegemoetkoming voor de leenstelselstudenten gevolgen voor de niet-relevante ontvangsten. Studenten zonder studieschuld krijgen de tegemoetkoming uitbetaald. Voor leenstelselstudenten met een studieschuld wordt de tegemoetkoming in mindering gebracht op de openstaande studieschulden. Deze verlaging van de studieschulden wordt op dit begrotingsartikel zichtbaar als een niet-relevante ontvangst. Ten tweede is de grote bijstelling het gevolg van hoger dan verwachte extra ontvangsten. Veel studenten besluiten extra af te lossen bovenop hun termijnbedrag. Vermoedelijk komt dit omdat de rente de laatste jaren hoger is dan 0,0%;
er is een kleine bijstelling op ontvangsten Caribisch Nederland van β¬ 0,1 miljoen.
3.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 12 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 71.158 | 0 | 71.158 | 3.169 | 74.327 | 4.990 | 4.393 | 3.385 | 2.607 | 73.142 |
Uitgaven | 71.158 | 0 | 71.158 | 3.169 | 74.327 | 4.990 | 4.393 | 3.385 | 2.607 | 73.142 |
Inkomensoverdracht | 67.822 | 0 | 67.822 | 3.001 | 70.823 | 4.627 | 3.994 | 2.993 | 2.235 | 69.232 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) | 3.433 | 0 | 3.433 | β 296 | 3.137 | β 181 | β 181 | β 181 | β 181 | 3.252 |
Tegemoetkoming deeltijd (R) | 2.337 | 0 | 2.337 | 433 | 2.770 | 511 | 511 | 511 | 511 | 2.848 |
Tegemoetkoming vavo voltijd (R) | 5.963 | 0 | 5.963 | β 817 | 5.146 | β 492 | β 493 | β 518 | β 549 | 4.913 |
Tegemoetkoming vo voltijd (R) | 52.832 | 0 | 52.832 | 3.840 | 56.672 | 4.819 | 4.204 | 3.243 | 2.530 | 54.827 |
Tegemoetkoming vso voltijd (R) | 3.257 | 0 | 3.257 | β 159 | 3.098 | β 30 | β 47 | β 62 | β 76 | 3.392 |
Leningen | 14 | 0 | 14 | 7 | 21 | 7 | 7 | 7 | 7 | 21 |
Omboeking van kort- naar langlopende vorderingen (NR) | 14 | 0 | 14 | 7 | 21 | 7 | 7 | 7 | 7 | 21 |
Bijdrage aan agentschappen | 3.322 | 0 | 3.322 | 161 | 3.483 | 356 | 392 | 385 | 365 | 3.889 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 3.322 | 0 | 3.322 | 161 | 3.483 | 356 | 392 | 385 | 365 | 3.889 |
Ontvangsten | 1.985 | 0 | 1.985 | β 23 | 1.962 | β 33 | β 50 | β 79 | β 101 | 1.870 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R) | 261 | 0 | 261 | 30 | 291 | 30 | 30 | 30 | 30 | 291 |
Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo (R) | 1.724 | 0 | 1.724 | β 53 | 1.671 | β 63 | β 80 | β 109 | β 131 | 1.579 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Uitgaven
De uitgaven aan de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) worden per saldo met β¬ 3,2 miljoen verhoogd. Dit betreft een opwaartse bijstelling van β¬ 3,0 miljoen op de inkomensoverdrachten en een opwaartse bijstelling van β¬ 0,2 miljoen op de bijdrage aan agentschappen. De loon- en prijsbijstelling is volledig toegekend. Hieronder zal per instrument worden toegelicht wat de oorzaken van de bijstellingen zijn.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De raming wordt per saldo met β¬ 3,2 miljoen verhoogd. Dat de uitgaven naar boven zijn bijgesteld komt voornamelijk door een hogere realisatie en fractie gebruikers.
3.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 18.680 | 0 | 18.680 | 909 | 19.589 | 2.004 | 2.203 | 2.168 | 2.052 | 21.813 |
Uitgaven | 18.680 | 0 | 18.680 | 909 | 19.589 | 2.004 | 2.203 | 2.168 | 2.052 | 21.813 |
Bijdrage aan agentschappen | 18.680 | 0 | 18.680 | 909 | 19.589 | 2.004 | 2.203 | 2.168 | 2.052 | 21.813 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 18.680 | 0 | 18.680 | 909 | 19.589 | 2.004 | 2.203 | 2.168 | 2.052 | 21.813 |
Ontvangsten | 265.994 | 0 | 265.994 | β 15.281 | 250.713 | β 16.217 | β 15.212 | β 12.809 | β 7.667 | 338.176 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Uitgaven
De loon- en prijsbijstelling is volledig toegekend.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met β¬ 15,3 miljoen verlaagd. De tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door een lager aantal studenten.
3.11 Beleidsartikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 759.919 | 5.000 | 764.919 | 67.935 | 832.854 | 31.468 | 25.173 | 16.921 | 415.704 | 1.367.793 |
Uitgaven | 1.407.232 | 5.000 | 1.412.232 | 57.481 | 1.469.713 | 43.761 | 22.023 | 44.021 | 43.597 | 1.406.290 |
Bekostiging | 1.172.571 | 5.000 | 1.177.571 | 22.570 | 1.200.141 | 34.838 | 33.353 | 33.728 | 35.095 | 1.260.585 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen | 271.907 | 0 | 271.907 | 6.598 | 278.505 | 9.903 | 10.983 | 11.240 | 9.729 | 276.147 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen | 328.564 | 0 | 328.564 | 10.960 | 339.524 | 11.332 | 11.966 | 12.101 | 10.937 | 336.291 |
Museale instellingen met een wettelijke taak | 280.485 | 0 | 280.485 | 692 | 281.177 | 10.314 | 7.828 | 7.828 | 7.811 | 279.338 |
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen | 35.705 | 0 | 35.705 | 657 | 36.362 | 679 | 2.540 | 2.552 | 2.535 | 98.799 |
Digitale openbare bibliotheek | 19.458 | 0 | 19.458 | 358 | 19.816 | 358 | 358 | 358 | 358 | 19.816 |
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten | 14.462 | 0 | 14.462 | 266 | 14.728 | 266 | 266 | 266 | 266 | 14.728 |
Monumentenzorg | 177.242 | 5.000 | 182.242 | 5.990 | 188.232 | β 340 | β 2.114 | β 1.505 | 484 | 167.057 |
Archieven incl. Regionale Historische Centra | 44.694 | 0 | 44.694 | β 2.954 | 41.740 | 823 | 23 | β 615 | 1.604 | 37.945 |
Cultuureducatie (via primair onderwijs) | 54 | 0 | 54 | 3 | 57 | 1.503 | 1.503 | 1.503 | 1.371 | 30.464 |
Subsidies (regelingen) | 99.472 | 0 | 99.472 | 25.361 | 124.833 | 133 | β 21.014 | 7.366 | 4.744 | 50.563 |
Verbreden inzet cultuur | 14.762 | 0 | 14.762 | 642 | 15.404 | 411 | 457 | 457 | 467 | 14.580 |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) | 10.031 | 0 | 10.031 | 157 | 10.188 | 422 | 427 | 427 | 413 | 6.344 |
Programma leesbevordering | 32.104 | 0 | 32.104 | 2.549 | 34.653 | 1.069 | 890 | 458 | 322 | 9.930 |
Creatieve Industrie | 3.029 | 0 | 3.029 | β 282 | 2.747 | 11 | β 337 | β 43 | 45 | 2.660 |
Specifiek cultuurbeleid | 22.214 | 0 | 22.214 | 11.266 | 33.480 | 2.277 | 1.375 | 980 | β 80 | 14.879 |
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 2.632 | 0 | 2.632 | 3.080 | 5.712 | 654 | 611 | 596 | 596 | 1.734 |
NGF CIIIC | 14.700 | 0 | 14.700 | 7.949 | 22.649 | β 4.711 | β 24.437 | 4.491 | 2.981 | 436 |
Opdrachten | 33.870 | 0 | 33.870 | β 1.382 | 32.488 | 8.226 | 9.305 | 3.123 | 2.712 | 32.429 |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis | 2.001 | 0 | 2.001 | 593 | 2.594 | 53 | 53 | 53 | 53 | 2.054 |
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 19.273 | 0 | 19.273 | β 4.365 | 14.908 | 3.344 | 2.144 | 2.342 | 2.288 | 16.646 |
NGF Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 1.599 | 1.599 | 4.104 | 6.388 | 0 | 0 | 0 |
Overige opdrachten | 12.596 | 0 | 12.596 | 791 | 13.387 | 725 | 720 | 728 | 371 | 13.729 |
Bijdrage aan agentschappen | 59.152 | 0 | 59.152 | 11.196 | 70.348 | 2.244 | 2.028 | 1.453 | 865 | 57.378 |
Nationaal Archief | 59.152 | 0 | 59.152 | 11.196 | 70.348 | 2.244 | 2.028 | 1.453 | 865 | 57.378 |
Bijdragen aan medeoverheden | 40.089 | 0 | 40.089 | β 258 | 39.831 | β 1.752 | β 1.721 | β 1.721 | 109 | 3.185 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 2.078 | 0 | 2.078 | β 6 | 2.072 | 72 | 72 | 72 | 72 | 2.150 |
Ontvangsten | 494 | 0 | 494 | 240 | 734 | 0 | 0 | 0 | 0 | 494 |
Tabel 25 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 759.919 | 5.000 | 764.919 | 67.935 | 832.854 | 31.468 | 25.173 | 16.921 | 415.704 | 1.367.793 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | β 25.492 | β 25.492 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 759.919 | 5.000 | 764.919 | 93.427 | 858.346 | 31.468 | 25.173 | 16.921 | 415.704 | 1.367.793 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 67,9 miljoen verhoogd. Het verschil van β¬ 10,4 miljoen tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
per saldo een verlaging van de garantieverplichtingen met β¬ 25,5 miljoen;
per saldo een verhoging van β¬ 35,9 miljoen bij de overige verplichtingen, waarvan het grootste deel betrekking heeft op gewijzigde verplichtingenramingen voor het Nationaal Groeifonds.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 57,5 miljoen verhoogd. Op artikel 14 wordt geen structurele prijsbijstelling uitgekeerd met uitzondering van de budgetten van het NA en de RCE. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met β¬ 22,6 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan de grootste hier wordt toegelicht. Voor loon- en prijsbijstelling is er in 2025 β¬ 40,3 miljoen uitgekeerd. Dat het budget voor 2025 per saldo met een kleiner bedrag groeit, komt met name door interne overboekingen naar andere financiΓ«le instrumenten en enkele kasschuiven naar latere begrotingsjaren.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met β¬ 25,4 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan de grootste hier worden toegelicht. Een verhoging van β¬ 9,9 miljoen wordt veroorzaakt door een kasschuif vanuit 2027 naar 2025 van de middelen uit het Nationaal Groeifonds voor het project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC). Uit de eindejaarsmarge is het budget van het museaal aankoopfonds verhoogd met circa β¬ 6,0 miljoen om de indemniteitsreserve aan te vullen.
