36800-XIV Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D46350, datum: 2025-11-13, bijgewerkt: 2025-11-13 11:05, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Indiener/ondertekenaar volgt nog, Functie volgt nog
- Mede ondertekenaar: A. van den Brule-Holtjer, adjunct-griffier
- Tabellen bij vraag 383 en 384
- Beslisnota bij 36800-XIV Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026
Onderdeel van zaak 2025Z19770:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Medeindiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-26 11:15: Procedurevergadering Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij sturen wij de Kamer de beantwoording van de feitelijke vragen bij de begroting 2026 van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
36800-XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026
nr. Lijst van vragen en antwoorden
Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn)
De vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), belast met het voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2026 (Kamerstuk 36800-XIV, nr. 2) heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen in de vorm van een lijst van vragen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Voorzitter van de commissie,
Aardema
Griffier van de commissie,
Van den Brule-Holtjer
ANTWOORDEN FEITELIJKE VRAGEN
BEGROTING LVVN 2026
| Nr. | Vraag | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 1 | Hoeveel mensen zijn er werkzaam in de landbouw en welk aandeel hieruit bestaat uit arbeidsmigranten? Er werken structureel ongeveer 300.000 arbeidskrachten in de landbouwsector, in de zomermaanden neemt het aantal sterk toe vanwege seizoenswerk. De statistieken over het aantal arbeidsmigranten zijn onzeker en lopen erg uiteen. Volgens de migrantenmonitor van het CBS waren er in 2023 ongeveer 25.740 mensen uit een andere EU-lidstaat werkzaam in Nederland in de landbouw, bosbouw en visserij. Hierin worden arbeidsmigranten die als werknemer via een uitzendbureau worden gedetacheerd niet meegenomen. Volgens een studie uit 2023 van KBA Nijmegen in opdracht van ABU en NBBU werkten er 461.431 arbeidsmigranten via een uitzendbureau waarvan 21% in de tuinbouw en 6% in de landbouw. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 2 | Hoe heeft het aandeel landbouw en veeteelt (in hectare) dat in bezit is van de tien grootste landbouw- en veeteeltbedrijven (in omzet) zich de afgelopen twintig jaar ontwikkeld? In de statistiek worden de grootste land- en tuinbouwbedrijven weergegeven met een standaard opbrengst (SO) van 3 miljoen euro of meer. Het aantal bedrijven in deze klasse is in de periode van 2004 tot 2024 toegenomen van 260 tot 1.265. Het oppervlakte cultuurgrond in gebruik bij deze bedrijven is gestegen van 14.301 ha naar 71.203 ha in 2024 (CBS, 2025). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 3 | Gezien het feit dat eerder een maatregelenpakket voor het terugdringen van stikstof werd aangekondigd dat tot en met 2035 21,3 miljard euro zou kosten, op welke manier zijn dit maatregelenpakket en deze kosten terug te vinden in de Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)-begroting? Het kabinet heeft besloten tot een startpakket1 (voorjaar 2025) en een vervolgpakket (Prinsjesdag)2. Deze twee pakketten tellen samen op tot een bedrag van € 5,6 miljard. Zoals de minister van LVVN heeft aangegeven in de brief over het vervolgpakket gaat Nederland met deze inzet nog niet volledig van het slot en is blijvende inzet nodig. In de begroting is geen bedrag van € 21,3 miljard vrijgemaakt voor het terugdringen van stikstofuitstoot. Eventuele vervolgbesluitvorming over additionele maatregelen en bijbehorende dekking is aan een volgend kabinet. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 4 | Hoeveel hennen van legrassen kwamen er in 2022, 2023 en 2024 uit in Nederlandse broederijen? Hoeveel van deze hennen werden als eendagskuiken geëxporteerd in deze periode? Kunt u dit uitsplitsen naar land van bestemming? Hoeveel eendagshaantjes werden er in deze periode op de broederij gedood? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over hennen van legrassen. Er zijn in 2022 ongeveer 180 miljoen eendagskuikens geëxporteerd, waarvan ruim 169 miljoen naar lidstaten en 11 miljoen naar landen buiten de EU. Binnen de EU zijn ruim 115 miljoen eendagskuikens verplaatst naar Duitsland, een kleine 20 miljoen naar België en ruim 15 miljoen naar Polen. De grootste ontvangers buiten de EU zijn Ghana en Ivoorkust. In 2023 zijn er ongeveer 178 miljoen eendagskuikens geëxporteerd, waarvan ruim 168 miljoen naar lidstaten en een kleine 10 miljoen naar landen buiten de EU. Binnen de EU zijn bijna 109 miljoen eendagskuikens verplaatst naar Duitsland, ruim 24 miljoen naar Polen en bijna 16 miljoen naar België. De grootste ontvangers buiten de EU zijn Ghana en Ivoorkust. In 2024 zijn er ongeveer 175 miljoen eendagskuikens naar andere lidstaten verplaatst, waarvan bijna 163 miljoen naar lidstaten en bijna 12 miljoen naar landen buiten de EU. Binnen de EU zijn bijna 115 miljoen eendagskuikens verplaatst naar Duitsland, ruim 18 miljoen naar Polen en 13 miljoen naar België. De grootste ontvangers buiten de EU zijn Ghana en Oeganda. Het laatste cijfer dat bekend is over het aantal eendagshaantjes dat gedood wordt op de broederij, komt uit het rapport ‘Scenario’s voor het vraagstuk ‘het doden van eendagshaantjes van legrassen’ en dateert uit 2018. In dat jaar ging het om 44 miljoen eendagshaantjes. De stuurgroep eendagshaantjes werkt middels de roadmap “Uitfaseren van het doden van eendagshaantjes van legrassen” aan het verminderen van het aantal eendagshaantjes. Onderdeel van deze aanpak is monitoring zodat de komende jaren een actuele stand kan worden gemeld. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 5 | Hoeveel leghennen werden in 2023 en 2024 gehouden in koloniekooisystemen of verandasystemen? Om hoeveel bedrijven ging dit? In 2023 werden 4,3 miljoen hennen op een legpluimveebedrijf met de houderijvorm kolonie gehouden op 42 bedrijven en in 2024 waren dit 4,3 miljoen hennen op 39 bedrijven. Aanvullende gegevens zoals verandasystemen worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 6 | Hoeveel vleeskuikenouderdieren werden in 2023 en 2024 gehouden in verandasystemen? Om hoeveel bedrijven ging dit? Aanvullende gegevens voor marktconcepten zoals verandasystemen worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 7 | Hoeveel vleeskuikens werden in 2023 en 2024 gehouden in patiosystemen? Om hoeveel bedrijven ging dit? Aanvullende gegevens voor marktconcepten zoals patiosystemen worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 8 | Hoeveel broederijen zijn er in Nederland geregistreerd? Hoeveel hiervan hebben voorzieningen voor early feeding (voorzien van water en voer aan kuikens op de broederij)? Op dit moment staan 47 Nederlandse broederijen geregistreerd. Aanvullende gegevens zoals voorzieningen voor early feeding worden niet geregistreerd |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 9 | Wat is op dit moment het handhaafbeleid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor early feeding? Wordt hierin onderscheid gemaakt tussen kuikens van leg- en vleesrassen? Hoeveel inspecties hebben er plaatsgevonden in 2023 en 2024, en hoeveel overtredingen zijn daarbij geconstateerd? Welke sancties zijn hiervoor opgelegd? Het handhavingsbeleid van de NVWA met betrekking tot voer- en waterverstrekking bij broederijen van vleeskuikens is vooralsnog ongewijzigd sinds de uitspraak van het CBb in februari 2025, waarin de handhavingsmethodiek is bevestigd. Ten behoeve van voer- en waterverstrekking bij broederijen aan legkipkuikens loopt momenteel nog een wetenschappelijk onderzoek. De NVWA wacht de uitkomsten van dit onderzoek af. In 2023 hebben 2 inspecties plaatsgevonden bij broederijen. Daarbij zijn geen overtredingen aangetroffen. In 2024 hebben geen inspecties bij broederijen plaatsgevonden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 10 | Wat is de gemiddelde bezetting (aantal dieren per vierkante meter) op niet-biologische leghenbedrijven in Nederland? Deze gegevens worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 11 | Wat is de gemiddelde bezetting (aantal dieren per vierkante meter) op niet-biologische vleeskuikenouderdierbedrijven in Nederland? Deze gegevens worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 12 | Wat is de gemiddelde bezetting (aantal dieren per vierkante meter) op niet-biologische opfoklegbedrijven in Nederland? Deze gegevens worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 13 | Wat is de gemiddelde bezetting (aantal dieren per vierkante meter en kilogram per vierkante meter) op niet-biologische vleeskuikenbedrijven in Nederland? Kan hierin onderscheid worden gemaakt tussen bedrijven met reguliere en trager groeiende vleeskuikens? Deze gegevens worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 14 | Wat was in 2023 en 2024 het aantal kalveren, uitgesplitst per land van herkomst, dat een transport van meer dan acht uur heeft ondergaan voordat ze in Nederland aankwamen? Hoe lang duurde het langste transport? In 2023 zijn er in totaal 798.011 kalveren in de leeftijd tot 1 jaar oud geïmporteerd. In 2024 gaat het om 749.549 geïmporteerde kalveren in de leeftijd tot 1 jaar. In onderstaande tabel staan aantallen weergegeven per land van herkomst. Er worden geen gegevens met betrekking tot transportduur geregistreerd.