Uitvoeringsagenda Faro
Op 10 januari 2024 heeft het KoninkrΔ³k der Nederlanden het βKaderverdrag van de Raad van Europa inzake de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (Verdrag van Faro)β ondertekend. Aan de hand van een uitvoeringsagenda worden pilots uitgevoerd om de implementatie van het verdrag te verkennen. Het Openbaar Lichaam voor Sint Eustatius heeft een eigen onderscheidenlijk project ingediend waarvoor zij een financiΓ«le bijdrage krijgt. Omdat het om een specifiek project gaat, dat beoordeeld is op zijn inhoudelΔ³ke bΔ³drage aan het realiseren van de Uitvoeringsagenda Faro, waarover derhalve afspraken zΔ³n gemaakt over de besteding van gelden tussen de RΔ³ksoverheid en de betreffende decentrale overheden, en waaruit geen recht op financiering voor andere decentrale overheden voor vergelΔ³kbare projecten ontstaat, zal deze financiΓ«le ondersteuning worden verstrekt in de vorm van een bΔ³zondere uitkering via de OCW-begroting. In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 91, eerste lid, van de Wet financiΓ«n openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba het maximaal te ontvangen bedrag is opgenomen. Voor de bΔ³drage aan de betreffende decentrale overheid voor het kalenderjaar 2025 zal de begroting als wettelΔ³ke grondslag gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Tabel 26 Bijzondere uitkering Faro uitvoeringsagenda | |
---|---|
Decentrale overheid | Bedrag 2025 |
Public Entity of St Eustatius | β¬ 106.900 |
Totaal | β¬ 106.900 |
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor het agentschap Nationaal Archief wordt per saldo met
β¬ 11,2 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan
de grootste hier worden toegelicht. Uit de eindejaarsmarge is een budget
van β¬ 5,1 miljoen beschikbaar voor de inrichting van een tijdelijke
voorziening die het mogelijk maakt om bij het Nationaal Archief in Den
Haag (en indien mogelijk bij de Regionale Historische Centra) onder
voorwaarden het gedigitaliseerde deel van het Centraal Archief
Bijzondere Rechtspleging digitaal en full-tekst te doorzoeken. Dit is
van belang omdat in het papieren archief alleen gezocht kon worden op
naam. Ook wordt het budget van het Nationaal Archief met β¬ 2,5 miljoen
verhoogd als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025.
Amendement Bontenbal c.s.
Via dit amendement (Kamerstukken II 2024/25, 36600 VIII, nr. 141) wordt β¬ 5,0 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor religieus cultureel erfgoed. De concrete invulling komt aan de orde in de brief over grote monumenten en religieus erfgoed, die de Tweede Kamer voor de zomer ontvangt.
3.12 Beleidsartikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid art. 15 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 1.276.334 | 0 | 1.276.334 | 62.379 | 1.338.713 | 36.743 | 29.643 | 30.023 | 31.941 | 1.249.659 |
Uitgaven | 1.272.025 | 0 | 1.272.025 | 28.127 | 1.300.152 | 39.900 | 29.474 | 29.528 | 31.173 | 1.249.659 |
Bekostiging | 1.226.977 | 0 | 1.226.977 | 26.525 | 1.253.502 | 33.697 | 31.191 | 31.350 | 31.813 | 1.225.361 |
Landelijke publieke omroep | 952.409 | 0 | 952.409 | 27.877 | 980.286 | 25.698 | 23.450 | 23.574 | 22.964 | 910.767 |
Regionale omroep | 191.401 | 0 | 191.401 | 6.177 | 197.578 | 6.235 | 6.215 | 6.256 | 6.302 | 204.710 |
Stichting Omroep Muziek | 21.425 | 0 | 21.425 | 1.130 | 22.555 | 1.098 | 1.098 | 1.098 | 1.098 | 21.523 |
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) | 30.744 | 0 | 30.744 | 995 | 31.739 | 996 | 945 | 945 | 945 | 30.337 |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek | 3.080 | 0 | 3.080 | 101 | 3.181 | 103 | 87 | 77 | 68 | 2.956 |
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) | 5.684 | 0 | 5.684 | 182 | 5.866 | 182 | 182 | 182 | 182 | 5.866 |
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) | 1.884 | 0 | 1.884 | 60 | 1.944 | 60 | 60 | 60 | 60 | 1.944 |
Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) | 1.945 | 0 | 1.945 | 62 | 2.007 | 62 | 62 | 62 | 62 | 2.007 |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve | 18.047 | 0 | 18.047 | β 10.382 | 7.665 | β 748 | β 1.563 | β 1.578 | β 539 | 26.539 |
Lokale journalistiek | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 644 | 663 | 660 | 18.343 |
Overige bekostiging media | 358 | 0 | 358 | 323 | 681 | 11 | 11 | 11 | 11 | 369 |
Subsidies (regelingen) | 34.360 | 0 | 34.360 | 1.608 | 35.968 | 4.955 | β 1.985 | β 2.055 | β 838 | 13.522 |
Onderzoeksjournalistiek | 14.924 | 0 | 14.924 | 91 | 15.015 | 541 | 656 | β 887 | β 749 | 12.665 |
Lokale journalistiek | 18.715 | 0 | 18.715 | 1.033 | 19.748 | 4.387 | β 2.551 | β 1.078 | 0 | 0 |
Overige Subsidies | 721 | 0 | 721 | 484 | 1.205 | 27 | β 90 | β 90 | β 89 | 857 |
Opdrachten | 562 | 0 | 562 | 271 | 833 | β 6 | β 6 | β 6 | β 6 | 748 |
Opdrachten | 562 | 0 | 562 | 271 | 833 | β 6 | β 6 | β 6 | β 6 | 748 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 10.042 | 0 | 10.042 | β 279 | 9.763 | 1.252 | 272 | 237 | 202 | 9.942 |
Commissariaat voor de Media | 10.042 | 0 | 10.042 | β 279 | 9.763 | 1.252 | 272 | 237 | 202 | 9.942 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 84 | 0 | 84 | 2 | 86 | 2 | 2 | 2 | 2 | 86 |
European Audiovisual Observatory | 84 | 0 | 84 | 2 | 86 | 2 | 2 | 2 | 2 | 86 |
Ontvangsten | 172.400 | 0 | 172.400 | β 7.300 | 165.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 165.500 |
Reclame ontvangsten | 172.400 | 0 | 172.400 | β 7.300 | 165.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 165.500 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 62,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties (β¬ 28,2 miljoen). Daarnaast wordt de verplichtingenstand aangesloten op de voorgenomen uitgaven uit de mediabegrotingsbrief.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 28,1 miljoen verhoogd. Op artikel 15 wordt het wettelijk verplichte deel van de prijsbijstelling volledig beschikbaar gesteld. Op de overige budgetten komt er structureel geen prijsbijstelling beschikbaar. De loonbijstelling wordt volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met β¬ 26,6 miljoen verhoogd. De verhoging wordt onder andere veroorzaakt door:
toevoeging van de loon- en prΔ³sbΔ³stelling tranche 2025 (β¬ 33,8 miljoen);
een verlaging van de dotatie aan de Algemene Mediareserve (AMr) als gevolg van de geactualiseerde raming van de reclameopbrengsten voor 2025 in de mediabegrotingsbrief 2024 (β¬ 7,3 miljoen);
een overboeking binnen het instrument bekostiging van de post dotatie/ onttrekking AMr naar de LandelΔ³ke Publieke Omroep (β¬ 2,3 miljoen) voor de dekking van de meerkosten bΔ³ de aankoop van rechten voor uitzending van de zogenaamde superevenementen (het EK voor vrouwen en mannen).
Amendement Bontenbal c.s.
Als gevolg van het amendement van het lid Bontenbal c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 VIII, nr. 141) wordt de rijksmediabijdrage voor de landelijke publieke omroep vanaf 2027 structureel verlaagd met β¬ 50 miljoen. Er wordt een impactanalyse uitgevoerd waarin wordt onderzocht of er meer ruimte kan komen voor de Nederlandse Publieke Omroep om meer (online) reclameopbrengsten te genereren.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met β¬ 1,6 miljoen verhoogd als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Het budget voor bΔ³dragen aan ZBO's / RWT's wordt per saldo met β¬ 0,3 miljoen verlaagd. De verlaging wordt onder andere veroorzaakt door:
toevoeging van de loon- en prΔ³sbΔ³stelling tranche 2025 (β¬ 0,3 miljoen);
kasschuif voor de Werk Aan Uitvoering middelen van β¬ 0,9 miljoen.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met β¬ 7,3 miljoen verlaagd. Hiermee wordt de raming aangepast aan de raming van de reclameopbrengsten in de mediabegrotingsbrief 2025.
Dotatie Algemene Mediareserve (AMr)
Aan de AMr wordt op basis van de huidige ramingen eind 2025 β¬ 7,7 miljoen toegevoegd.
Tabel 28 Raming ontwikkeling liquiditeit AMr (bedragen x β¬ 1.000) | |
---|---|
Saldo AMr per 01-01-2025 | 241.101 |
Directe mutaties AMr | - |
Mutaties AMr via begroting | 7.665 |
Verwacht saldo AMr per 31-12-2025 | 248.766 |
3.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 1.670.345 | β 100 | 1.670.245 | 93.199 | 1.763.444 | 60.359 | 63.168 | 63.176 | 50.687 | 1.604.143 |
Uitgaven | 1.714.914 | β 100 | 1.714.814 | 93.199 | 1.808.013 | 59.533 | 63.168 | 57.699 | 50.688 | 1.604.968 |
Bekostiging | 1.413.952 | 0 | 1.413.952 | 75.524 | 1.489.476 | 50.314 | 49.233 | 48.062 | 46.736 | 1.411.163 |
NWO | 631.833 | 0 | 631.833 | 49.048 | 680.881 | 35.323 | 34.595 | 33.979 | 33.136 | 631.081 |
KNAW | 111.006 | 0 | 111.006 | 4.993 | 115.999 | 4.129 | 4.197 | 3.878 | 3.878 | 114.266 |
KB | 65.566 | 0 | 65.566 | 2.911 | 68.477 | 2.496 | 2.178 | 2.002 | 1.800 | 69.174 |
NWO Talentenontwikkeling | 165.885 | 0 | 165.885 | 0 | 165.885 | 0 | 0 | 0 | 0 | 165.885 |
NWO TTW | 8.000 | 0 | 8.000 | 0 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.000 |
NWO grootschalige researchinfrastructuur | 55.380 | 0 | 55.380 | 0 | 55.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 55.380 |
NWO Praktijkgericht Onderzoek | 60.610 | 0 | 60.610 | 12.030 | 72.640 | 2.380 | 2.380 | 2.380 | 2.147 | 63.257 |
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) | 27.209 | 0 | 27.209 | 1.232 | 28.441 | 776 | 673 | 610 | 565 | 16.647 |
Poolonderzoek | 3.147 | 0 | 3.147 | 0 | 3.147 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.500 |
Caribisch Nederland | 2.500 | 0 | 2.500 | 0 | 2.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.500 |
NWO NWA | 134.553 | 0 | 134.553 | 100 | 134.653 | 0 | 0 | 0 | 0 | 130.000 |
NWO Fonds onderzoek en wetenschap | 132.395 | 0 | 132.395 | 4.652 | 137.047 | 4.652 | 4.652 | 4.655 | 4.652 | 137.047 |
NWO Praktijk onderzoek en wetenschap | 15.868 | 0 | 15.868 | 558 | 16.426 | 558 | 558 | 558 | 558 | 16.426 |
Subsidies (regelingen) | 166.995 | 0 | 166.995 | 4.043 | 171.038 | 1.954 | 5.509 | 2.802 | β 5.169 | 40.850 |
VSC | 309 | 0 | 309 | 14 | 323 | 12 | 13 | 14 | 14 | 323 |
Naturalis Biodiversity Center | 13.230 | 0 | 13.230 | 568 | 13.798 | 519 | 548 | 569 | 438 | 10.645 |
BPRC | 12.565 | 0 | 12.565 | 539 | 13.104 | 491 | 505 | 539 | 539 | 13.104 |
NEMO Science Museum | 4.072 | 0 | 4.072 | 174 | 4.246 | 159 | 163 | 174 | 174 | 4.246 |
STT | 267 | 0 | 267 | 11 | 278 | 10 | 10 | 11 | 11 | 278 |
Stichting AAP | 1.250 | 0 | 1.250 | 54 | 1.304 | 49 | 50 | 54 | 54 | 1.304 |
Nationale CoΓΆrdinatie | 8.008 | 0 | 8.008 | 74 | 8.082 | 759 | 716 | 619 | 532 | 3.488 |
Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap | 84.575 | 0 | 84.575 | β 74 | 84.501 | β 146 | β 73 | β 2.573 | β 2.573 | 0 |
Nationaal Groeifonds | 33.126 | 0 | 33.126 | 1.165 | 34.291 | β 790 | 3.556 | 3.373 | β 4.380 | 6.916 |
Delta Climate Center | 9.069 | 0 | 9.069 | 1.496 | 10.565 | 871 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Netherlands Academy of Engineering | 524 | 0 | 524 | 22 | 546 | 20 | 21 | 22 | 22 | 546 |
Opdrachten | 8.104 | β 100 | 8.004 | 12.852 | 20.856 | 785 | 1.822 | 178 | 2.432 | 12.578 |
Opdrachten | 2.411 | 0 | 2.411 | 13.613 | 16.024 | 785 | 1.954 | 1.994 | 4.061 | 8.207 |
Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap | 5.693 | β 100 | 5.593 | β 761 | 4.832 | 0 | β 132 | β 1.816 | β 1.629 | 4.371 |
Bijdrage aan agentschappen | 4.375 | 0 | 4.375 | β 278 | 4.097 | 169 | 293 | 346 | 378 | 11.651 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 2.107 | 0 | 2.107 | β 195 | 1.912 | 252 | 376 | 429 | 319 | 9.819 |
RVO Fonds onderzoek en wetenschap | 2.268 | 0 | 2.268 | β 83 | 2.185 | β 83 | β 83 | β 83 | 59 | 1.832 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 121.488 | 0 | 121.488 | 1.058 | 122.546 | 6.311 | 6.311 | 6.311 | 6.311 | 128.726 |
EMBC | 998 | 0 | 998 | 392 | 1.390 | 143 | 138 | 170 | 199 | 1.554 |
EMBL | 8.316 | 0 | 8.316 | β 488 | 7.828 | 267 | 267 | 267 | 267 | 9.443 |
ESA | 36.368 | 0 | 36.368 | 1.058 | 37.426 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 37.426 |
CERN | 64.580 | 0 | 64.580 | β 417 | 64.163 | 1.253 | 1.261 | 1.229 | 1.200 | 65.487 |
ESO | 11.226 | 0 | 11.226 | 513 | 11.739 | 840 | 837 | 837 | 837 | 12.066 |
SKAO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
Ontvangsten | 101 | 0 | 101 | 6.999 | 7.100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 |
Tabel 30 Uitsplitsing verplichtingen | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.670.345 | β 100 | 1.670.245 | 93.199 | 1.763.444 | 60.359 | 63.168 | 63.176 | 50.687 | 1.604.143 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 1.670.345 | β 100 | 1.670.245 | 93.199 | 1.763.444 | 60.359 | 63.168 | 63.176 | 50.687 | 1.604.143 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met β¬ 93,2 miljoen verhoogd. De verhoging van het verplichtingenbudget is gelijk aan de verhoging van het uitgavenbudget.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt met β¬ 93,2 miljoen verhoogd. Op artikel 16 wordt in totaal structureel β¬ 5,0 miljoen aan prijsbijstelling uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met β¬ 75,5 miljoen in 2025 verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025, waardoor de bekostiging voor β¬ 63,7 miljoen in 2025 en β¬ 47,4 miljoen structureel wordt opgehoogd;
NWO ontvangt in 2025 β¬ 46,3 miljoen loonbijstelling en β¬ 10,6 miljoen vanuit de prijsbijstelling. Van 2026 tot en met 2030 ontvangt NWO ter hoogte van β¬ 826 duizend een deel van de prijsbijstelling, vanaf 2031 bedraagt dit β¬ 116 duizend;
als onderdeel van het toekennen van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025 wordt aan NWO tot in 2029 een extra lpo-budget toegekend ten behoeve van een financieringsprogramma met middelen die universiteiten kunnen inzetten voor het aantrekken van internationale topwetenschappers. Deze extra middelen betreffen de oorspronkelijke loonbijstelling over de regeling Matching Horizon Europe en Delta Climate Center (DDC) van β¬ 2,9 miljoen in 2025. Daarnaast betreft het β¬ 10,6 miljoen vanuit de prijsbijstelling in 2025. Dit telt op tot β¬ 13,5 miljoen in 2025. De daaropvolgende jaren is de bijdrage tussen de β¬ 2,6 tot β¬ 3,0 miljoen tot en met 2029;
de bekostiging van NWO wordt voor 2026 tot en met 2030 jaarlijks met β¬ 2,8 miljoen verlaagd ter dekking van de extra bijdrage aan de bouwkosten van de Square Kilometer Array Observatory (SKAO) en vanaf 2031 met structureel β¬ 3,9 miljoen ter dekking van de structurele exploitatiekosten;
de KB ontvangt in 2025 de volledige β¬ 0,6 miljoen prijsbijstelling en β¬ 2,3 miljoen loonbijstelling. De KB ontvangt de prijsbijstelling vanwege de huisvestingsopgave van de KB, waarvoor de prijsbijstelling met name bedoeld is;
de KNAW ontvangt geen prijsbijstelling, wel wordt vanaf 2025 β¬ 3,9 miljoen loonbijstelling uitgekeerd;
diverse overboekingen vanuit andere artikelen en departementen voor onderzoekscalls en -projecten bij de NWA, het NRO, TTW en NWO Praktijkgericht Onderzoek (SIA) ter hoogte van tezamen β¬ 11,8 miljoen in 2025;
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met β¬ 4,0 miljoen verhoogd. Deze verandering is onder andere het resultaat van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025, waarbij de loon- en prijsbijstelling op de instellingssubsidies van Naturalis Biodiversity Center, Biomedical Primate Research Centre (BPRC), NEMO Science Museum, Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT), Stichting AAP, Vereniging voor wetenschapsmusea en Science Centers (VSC) en Netherlands Academy of Engineering (NAE) volledig is uitgekeerd.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt met β¬ 12,9 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
weerbaarheid kennisinstellingen
Nederlandse kennisinstellingen ontvangen in 2025 eenmalig een bedrag van β¬ 16,7 miljoen uit de eindejaarsmarge. Van dit bedrag kunnen zij fysieke en digitale beschermingsmaatregelen nemen als een impuls voor de investeringen die de kennissector dient te maken om bij te kunnen dragen aan de maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen van statelijke actoren.
wetsvoorstel screening
Het budget stijgt de komende jaren als gevolg van de bijstelling van de uitvoeringskosten van de screeningswet. Door het advies van de Landsadvocaat en het College voor de Rechten van de Mens is de reikwijdte van het wetsvoorstel herzien. De Landsadvocaat ziet een aantal juridische bezwaren ten aanzien van de eerder gekozen doelgroepafbakening. De wijziging van het wetsvoorstel heeft hierbij directe consequenties op de grootte van de screeningspopulatie en vertaalt zich in een structurele verhoging van de uitvoeringskosten van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid. Op basis van de herziene raming wordt het budget in 2025 verlaagd met β¬ 1,4 miljoen, vanaf 2026 wordt het budget met een oploop verhoogd tot β¬ 4 miljoen vanaf 2031. Deze budgetverhoging wordt gedekt uit het onderzoeksdeel van de bekostiging artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs).
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor agentschappen wordt per saldo met β¬ 0,3 miljoen verlaagd. Dit betreft een interne overboeking aan artikel 4 (mbo) voor de GID-kosten van de RVO. Artikel 4 (mbo) betaalt deze sinds dit jaar centraal aan de RVO voor OCW.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met β¬ 1,1 miljoen verhoogd. Dit komt door de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2025. Op dit instrument is in 2026 en verder de volledige prijsbijstelling uitgekeerd. Vanaf 2026 is de stijging door loon- en prijsbijstelling β¬ 3,6 miljoen.
Square Kilometer Array Observatory (SKAO)
Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt vanaf 2026 tot en met 2030 met β¬ 2,8 miljoen per jaar verhoogd om bij te kunnen dragen aan de hogere bouwkosten van SKAO. Daarnaast wordt het budget vanaf 2031 met β¬ 3,9 miljoen verhoogd om ons aandeel in de structurele exploitatiekosten op 2,5% te houden. Het betreffende budget wordt structureel ingehouden op de bekostiging van NWO. Aangezien dit een verdragsorganisatie is geworden waar Nederland lid van is (zoals CERN en ESO), loopt de bijdrage aan SKAO niet langer via NWO/ASTRON, maar via een apart budget binnen artikel 16 onder Bijdrage aan (inter)nationale organisaties.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt ten opzichte van de begroting met β¬ 7,0 miljoen verhoogd, vanwege een terugbetaling binnen het Nationaal Groeifondsproject Big Chemistry. Er was eerder beschikt in een onjuist bevoorschottingsritme.
3.14 Beleidsartikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleid, beleid art. 25 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 7.612 | 0 | 7.612 | 3.694 | 11.306 | 186 | 346 | 818 | 752 | 20.598 |
Uitgaven | 21.777 | 0 | 21.777 | 2.593 | 24.370 | 736 | 897 | 818 | 752 | 20.598 |
Bekostiging | 13.901 | 0 | 13.901 | 553 | 14.454 | 550 | 551 | 461 | 461 | 12.045 |
Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid | 13.901 | 0 | 13.901 | 553 | 14.454 | 550 | 551 | 461 | 461 | 12.045 |
Subsidies (regelingen) | 5.503 | 0 | 5.503 | 1.163 | 6.666 | 230 | 190 | 201 | 135 | 4.596 |
Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027 | 5.503 | 0 | 5.503 | 1.163 | 6.666 | 230 | 190 | 201 | 135 | 4.596 |
Opdrachten | 2.208 | 0 | 2.208 | 1.036 | 3.244 | 115 | 86 | 86 | 86 | 1.974 |
Bijdrage aan medeoverheden | 165 | 0 | 165 | β 159 | 6 | β 159 | 70 | 70 | 70 | 1.983 |
Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid | 165 | 0 | 165 | β 159 | 6 | β 159 | 70 | 70 | 70 | 1.983 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In de kolom Β«Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025" weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen zijn met β¬ 3,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loonbijstelling tranche 2025 voor de jaren 2025-2030 in het jaar 2025 verplicht wordt.
Uitgaven
De uitgaven worden verhoogd met β¬ 2,6 miljoen. Op artikel 25 wordt geen prijsbijstelling uitgekeerd. De loonbijstelling wordt wel volledig beschikbaar gesteld.
Toelichting per instrument:
Subsidies
De uitgaven worden verhoogd met β¬ 1,2 miljoen. Dit betreft onder andere β¬ 1,0 miljoen in het kader van de herpositionering en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie op het gebied van gendergelijkheid.
Opdrachten
De uitgaven worden verhoogd met β¬ 1,0 miljoen. Dit betreft, naast de loonbijstelling tranche 2025, extra middelen vanuit de Ministeries van SZW en J&V in het kader van het nationaal actie programma seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
4 De niet-beleidsartikelen
4.1 Niet beleidsartikel 91. Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 32 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 91 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 0 | β 22.302 | β 22.302 | 17.687 | β 4.615 | 17.770 | 17.768 | 18.495 | 19.041 | 29.920 |
Uitgaven | 0 | β 22.302 | β 22.302 | 17.687 | β 4.615 | 17.770 | 17.768 | 18.495 | 19.041 | 29.920 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | β 4.615 | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 4.269 | β 3.723 | β 4.010 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | β 4.615 | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 4.269 | β 3.723 | β 4.010 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | β 22.302 | β 22.302 | 22.302 | 0 | 22.302 | 22.302 | 22.764 | 22.764 | 33.930 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven.
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en uitgaven worden met β¬ 17,6 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
Het budget van de loonbijstelling tranche 2025 voor externe inhuur wordt met β¬ 4,0 miljoen structureel verlaagd. Deze taakstelling is hier geparkeerd en wordt in de Suppletoire Begroting September 2025 en de Ontwerpbegroting 2026 doorverdeeld.
Onvoorzien
Het budget op onvoorzien wordt met β¬ 22,3 miljoen verhoogd. Met amendement Bontenbal c.s. is er β¬ 22,3 miljoen structureel bezuinigd op het apparaat van het Ministerie van OCW. Deze bezuiniging was geboekt op het instrument Β«onvoorzienΒ» en wordt ingevuld met een alternatieve dekking. Deze alternatieve dekking komt bijvoorbeeld van niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of korting op de lumpsum van de onderwijssectoren.
4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 33 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
Verplichtingen | 420.079 | 0 | 420.079 | 50.808 | 470.887 | 33.888 | 73.860 | 55.085 | 58.657 | 387.086 |
Uitgaven | 420.079 | 0 | 420.079 | 50.808 | 470.887 | 33.888 | 73.860 | 55.085 | 58.657 | 387.086 |
Personele uitgaven | 344.805 | 0 | 344.805 | 46.679 | 391.484 | 25.537 | 64.817 | 45.435 | 48.312 | 315.441 |
Eigen Personeel | 327.090 | 0 | 327.090 | 41.778 | 368.868 | 24.209 | 63.344 | 44.062 | 46.837 | 303.533 |
Externe inhuur | 13.323 | 0 | 13.323 | 4.674 | 17.997 | 887 | 992 | 861 | 924 | 7.739 |
Overige personele uitgaven | 4.392 | 0 | 4.392 | 227 | 4.619 | 441 | 481 | 512 | 551 | 4.169 |
MateriΓ«le uitgaven | 75.274 | 0 | 75.274 | 4.129 | 79.403 | 8.351 | 9.043 | 9.650 | 10.345 | 71.645 |
ICT | 8.320 | 0 | 8.320 | 1.612 | 9.932 | 3.552 | 2.072 | 2.137 | 2.210 | 8.774 |
Bijdrage aan SSO's | 23.315 | 0 | 23.315 | 327 | 23.642 | 142 | 1.895 | 2.088 | 2.310 | 21.407 |
Overig Materieel | 43.639 | 0 | 43.639 | 2.190 | 45.829 | 4.657 | 5.076 | 5.425 | 5.825 | 41.464 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 539 | 0 | 539 | 0 | 539 | 0 | 0 | 0 | 0 | 442 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de Β«Stand vastgestelde begroting 2025Β» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met β¬ 50,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met β¬ 50,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met β¬ 46,7 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
toevoeging van de loonbijstelling tranche 2025: β¬ 17,4 miljoen (zie het algemeen deel);
diverse interdepartementale overboekingen (per saldo β¬ 12,9 miljoen). Hiervan komt het grootste deel van het Ministerie van BZK voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag): β¬ 4,4 miljoen voor het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) en β¬ 7,9 miljoen voor de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed;
diverse interne overboekingen (per saldo β¬ 11,0 miljoen). Het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd, zoals voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) (β¬ 6,4 miljoen) en voor het opstellen en uitvoeren van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid (β¬ 2,2 miljoen);
overige mutaties, waaronder toevoeging middelen eindejaarsmarge en middelen Nationaal Groeifonds (per saldo β¬ 5,5 miljoen);
vanaf 2026: met het hoofdlijnenakkoord is er β¬ 86,0 miljoen structureel bezuinigd op het apparaat van het Ministerie van OCW. Deze bezuiniging van 22% is voor β¬ 70,3 miljoen gerealiseerd op dit artikel en via een efficiency taakstelling op zelfstandige bestuursorganen (zbo's) en agentschappen van OCW. β¬ 15,9 miljoen van deze bezuiniging wordt ingevuld met alternatieve dekking. Deze alternatieve dekking komt bijvoorbeeld van niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of korting op de lumpsum van de onderwijssectoren;
interne doorverdeling over de agentschappen en de zelfstandige bestuursorganen (zboβs) van een efficiencykorting van 0,5% per jaar, oplopend tot 2,5% in 2029 (β¬ 3,6 miljoen voor 2026), waarvan de eerste 0,5% al in de OCW-begroting 2025 is doorverdeeld.
MateriΓ«le uitgaven
Het budget wordt per saldo met β¬ 4,1 miljoen verhoogd, onder meer met prijsbijstelling.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening, alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord, waarbinnen het Inkoop Uitvoeringscentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht voor onder meer het concern OCW en haar diensten en andere overheidsorganen.
Tabel 34 Exploitatieoverzicht DUO (Eerste Suppletoire Begroting 2025) (bedragen x β¬ 1.000) | |||
---|---|---|---|
(1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) = (1) + (2) Totaal geraamd | |
Baten | |||
- Omzet | 507.617 | 30.086 | 537.703 |
waarvan omzet moederdepartement | 401.392 | 30.086 | 431.478 |
waarvan omzet overige departementen | 99.538 | β | 99.538 |
waarvan omzet derden | 6.687 | β | 6.687 |
Rentebaten | 1.000 | β | 1.000 |
Vrijval voorzieningen | β | β | β |
Bijzondere baten | β | β | β |
Totaal baten | 508.617 | 30.086 | 538.703 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 458.500 | 29.818 | 488.318 |
- Personele kosten | 330.768 | 27.118 | 357.886 |
waarvan eigen personeel | 249.490 | 15.584 | 265.074 |
waarvan inhuur externen | 69.454 | 11.250 | 80.704 |
waarvan overige personele kosten | 11.824 | 283 | 12.107 |
- MateriΓ«le kosten | 127.732 | 2.700 | 130.432 |
waarvan apparaat ICT | 38.686 | 945 | 39.631 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 28.412 | 640 | 29.052 |
waarvan overige materiΓ«le kosten | 60.634 | 1.115 | 61.749 |
Rentelasten | 2.563 | 268 | 2.831 |
Afschrijvingskosten | 45.354 | 0 | 45.354 |
- Materieel | 13.000 | 0 | 13.000 |
waarvan apparaat ICT | 12.500 | 0 | 12.500 |
waarvan overige materiΓ«le afschrijvingskosten | 500 | 0 | 500 |
- Immaterieel | 32.354 | 0 | 32.354 |
Overige lasten | 2.100 | 0 | 2.100 |
waarvan dotaties voorzieningen | 2100 | 0 | 2100 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 508.517 | 30.086 | 538.603 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 100 | 0 | 100 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 100 | 0 | 100 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
De baten stijgen met β¬ 30,1 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2025 (β¬ 508,6 miljoen). De lasten stijgen eveneens met β¬ 30,1 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2025 (β¬ 508,6 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is β¬ 30,1 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2025. De stijging heeft betrekking op de toegekende loon- en prijsbijstelling 2025 (β¬ 18,2 miljoen), extra toegekende middelen ten behoeve van Life Cycle Management (β¬ 8,6 miljoen), extra middelen voor examendiensten (β¬ 1,5 miljoen) en additionele werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging teneinde aan de meest actuele compliancy-vereisten te voldoen (β¬ 1,8 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten zijn β¬ 30,1 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2025. De personele kosten stijgen met β¬ 27,1 miljoen, de materiΓ«le kosten stijgen met β¬ 2,7 miljoen en de rentekosten stijgen met β¬ 0,3 miljoen. De stijging is het gevolg van de toekenning van de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (β¬ 18,2 miljoen) en Life Cycle Management (β¬ 8,6 miljoen). Daarnaast vloeit de stijging voort uit meerkosten op het vlak van examendiensten (β¬ 1,5 miljoen) en compliancy (β¬ 1,8 miljoen).
Kasstroomoverzicht
Tabel 35 Kasstroomoverzicht DUO (Eerste Suppletoire Begroting 2025)(bedragen x β¬ 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
(1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) = (1) + (2) Totaal geraamd | ||
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 20.231 | 0 | 20.231 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 508.617 | 30.086 | 538.703 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | β 463.263 | β 30.086 | β 493.349 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 45.354 | β | 45.354 |
Totaal investeringen (-/-) | β 94.300 | β 12.200 | β 106.500 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | β 94.300 | β 12.200 | β 106.500 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | β 45.354 | 5.642 | β 39.712 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 94.300 | 12.200 | 106.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 48.946 | 17.842 | 66.788 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 20.231 | 5.642 | 25.873 |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2025 met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling en overige bijstellingen. Daarnaast is de aangevraagde leenfaciliteit verwerkt, evenals de daarbij behorende investeringen en zijn de verwachte aflossingen op reeds afgesloten leningen aangepast.
6 Bijlage 1 Standen Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 36 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 17.999.682 | 16.323.206 | 16.673.410 | 16.711.712 | 16.816.895 | 16.734.272 |
Uitgaven | 17.033.359 | 16.644.801 | 16.921.226 | 16.812.253 | 16.825.373 | 16.733.463 |
Bekostiging | 15.479.863 | 15.333.291 | 15.647.637 | 15.664.399 | 15.596.510 | 15.520.274 |
Bekostiging po-instellingen | 15.326.200 | 15.265.667 | 15.274.913 | 15.279.545 | 15.209.960 | 15.133.567 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 33.924 | 34.324 | 34.528 | 34.908 | 35.105 | 35.262 |
Aanvullende bekostiging | 104.624 | 33.300 | 35.300 | 48.300 | 49.050 | 49.050 |
Aanpak lerarentekort G5 | 15.115 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 302.896 | 301.646 | 302.395 | 302.395 |
Subsidies (regelingen) | 793.176 | 613.701 | 589.670 | 474.207 | 520.012 | 509.212 |
Onderwijsvoorziening Jonggehandicapten | 35.204 | 35.627 | 35.802 | 35.802 | 35.802 | 35.802 |
Nederlands onderwijs buitenland | 15.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 19.049 | 18.049 | 17.549 | 17.549 | 17.549 | 17.549 |
School en omgeving | 122.492 | 169.626 | 171.830 | 172.899 | 209.984 | 209.984 |
Basisvaardigheden | 372.104 | 153.480 | 124.966 | 21.350 | 21.350 | 21.350 |
NGF Open Leermateriaal | 4.584 | 996 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitaal Onderwijs | 7.634 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
Schoolmaaltijden | 81.350 | 81.850 | 82.350 | 82.350 | 82.350 | 82.350 |
Brugfunctionaris PO | 41.909 | 41.909 | 42.594 | 42.594 | 42.594 | 42.594 |
Overige subsidies | 93.522 | 95.086 | 97.501 | 84.585 | 93.305 | 82.505 |
Opdrachten | 40.658 | 31.663 | 30.812 | 24.726 | 22.775 | 23.382 |
Opdrachten | 40.658 | 31.663 | 30.812 | 24.726 | 22.775 | 23.382 |
Bijdrage aan agentschappen | 46.126 | 50.643 | 51.014 | 51.097 | 50.725 | 51.160 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 46.126 | 50.643 | 51.014 | 51.097 | 50.725 | 51.160 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 10.629 | 10.649 | 8.668 | 8.369 | 8.344 | 8.344 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds | 7.599 | 7.619 | 5.638 | 5.339 | 5.314 | 5.314 |
UWV | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 |
Bijdrage aan medeoverheden | 662.907 | 604.854 | 578.481 | 574.511 | 612.063 | 606.147 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 638.352 | 579.600 | 571.774 | 567.804 | 605.181 | 599.265 |
Caribisch Nederland | 21.555 | 20.769 | 2.222 | 2.222 | 2.397 | 2.397 |
Scholenprogramma Groningen | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Overig | 0 | 1.485 | 1.485 | 1.485 | 1.485 | 1.485 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 14.944 | 14.944 | 14.944 | 14.944 |
Brede scholen | 0 | 0 | 14.944 | 14.944 | 14.944 | 14.944 |
Ontvangsten | 35.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 |
Tabel 37 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 13.182.536 | 11.862.999 | 11.856.923 | 11.675.860 | 11.667.628 | 11.610.700 |
Uitgaven | 12.392.000 | 12.141.912 | 12.091.525 | 11.761.889 | 11.686.026 | 11.623.313 |
Bekostiging | 11.406.336 | 11.277.539 | 11.314.187 | 11.134.391 | 11.065.883 | 11.008.437 |
Bekostiging vo-instellingen | 11.294.479 | 11.226.598 | 11.092.428 | 10.913.060 | 10.844.467 | 10.787.308 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 28.307 | 28.107 | 28.517 | 28.867 | 28.497 | 28.210 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 79.010 | 22.834 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 4.540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 193.242 | 192.464 | 192.919 | 192.919 |
Subsidies (regelingen) | 790.622 | 680.842 | 588.344 | 449.612 | 440.448 | 428.979 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 29.332 | 21.404 | 12.968 | 12.968 | 12.968 | 12.968 |
Praktijkgerichte programma's | 16.605 | 11.070 | 5.534 | 43 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 235.111 | 98.126 | 79.896 | 13.650 | 13.650 | 13.650 |
Maatschappelijke diensttijd | 159.531 | 148.372 | 127.936 | 124.266 | 124.200 | 124.200 |
School en omgeving | 71.361 | 108.835 | 110.131 | 110.816 | 132.880 | 132.880 |
NGF Ontwikkelkracht | 24.972 | 12.916 | 1.402 | 0 | 0 | 0 |
Schoolmaaltijden | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 | 52.650 |
Brugfunctionaris VO | 11.520 | 11.520 | 12.163 | 12.163 | 12.163 | 12.163 |
NGF Techkwadraat | 48.324 | 45.475 | 46.839 | 0 | 0 | 0 |
NGF Innovatieve onderwijs huisvesting | 14.214 | 35.176 | 33.597 | 37.758 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 127.002 | 135.298 | 105.228 | 85.298 | 91.937 | 80.468 |
Opdrachten | 38.549 | 37.611 | 45.074 | 33.825 | 36.392 | 41.839 |
Opdrachten | 36.106 | 33.660 | 43.148 | 31.766 | 36.392 | 41.839 |
MDT opdrachten | 2.443 | 3.951 | 1.926 | 2.059 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 82.638 | 87.164 | 87.817 | 87.958 | 87.322 | 88.077 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 82.638 | 87.164 | 87.817 | 87.958 | 87.322 | 88.077 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 73.497 | 58.398 | 55.745 | 55.745 | 55.623 | 55.623 |
College voor Toetsen en Examens | 19.746 | 5.004 | 5.009 | 5.009 | 4.887 | 4.887 |
SLOA: Onderwijs ondersteunende instellingen | 53.751 | 53.394 | 50.736 | 50.736 | 50.736 | 50.736 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 |
GRAZ (ECML) en PISA | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 | 358 |
Ontvangsten | 7.868 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 | 7.391 |
Tabel 38 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 6.480.740 | 6.275.599 | 6.115.277 | 6.042.647 | 6.051.738 | 6.078.806 |
Uitgaven | 6.176.677 | 6.138.876 | 6.189.117 | 6.119.267 | 6.103.734 | 6.087.729 |
Bekostiging | 5.484.142 | 5.428.137 | 5.463.087 | 5.461.450 | 5.449.156 | 5.450.316 |
Bekostiging mbo-instellingen | 4.713.382 | 4.660.610 | 4.695.467 | 4.726.755 | 4.716.165 | 4.716.679 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 13.415 | 13.438 | 13.974 | 14.241 | 14.377 | 14.461 |
Bekostiging vavo | 95.370 | 95.370 | 95.480 | 95.480 | 95.480 | 95.480 |
LoopbaanoriΓ«ntatie | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 |
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget | 538.984 | 538.984 | 540.033 | 540.033 | 540.033 | 540.033 |
Regionaal Investeringsfonds | 17.711 | 13.972 | 12.370 | 9.178 | 7.338 | 7.900 |
Regionaal Programma | 43.280 | 43.763 | 43.763 | 43.763 | 43.763 | 43.763 |
Aanvullende bekostiging krimpregio's | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |||
Subsidies (regelingen) | 333.559 | 352.955 | 372.713 | 306.444 | 305.265 | 289.731 |
Praktijkleren | 262.597 | 262.181 | 255.685 | 221.102 | 231.910 | 213.236 |
LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF) | 770 | 18.000 | 18.000 | 4.000 | ||
Basisvaardigheden voor Volwassenen/Tel mee met Taal | 7.845 | 8.189 | 8.189 | 8.235 | 13.235 | 13.235 |
LoopbaanoriΓ«ntatie | 1.818 | 1.407 | 717 | 0 | 0 | |
Doorstroom beroepskolom | 33.180 | 36.960 | 65.100 | 52.080 | 39.060 | 42.200 |
Vakwedstrijden mbo | 5.397 | 5.397 | 5.397 | 5.397 | 5.397 | 5.397 |
Overige subsidies | 21.952 | 20.821 | 19.625 | 15.630 | 15.663 | 15.663 |
Opdrachten | 16.000 | 15.057 | 9.212 | 8.161 | 7.746 | 7.746 |
Opdrachten | 16.000 | 15.057 | 9.212 | 8.161 | 7.746 | 7.746 |
Bijdrage aan agentschappen | 27.857 | 29.749 | 30.400 | 30.424 | 30.227 | 30.455 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 24.274 | 26.349 | 27.000 | 27.024 | 26.827 | 27.055 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.583 | 3.400 | 3.400 | 3.400 | 3.400 | 3.400 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 99.780 | 102.278 | 101.183 | 100.266 | 98.818 | 96.959 |
College voor Toetsen en Examens | 1.859 | 12.119 | 12.306 | 12.306 | 11.300 | 11.300 |
Wet SLOA | 0 | 1.903 | 1.903 | 1.903 | 1.903 | 1.903 |
SBB | 91.328 | 81.663 | 80.381 | 79.464 | 79.022 | 77.163 |
NWO: NRO- Programma's MBO | 5.584 | 5.584 | 5.584 | 5.584 | 5.584 | 5.584 |
NCP NLQF | 1.009 | 1.009 | 1.009 | 1.009 | 1.009 | 1.009 |
Bijdrage aan medeoverheden | 215.339 | 210.700 | 212.522 | 212.522 | 212.522 | 212.522 |
RMC's | 54.478 | 67.640 | 67.640 | 67.640 | 67.640 | 67.640 |
Educatie | 104.066 | 85.082 | 84.709 | 84.709 | 84.709 | 84.709 |
Regionaal Programma | 55.100 | 50.173 | 50.173 | 50.173 | 50.173 | 50.173 |
Masterplan Campus Groningen | 1.695 | 7.805 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Ontvangsten | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 |
Tabel 39 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 4.805.891 | 4.317.555 | 4.211.089 | 4.161.080 | 4.141.318 | 4.140.755 |
Uitgaven | 4.749.455 | 4.523.955 | 4.308.096 | 4.186.064 | 4.161.750 | 4.141.293 |
Bekostiging | 4.472.806 | 4.387.278 | 4.200.743 | 4.116.375 | 4.090.952 | 4.068.666 |
Bekostiging onderwijsdeel | 4.265.993 | 4.181.024 | 3.994.567 | 3.910.301 | 3.884.861 | 3.862.812 |
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling | 165.939 | 165.680 | 165.602 | 165.500 | 165.517 | 165.280 |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen | 300 | |||||
Fonds onderzoek en wetenschap | 40.574 | 40.574 | 40.574 | 40.574 | 40.574 | 40.574 |
Subsidies (regelingen) | 190.901 | 50.496 | 32.577 | 939 | 411 | 569 |
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding | 2.273 | 365 | 0 | 0 | ||
NGF Aanpak professionalisering leraren | 4.597 | 30.528 | 30.808 | |||
NGF Katalysator | 114.627 | 11.100 | ||||
NGF Digitale impuls | 67.077 | 6.667 | ||||
Overige subsidies | 2.327 | 1.836 | 1.769 | 939 | 411 | 569 |
Bijdrage aan agentschappen | 22.101 | 23.708 | 23.613 | 23.589 | 25.251 | 26.922 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 22.101 | 23.708 | 23.613 | 23.589 | 25.251 | 26.922 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 63.647 | 62.473 | 51.163 | 45.161 | 45.136 | 45.136 |
NWO: Promotiebeurs voor leraren | 12.443 | 12.443 | 2.812 | 0 | 0 | 0 |
NWO: NRO-programma's HO | 28.781 | 28.316 | 27.287 | 24.122 | 24.122 | 24.122 |
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) | 7.301 | 6.590 | 5.940 | 5.915 | 5.890 | 5.890 |
Bijdrage RWT Nuffic | 10.494 | 10.496 | 10.496 | 10.496 | 10.496 | 10.496 |
Bijdrage RWT Centr. Stud | 4.628 | 4.628 | 4.628 | 4.628 | 4.628 | 4.628 |
Ontvangsten | 17 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
Tabel 40 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 7.686.350 | 7.283.315 | 7.228.033 | 7.182.559 | 7.195.782 | 7.193.278 |
Uitgaven | 7.396.139 | 7.375.732 | 7.282.942 | 7.230.069 | 7.184.619 | 7.202.592 |
Bekostiging | 7.381.097 | 7.361.372 | 7.268.271 | 7.215.906 | 7.170.457 | 7.188.282 |
Bekostiging onderwijsdeel | 3.445.641 | 3.432.822 | 3.342.892 | 3.287.215 | 3.267.558 | 3.287.192 |
Bekostiging onderzoeksdeel | 2.951.081 | 2.943.743 | 2.939.472 | 2.941.781 | 2.940.084 | 2.936.589 |
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek | 877.636 | 878.068 | 879.168 | 880.171 | 882.000 | 883.686 |
Fonds onderzoek en wetenschap | 106.739 | 106.739 | 106.739 | 106.739 | 80.815 | 80.815 |
Subsidies (regelingen) | 7.915 | 7.452 | 7.624 | 7.601 | 7.600 | 7.748 |
Vluchteling Studenten UAF | 2.665 | 2.665 | 2.665 | 2.665 | 2.665 | 2.665 |
Expertisecentrum inclusief onderwijs (ECIO) | 1.095 | 944 | 923 | 918 | 918 | 918 |
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) | 391 | 434 | 360 | 431 | 360 | 360 |
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) | 351 | 351 | 351 | 351 | 351 | 351 |
Overige subsidies | 3.413 | 3.058 | 3.325 | 3.236 | 3.306 | 3.454 |
Opdrachten | 3.797 | 3.578 | 3.717 | 3.232 | 3.232 | 3.232 |
Opdrachten | 3.797 | 3.578 | 3.717 | 3.232 | 3.232 | 3.232 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 3.330 | 3.330 | 3.330 | 3.330 | 3.330 | 3.330 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) | 2.141 | 2.141 | 2.141 | 2.141 | 2.141 | 2.141 |
United Nations University (UNU) | 1.189 | 1.189 | 1.189 | 1.189 | 1.189 | 1.189 |
Ontvangsten | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
Tabel 41 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 26.826 | 26.435 | 26.233 | 26.110 | 26.091 | 26.038 |
Uitgaven | 26.827 | 26.435 | 26.233 | 26.110 | 26.091 | 26.038 |
Subsidies (regelingen) | 8.955 | 9.617 | 9.457 | 9.269 | 9.244 | 9.217 |
Stichting Ons Erfdeel | 185 | 185 | 61 | 0 | 0 | |
Stichting Nuffic | 1.197 | 1.197 | 1.157 | 1.157 | 1.157 | 1.157 |
Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training | 4.918 | 4.918 | 4.918 | 4.688 | 4.688 | 4.688 |
Internationalisering onderwijs | 94 | 837 | 772 | 958 | 936 | 909 |
Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) | 972 | 972 | 972 | 972 | 972 | 972 |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) | 687 | 686 | 686 | 686 | 686 | 686 |
Overige incidentele subsidies | 902 | 822 | 891 | 808 | 805 | 805 |
Opdrachten | 6.300 | 5.099 | 5.018 | 5.018 | 5.018 | 5.018 |
Opdrachten | 6.300 | 5.099 | 5.018 | 5.018 | 5.018 | 5.018 |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.405 | 1.545 | 1.718 | 1.718 | 1.718 | 1.718 |
Bijdragen aan medeoverheden | 1.405 | 1.545 | 1.718 | 1.718 | 1.718 | 1.718 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 9.615 | 9.694 | 9.560 | 9.675 | 9.669 | 9.643 |
Nederlandse Taalunie | 7.974 | 8.064 | 7.974 | 8.006 | 8.000 | 7.974 |
Europa College Brugge | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 |
Unesco | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 |
OESO CERI | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 |
Fulbright Center | 422 | 422 | 422 | 422 | 422 | 422 |
EU-programma's en activiteiten | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
Overige bijdragen | 1.001 | 990 | 946 | 1.029 | 1.029 | 1.029 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 552 | 480 | 480 | 430 | 442 | 442 |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) | 552 | 480 | 480 | 430 | 442 | 442 |
Ontvangsten | 99 | 99 | 99 | 99 | 99 | 99 |
Tabel 42 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 400.075 | 432.629 | 447.419 | 445.729 | 444.374 | 444.036 |
Uitgaven | 410.575 | 439.555 | 447.333 | 445.652 | 444.374 | 444.017 |
Bekostiging | 230.405 | 272.408 | 286.436 | 291.517 | 291.440 | 291.459 |
Tekorten regios | 230.405 | 272.408 | 286.436 | 291.517 | 291.440 | 291.459 |
Subsidies (regelingen) | 169.919 | 152.270 | 146.482 | 144.805 | 143.634 | 143.219 |
Lerarenbeurs | 68.678 | 64.427 | 62.928 | 62.928 | 62.928 | 62.928 |
Zij-instroom | 94.371 | 81.547 | 76.258 | 74.581 | 73.410 | 72.995 |
Overige subsidies | 6.870 | 6.296 | 7.296 | 7.296 | 7.296 | 7.296 |
Opdrachten | 5.865 | 10.134 | 9.637 | 4.547 | 4.547 | 4.547 |
Opdrachten | 5.865 | 10.134 | 9.637 | 4.547 | 4.547 | 4.547 |
Bijdrage aan agentschappen | 4.386 | 4.743 | 4.778 | 4.783 | 4.753 | 4.792 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 4.386 | 4.743 | 4.778 | 4.783 | 4.753 | 4.792 |
Ontvangsten | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
Tabel 43 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 6.975.507 | 4.599.702 | 6.821.185 | 5.479.224 | 5.414.477 | 5.384.964 |
Uitgaven | 6.975.507 | 4.599.702 | 6.821.185 | 5.479.224 | 5.414.477 | 5.384.964 |
Inkomensoverdracht | 4.012.193 | 1.872.089 | 4.470.081 | 3.444.096 | 3.561.578 | 3.577.961 |
Basisbeurs gift (R) | 482.728 | 640.706 | 880.714 | 1.129.745 | 1.264.703 | 1.277.440 |
Aanvullende beurs gift (R) | 835.512 | 895.536 | 965.609 | 1.027.826 | 1.056.105 | 1.068.537 |
Reisvoorziening gift (R) | 896.126 | 34.182 | 1.028.495 | 1.024.138 | 1.017.022 | 1.020.423 |
Studievoorschotvouchers (R) | 667.756 | 26.969 | 12.844 | 5.513 | ||
Caribisch Nederland gift (R) | 1.959 | 2.032 | 2.032 | 2.032 | 2.032 | 2.032 |
Tegemoetkoming (R) | 922.960 | 81.915 | 1.387.029 | 75.846 | 44.259 | 24.200 |
Overige uitgaven (R) | 205.152 | 190.749 | 193.358 | 178.996 | 177.457 | 185.329 |
Leningen | 2.713.167 | 2.481.068 | 2.104.285 | 1.797.937 | 1.659.940 | 1.624.988 |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) | 873.126 | 774.936 | 513.146 | 262.018 | 118.781 | 99.624 |
Aanvullende beurs Prestatiebeurs (NR) | 291.972 | 239.349 | 165.772 | 108.550 | 82.817 | 67.632 |
Reisvoorziening (NR) | 18.945 | 21.496 | 13.269 | 25.542 | 52.678 | 67.568 |
Caribisch Nederland prestatiebeurs (NR) | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 |
Rentedragende lening (NR) | 1.323.257 | 1.242.163 | 1.211.862 | 1.203.729 | 1.209.311 | 1.195.904 |
Collegegeldkrediet (NR) | 157.285 | 154.197 | 151.460 | 149.339 | 147.623 | 146.195 |
Levenlanglerenkrediet (NR) | 18.609 | 18.609 | 18.609 | 18.609 | 18.609 | 18.609 |
Caribisch Nederland leningen (NR) | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 | 408 |
Overige uitgaven (NR) | 29.303 | 29.648 | 29.497 | 29.480 | 29.451 | 28.786 |
Bijdrage aan agentschappen | 250.147 | 246.545 | 246.819 | 237.191 | 192.959 | 182.015 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 250.147 | 246.545 | 246.819 | 237.191 | 192.959 | 182.015 |
Ontvangsten | 2.832.722 | 2.005.885 | 2.813.462 | 2.176.836 | 2.209.350 | 2.224.802 |
Ontvangen rente (R) | 253.547 | 231.888 | 485.433 | 372.849 | 393.863 | 391.439 |
Ontvangsten Caribisch Nederland (R) | 846 | 847 | 847 | 846 | 847 | 846 |
Overige ontvangsten (R) | 25.501 | 21.965 | 21.871 | 21.789 | 21.717 | 21.654 |
Terugontvangen lening (NR) | 2.552.739 | 1.751.096 | 2.305.222 | 1.781.263 | 1.792.834 | 1.810.774 |
Ontvangsten Caribisch Nederland (NR) | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 |
Tabel 44 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 12 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 74.327 | 74.691 | 74.480 | 74.450 | 74.138 | 73.142 |
Uitgaven | 74.327 | 74.691 | 74.480 | 74.450 | 74.138 | 73.142 |
Inkomensoverdracht | 70.823 | 70.849 | 70.605 | 70.557 | 70.261 | 69.232 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) | 3.137 | 3.252 | 3.252 | 3.252 | 3.252 | 3.252 |
Tegemoetkoming deeltijd (R) | 2.770 | 2.848 | 2.848 | 2.848 | 2.848 | 2.848 |
Tegemoetkoming vavo voltijd (R) | 5.146 | 5.123 | 4.995 | 4.963 | 4.945 | 4.913 |
Tegemoetkoming vo voltijd (R) | 56.672 | 56.376 | 56.173 | 56.096 | 55.796 | 54.827 |
Tegemoetkoming vso voltijd (R) | 3.098 | 3.250 | 3.337 | 3.398 | 3.420 | 3.392 |
Leningen | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 |
Omboeking van kort- naar langlopende vorderingen (NR) | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 | 21 |
Bijdrage aan agentschappen | 3.483 | 3.821 | 3.854 | 3.872 | 3.856 | 3.889 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 3.483 | 3.821 | 3.854 | 3.872 | 3.856 | 3.889 |
Ontvangsten | 1.962 | 1.905 | 1.899 | 1.897 | 1.894 | 1.870 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R) | 291 | 291 | 291 | 291 | 291 | 291 |
Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo (R) | 1.671 | 1.614 | 1.608 | 1.606 | 1.603 | 1.579 |
Tabel 45 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 19.589 | 21.630 | 21.716 | 21.772 | 21.624 | 21.813 |
Uitgaven | 19.589 | 21.630 | 21.716 | 21.772 | 21.624 | 21.813 |
Bijdrage aan agentschappen | 19.589 | 21.630 | 21.716 | 21.772 | 21.624 | 21.813 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 19.589 | 21.630 | 21.716 | 21.772 | 21.624 | 21.813 |
Ontvangsten | 250.713 | 267.416 | 286.296 | 304.948 | 323.290 | 338.176 |
Tabel 46 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 832.854 | 749.744 | 782.460 | 770.975 | 1.192.944 | 1.362.420 |
Uitgaven | 1.469.713 | 1.435.781 | 1.456.328 | 1.425.410 | 1.411.757 | 1.400.917 |
Bekostiging | 1.200.141 | 1.220.132 | 1.274.320 | 1.273.285 | 1.263.366 | 1.260.061 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen | 278.505 | 281.059 | 281.043 | 281.575 | 276.157 | 276.147 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen | 339.524 | 339.092 | 338.238 | 338.180 | 336.794 | 336.291 |
Museale instellingen met een wettelijke taak | 281.177 | 282.946 | 280.791 | 280.791 | 280.378 | 279.338 |
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen | 36.362 | 37.593 | 99.215 | 99.671 | 98.999 | 98.412 |
Digitale openbare bibliotheek | 19.816 | 19.816 | 19.816 | 19.816 | 19.816 | 19.816 |
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten | 14.728 | 14.728 | 14.728 | 14.728 | 14.728 | 14.728 |
Monumentenzorg | 188.232 | 168.928 | 166.745 | 167.265 | 170.017 | 169.489 |
Archieven incl. Regionale Historische Centra | 41.740 | 45.374 | 43.148 | 40.663 | 38.582 | 37.945 |
Cultuureducatie (via primair onderwijs) | 57 | 30.596 | 30.596 | 30.596 | 27.895 | 27.895 |
Subsidies (regelingen) | 124.833 | 109.098 | 72.352 | 51.134 | 53.210 | 47.007 |
Verbreden inzet cultuur | 15.404 | 11.569 | 12.889 | 12.882 | 13.149 | 13.149 |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) | 10.188 | 10.205 | 9.660 | 9.660 | 6.344 | 6.344 |
Programma leesbevordering | 34.653 | 25.109 | 10.645 | 7.167 | 9.088 | 9.088 |
Creatieve Industrie | 2.747 | 2.664 | 2.285 | 1.859 | 1.886 | 1.886 |
Specifiek cultuurbeleid | 33.480 | 19.276 | 14.228 | 13.341 | 18.028 | 14.370 |
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 5.712 | 3.086 | 2.082 | 1.734 | 1.734 | 1.734 |
NGF CIIIC | 22.649 | 37.189 | 20.563 | 4.491 | 2.981 | 436 |
Opdrachten | 32.488 | 39.647 | 39.536 | 32.372 | 31.369 | 31.369 |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis | 2.594 | 2.054 | 2.054 | 2.054 | 2.054 | 2.054 |
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 14.908 | 19.632 | 17.380 | 17.327 | 16.646 | 16.646 |
NGF Opdrachten | 1.599 | 4.104 | 6.388 | |||
Overige opdrachten | 13.387 | 13.857 | 13.714 | 12.991 | 12.669 | 12.669 |
Bijdrage aan agentschappen | 70.348 | 62.614 | 64.948 | 63.447 | 58.710 | 57.378 |
Nationaal Archief | 70.348 | 62.614 | 64.948 | 63.447 | 58.710 | 57.378 |
Bijdragen aan medeoverheden | 39.831 | 2.263 | 3.145 | 3.145 | 3.075 | 3.075 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 2.072 | 2.027 | 2.027 | 2.027 | 2.027 | 2.027 |
Ontvangsten | 734 | 494 | 494 | 494 | 494 | 494 |
Tabel 47 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 15 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 1.338.713 | 1.215.205 | 1.152.105 | 1.156.534 | 1.167.764 | 1.190.658 |
Uitgaven | 1.300.152 | 1.306.424 | 1.147.044 | 1.150.860 | 1.166.996 | 1.190.658 |
Bekostiging | 1.253.502 | 1.259.719 | 1.120.417 | 1.125.867 | 1.141.915 | 1.166.760 |
Landelijke publieke omroep | 980.286 | 982.816 | 827.104 | 831.443 | 835.004 | 854.094 |
Regionale omroep | 197.578 | 197.301 | 196.436 | 197.246 | 198.347 | 202.966 |
Stichting Omroep Muziek | 22.555 | 21.523 | 21.523 | 21.523 | 21.523 | 21.523 |
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) | 31.739 | 31.756 | 30.337 | 30.337 | 30.337 | 30.337 |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek | 3.181 | 3.251 | 3.186 | 3.084 | 3.028 | 2.956 |
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) | 5.866 | 5.866 | 5.866 | 5.866 | 5.866 | 5.866 |
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) | 1.944 | 1.944 | 1.944 | 1.944 | 1.944 | 1.944 |
Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) | 2.007 | 2.007 | 2.007 | 2.007 | 2.007 | 2.007 |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve | 7.665 | 12.886 | 13.486 | 13.870 | 25.315 | 26.539 |
Lokale journalistiek | 0 | 0 | 18.159 | 18.178 | 18.175 | 18.159 |
Overige bekostiging media | 681 | 369 | 369 | 369 | 369 | 369 |
Subsidies (regelingen) | 35.968 | 35.196 | 16.014 | 14.415 | 14.538 | 13.322 |
Onderzoeksjournalistiek | 15.015 | 15.246 | 15.286 | 13.743 | 13.881 | 12.665 |
Lokale journalistiek | 19.748 | 19.202 | 97 | 41 | 0 | 0 |
Overige Subsidies | 1.205 | 748 | 631 | 631 | 657 | 657 |
Opdrachten | 833 | 548 | 548 | 548 | 548 | 548 |
Opdrachten | 833 | 548 | 548 | 548 | 548 | 548 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 9.763 | 10.875 | 9.979 | 9.944 | 9.909 | 9.942 |
Commissariaat voor de Media | 9.763 | 10.875 | 9.979 | 9.944 | 9.909 | 9.942 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
European Audiovisual Observatory | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
Ontvangsten | 165.100 | 165.500 | 165.500 | 165.500 | 165.500 | 165.500 |
Reclame ontvangsten | 165.100 | 165.500 | 165.500 | 165.500 | 165.500 | 165.500 |
Tabel 48 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 1.763.444 | 1.715.728 | 1.702.532 | 1.686.495 | 1.712.667 | 1.582.260 |
Uitgaven | 1.808.013 | 1.758.847 | 1.747.799 | 1.724.481 | 1.712.668 | 1.583.085 |
Bekostiging | 1.489.476 | 1.450.784 | 1.434.192 | 1.426.213 | 1.418.263 | 1.389.280 |
NWO | 680.881 | 660.716 | 651.401 | 646.431 | 638.801 | 609.198 |
KNAW | 115.999 | 114.838 | 114.862 | 114.220 | 114.243 | 114.266 |
KB | 68.477 | 69.842 | 67.528 | 66.779 | 68.577 | 69.174 |
NWO Talentenontwikkeling | 165.885 | 165.885 | 165.885 | 165.885 | 165.885 | 165.885 |
NWO TTW | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
NWO grootschalige researchinfrastructuur | 55.380 | 55.380 | 55.380 | 55.380 | 55.380 | 55.380 |
NWO Praktijkgericht Onderzoek | 72.640 | 62.990 | 62.990 | 62.990 | 63.257 | 63.257 |
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) | 28.441 | 23.690 | 19.827 | 17.969 | 16.647 | 16.647 |
Poolonderzoek | 3.147 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Caribisch Nederland | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
NWO NWA | 134.653 | 131.970 | 130.846 | 131.000 | 130.000 | 130.000 |
NWO Fonds onderzoek en wetenschap | 137.047 | 137.047 | 137.047 | 137.133 | 137.047 | 137.047 |
NWO Praktijk onderzoek en wetenschap | 16.426 | 16.426 | 16.426 | 16.426 | 16.426 | 16.426 |
Subsidies (regelingen) | 171.038 | 162.586 | 165.140 | 149.174 | 142.030 | 40.850 |
VSC | 323 | 321 | 322 | 323 | 323 | 323 |
Naturalis Biodiversity Center | 13.798 | 13.796 | 14.172 | 13.139 | 10.645 | 10.645 |
BPRC | 13.104 | 13.056 | 13.070 | 13.104 | 13.104 | 13.104 |
NEMO Science Museum | 4.246 | 4.231 | 4.235 | 4.246 | 4.246 | 4.246 |
STT | 278 | 277 | 277 | 278 | 278 | 278 |
Stichting AAP | 1.304 | 1.299 | 1.300 | 1.304 | 1.304 | 1.304 |
Nationale CoΓΆrdinatie | 8.082 | 8.823 | 9.078 | 4.770 | 3.601 | 3.488 |
Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap | 84.501 | 84.429 | 84.211 | 84.091 | 84.091 | 0 |
Nationaal Groeifonds | 34.291 | 24.307 | 23.335 | 13.996 | 12.694 | 6.916 |
Delta Climate Center | 10.565 | 11.503 | 14.595 | 13.377 | 11.198 | |
Netherlands Academy of Engineering | 546 | 544 | 545 | 546 | 546 | 546 |
Opdrachten | 20.856 | 10.873 | 11.950 | 10.624 | 12.578 | 12.578 |
Opdrachten | 16.024 | 4.606 | 6.100 | 6.140 | 8.207 | 8.207 |
Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap | 4.832 | 6.267 | 5.850 | 4.484 | 4.371 | 4.371 |
Bijdrage aan agentschappen | 4.097 | 6.179 | 7.791 | 9.744 | 11.071 | 11.651 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1.912 | 3.994 | 5.606 | 7.559 | 8.894 | 9.819 |
RVO Fonds onderzoek en wetenschap | 2.185 | 2.185 | 2.185 | 2.185 | 2.177 | 1.832 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 122.546 | 128.425 | 128.726 | 128.726 | 128.726 | 128.726 |
EMBC | 1.390 | 1.460 | 1.493 | 1.525 | 1.554 | 1.554 |
EMBL | 7.828 | 9.183 | 9.443 | 9.443 | 9.443 | 9.443 |
ESA | 37.426 | 37.426 | 37.426 | 37.426 | 37.426 | 37.426 |
CERN | 64.163 | 65.540 | 65.548 | 65.516 | 65.487 | 65.487 |
ESO | 11.739 | 12.066 | 12.066 | 12.066 | 12.066 | 12.066 |
SKAO | 0 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
Ontvangsten | 7.100 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 |
Tabel 49 Standen Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 11.306 | 7.874 | 8.665 | 20.463 | 20.759 | 20.447 |
Uitgaven | 24.370 | 22.415 | 23.199 | 20.843 | 20.759 | 20.447 |
Bekostiging | 14.454 | 14.385 | 14.386 | 12.045 | 12.045 | 12.045 |
Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid | 14.454 | 14.385 | 14.386 | 12.045 | 12.045 | 12.045 |
Subsidies (regelingen) | 6.666 | 4.845 | 4.544 | 4.529 | 4.445 | 4.445 |
Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027 | 6.666 | 4.845 | 4.544 | 4.529 | 4.445 | 4.445 |
Opdrachten | 3.244 | 3.179 | 2.286 | 2.286 | 2.286 | 1.974 |
Bijdrage aan medeoverheden | 6 | 6 | 1.983 | 1.983 | 1.983 | 1.983 |
Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid | 6 | 6 | 1.983 | 1.983 | 1.983 | 1.983 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tabel 50 Standen Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 91 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | 7.359 | 7.905 | 7.618 |
Uitgaven | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | 7.359 | 7.905 | 7.618 |
Loonbijstelling | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 4.269 | β 3.723 | β 4.010 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | β 4.615 | β 4.532 | β 4.534 | β 4.269 | β 3.723 | β 4.010 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 11.628 | 11.628 | 11.628 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tabel 51 Standen Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste Suppletoire Begroting) (bedragen x β¬ 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 470.887 | 430.023 | 439.900 | 392.567 | 387.756 | 387.086 |
Uitgaven | 470.887 | 430.023 | 439.900 | 392.567 | 387.756 | 387.086 |
Personele uitgaven | 391.484 | 349.707 | 363.723 | 319.885 | 316.111 | 315.441 |
Eigen Personeel | 368.868 | 333.115 | 347.096 | 307.779 | 304.203 | 303.533 |
Externe inhuur | 17.997 | 11.987 | 12.207 | 7.885 | 7.739 | 7.739 |
Overige personele uitgaven | 4.619 | 4.605 | 4.420 | 4.221 | 4.169 | 4.169 |
MateriΓ«le uitgaven | 79.403 | 80.316 | 76.177 | 72.682 | 71.645 | 71.645 |
ICT | 9.932 | 11.669 | 9.204 | 8.862 | 8.774 | 8.774 |
Bijdrage aan SSO's | 23.642 | 22.187 | 22.708 | 21.675 | 21.407 | 21.407 |
Overig Materieel | 45.829 | 46.460 | 44.265 | 42.145 | 41.464 | 41.464 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 539 | 510 | 482 | 454 | 442 | 442 |