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 15 | Wat was in 2023 en 2024 het aantal kalveren dat een transport langer dan acht uur heeft ondergaan, uitgesplitst per land van bestemming, voordat ze vanuit Nederland op de plaats van bestemming aankwamen? Hoe lang duurde het langste transport? In 2023 zijn in totaal 227.143 kalveren in de leeftijd tot 1 jaar geëxporteerd. In 2024 gaat het om 237.590 geëxporteerde kalveren in de leeftijd tot 1 jaar. Er worden geen gegevens met betrekking tot transportduur, land van bestemming en met welk doel runderen worden geëxporteerd geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 16 | Hoeveel exporten over de weg zijn in 2023 en 2024 gecertificeerd? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? Hoeveel van deze transporten vonden plaats in de maanden april tot en met september? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? In de tabel staat per diercategorie vermeld hoeveel transporten over de weg gecertificeerd zijn voor het jaar 2023 en 2024. De laatste 2 kolommen betreffen het aantal transporten per diercategorie in de maanden april tot en met september voor het jaar 2023 en 2024.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 17 | Hoeveel exporten zijn in 2023 en 2024 niet gecertificeerd in verband met te hoge verwachte temperaturen onderweg (30 graden of meer)? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? In 2023 zijn er voor zover bekend ongeveer 15 aanvragen voor exportcertificering van diertransporten langer dan 8 uur afgewezen in verband met te hoge verwachte temperaturen onderweg. Dit betrof enkel transporten van varkens. In 2024 zijn voor zover bekend ongeveer 26 aanvragen voor exportcertificering van diertransporten langer dan 8 uur afgewezen in verband met te hoge verwachte temperaturen onderweg. Dit betrof 24 transporten van varkens en 2 transporten van runderen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 18 | Bij hoeveel van de gecertificeerde exporten is achteraf data aangeleverd om het temperatuursverloop tijdens de reis te monitoren? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? In hoeveel gevallen oversteeg de temperatuur tijdens de reis de toegestane 35 graden? Welke sancties zijn hierbij opgelegd? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? In 2023 werden er van 1.040 transporten die langer dan 8 uur duurden gegevens aangeleverd voor het monitoren van het temperatuursverloop tijdens de reis. 76% daarvan betrof transport van varkens. 23% betrof transport van runderen en 1% betrof transport van overige dieren (transporten van paarden, schapen en geiten). Bij 20 transporten van varkens en 5 transporten van runderen was de geregistreerde temperatuur in het vervoermiddel op enig moment tijdens de reis hoger dan 35 graden Celsius. Er werd drie keer een bestuurlijke boete opgelegd. Er werd zes keer een notificatie gestuurd naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de vervoersvergunning heeft afgegeven. In 16 gevallen is geen sanctie opgelegd, omdat sprake was van een overschrijding van zeer korte duur of omdat de temperatuuroverschrijding plaatsvond tijdens het laden/lossen. Op het moment van laden/lossen kon niet worden vastgesteld of dieren vervoerd werden, waardoor een overtreding niet kon worden bewezen. In 2024 werden er van 828 transporten die langer dan 8 uur duurden gegevens aangeleverd voor het monitoren van het temperatuursverloop tijdens de reis. 72% betrof transport van varkens. 18% betrof transport van runderen en minder dan 1% betrof transport van overige dieren (transporten van schapen en geiten). Bij 29 transporten van varkens was de geregistreerde temperatuur in het vervoermiddel op enig moment tijdens de reis hoger dan 35 graden Celsius. Er werd 2 keer een bestuurlijke boete opgelegd. Er werd 2 keer een notificatie gestuurd naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de vervoersvergunning heeft afgegeven. In 24 gevallen is geen sanctie opgelegd, omdat sprake was van een overschrijding van zeer korte duur of omdat een sensor defect bleek. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 19 | Hoeveel overtredingen op de 35-graden beleidsregel voor transport op Nederlands grondgebied zijn in 2023 en 2024 geconstateerd? Welke sancties zijn hierbij opgelegd? Kunt u dit uitsplitsen per diercategorie? Zowel tijdens transport van dieren op Nederlands grondgebied en na aanvoer van dieren in slachthuizen zijn in 2023 en 2024 geen overtredingen geconstateerd op de 35-graden beleidsregel. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 20 | Beperkt het beleid tegen het fokken de handel in dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken zich in 2026 tot een houd- en vertoningsverbod, of wordt er tevens geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling en intensivering van de handhaving op andere schadelijke erfelijke kenmerken? Het houdverbod (en daarmee ook handelsverbod) voor katten met vouworen en naaktkatten zal op 1 januari 2026 in werking treden. Op basis van de risico-inventarisatie van Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek (BuRo) zal in 2026 worden bepaald of dit houdverbod kan en moet worden uitgebreid met andere kenmerken. Dit zal dan gaan om kenmerken waarvan is vastgesteld dat ieder individueel dier met het kenmerk altijd lijdt. In 2026 wordt ook verder gewerkt aan een verbod op deelname aan wedstrijden, tentoonstellingen en keuringen voor dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken. De resultaten van het onderzoek van BuRo zullen onder andere worden gebruikt om te bepalen voor welke kenmerken dit verbod gaat gelden. Zoals aangegeven in de verzamelbrief welzijn dieren buiten de veehouderij3 - algemeen van 3 juli 2025, voert de staatssecretaris van LVVN daarnaast gesprekken met de reclamesector over zelfregulering ten aanzien van reclame-uitingen met dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken. Het is al verboden om te fokken met dieren met schadelijke erfelijke kenmerken. In 2026 zal verder worden geïnvesteerd in ontwikkeling van beleid ten aanzien van schadelijke erfelijke kenmerken. Het is echter niet doenlijk om voor alle kenmerken en ziektes een beleidsregel op te stellen zoals voor kortsnuitige honden is gedaan. Daarom is het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde gevraagd om een voorstel te maken voor een systeem waarin wordt geborgd dat er met een gezonde hond is gefokt. Er draait momenteel een pilot, waarvan de resultaten naar verwachting begin 2026 met de Kamer gedeeld kunnen worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 21 | Hoe kijkt u naar een mogelijke uitbreiding van de identificatie- en registratieplicht naar álle huisdieren en welke visie hanteert u ten aanzien van een integrale en toekomstbestendige aanpak van dit vraagstuk? Op dit moment werken we aan de identificatie- en registratieplicht (I&R) voor katten. Hiermee lopen we voorop op de verwachting dat honden, katten en fretten in de toekomst vanuit Europese regelgeving ook I&R-plichtig gaan worden. Het uitbreiden van I&R naar álle huisdieren zou zeer kostbaar zijn, veel regeldruk opleveren, moeilijk te handhaven zijn en geringe voordelen opleveren voor het welzijn en gezondheid van dier en mens. Hierom zijn er geen plannen om dit uit te voeren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 22 | Bent u bekend met de impactanalyse van Wageningen Social & Economic Research (WECR) en agriconneting en food waaruit blijkt dat tussen de 4,4 en 5 miljard euro nodig is voor eenmalige investeringen voor de uitvoering van de maatregelen die zijn opgenomen in de conceptplannen van aanpak van de sectoren op het gebied van dierwaardigheid? Hoeveel van deze middelen zijn terug te zien op de begroting? Het kabinet is bekend met de economische impactanalyse over de financiële gevolgen van voorgenomen regels in de ontwerp Algemene Maatregel van Bestuur dierwaardige veehouderij. Uit deze analyse blijkt dat de voorgestelde maatregelen aanzienlijke financiële impact kunnen hebben. Deze impactanalyse is daarom bij de uitwerking van zowel het convenant als de AMvB nadrukkelijk betrokken onder meer door een goed verdienmodel als belangrijke randvoorwaarde op te nemen. Er zijn geen middelen voor opgenomen in de LVVN begroting. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 23 | Wat is het totale geraamde bedrag in 2026 voor natuurherstel op de Noordzee, Waddenzee en de Grote Wateren per onderdeel? Er worden in 2026 middelen ingezet voor de ondersteuning van het Natuurbeleid op de Noordzee: 934.000 euro. Voor het programma Natuurversterking Noordzee is het geraamde bedrag voor 2026 29 miljoen euro. Voor natuur en biodiversiteit Grote wateren (inclusief Waddenzee) is dat 7 miljoen euro. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 24 | Welke beleidsinstrumenten (subsidies, opdrachten, bijdragen aan (zelfstandig bestuursorgaan (ZBO’s)/Rechtspersoon met wettelijke taak (RWT’s)), mede-financiering) worden ingezet voor natuurherstel? De middelen voor natuurherstel zijn geraamd op artikel 22 van de Ontwerpbegroting LVVN 2026. Deze middelen staan onder de subsidies, opdrachten en onder bijdragen aan mede-overheden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 25 | Welke uitgaven uit het Diergezondheidsfonds (F) hebben een relatie met natuurherstel voor de Noordzee, Waddenzee en de Grote Wateren? Vanuit het Diergezondheidsfonds worden geen uitgaven gedaan die een relatie hebben met natuurherstel voor de Noordzee, Waddenzee en de Grote Wateren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 26 | Welk bedrag van het totaal geraamde bedrag voor natuurherstel is juridisch verplicht in 2026? Welk deel is beleidsmatig gereserveerd en welk deel niet-verplicht? De geraamde middelen voor natuurherstel zijn opgenomen op artikel 22 van de Ontwerpbegroting van LVVN. Op dit artikel is circa € 181 miljoen geraamd direct voor natuurherstel, zowel op land als in de grote wateren. Hiervan is het volledige bedrag juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden of beleidsmatig gereserveerd. Dit is in onderstaande tabel weergegeven. Middelen voor natuurherstel op land en in de grote wateren (bedragen x € 1.000)
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 27 | Kunt u een uitsplitsing geven van de bedragen waar het gaat om de volgende deelgebieden: Noordzee, Waddenzee, Grote Wateren (IJsselmeergebied/Markermeer/Delta-/Rijn-Maas-gebied) en rivieren? Ja. Voor de middelen van de Noordzee wordt u verwezen naar de beantwoording van vraag 23. Voor de Waddenzee is 1,1 miljoen euro beschikbaar en voor de Grote Wateren 5,9 miljoen euro. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 28 | Kunt u per doeltypen natuurherstel (bijvoorbeeld herstel onderwaternatuur, oester-/mosselbanken, vismigratie, zoet-zoutovergangen, rietmoeras, uiterwaarden, oeverherstel) aangeven hoe deze worden gefinancierd? Voor de Grote Wateren (incl. Waddenzee) zijn er verschillende programma’s en financieringsbronnen die bijdragen aan natuurherstel. Het gaat dan om onder meer programma's zoals de Programmatische Aanpak Grote Wateren, de Natura 2000-beheerplannen, het Programma Natuur en het programma Ruimte voor Rivieren. Maatregelen vanuit het programma Natuurversterking Noordzee worden gefinancierd uit de begroting Natuurversterking Noordzee op basis van directe opdrachten en aanbestedingen en een te ontwikkelen subsidieregeling. Voor de Noordzee richt het programma Natuurversterking zich op: - vogelprojecten gericht op de staat van instandhouding te verbeteren van zeevogels, in het bijzonder de kritische zeevogels in relatie tot de wind op zee opgave, in en rond de Noordzee; - het bodemleven om de algehele biodiversiteit te verhogen en habitats te regenereren die functioneren als vestigingsgebied, foerageergebied, voortplantings- en opgroeigebied voor rifgeassocieerde en rifbezoekende soorten; - vispopulaties die een belangrijke rol spelen in de voedselketen zoals ansjovis, haring, spiering, sprot, zandspiering en de Noorse zandspiering. Ook is er aandacht voor kwetsbare en beschermde vissoorten, zoals trekvissen, haaien en roggen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 29 | Welke rechtspersonen ontvangen in 2026 middelen voor natuurherstel in de Noordzee, Waddenzee, de Grote Wateren en de rivieren? Kunt u per ontvanger aangeven de naam en type (niet-gouvernementele organisatie (NGO)/maatschappelijke organisatie/kennisinstelling/bedrijf), Kamer van Koophandel (KvK)-/Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer (RSIN), project of regeling, deelgebied en natuurdoel, toegekend bedrag 2026 en meerjarig kas-/verplichtingenpad, juridische basis (EU of nationaal), bronartikel en instrument? Kunt u deze lijst aanleveren in een open, doorzoekbaar formaat (CSV of XLSX)? Welke top tien NGO’s ontvangen in 2026 gezamenlijk het grootste bedrag, met per NGO het bedrag en het percentage van het totaal? Hieronder vindt uw Kamer een overzicht met de verwachte betalingen vanaf de LVVN-begroting per organisatie voor natuurherstel in de Noordzee, Waddenzee, de Grote Wateren en de rivieren. Dit overzicht is een momentopname op basis van vastgelegde juridische verplichtingen per 10 oktober 2025. De uitgaven op de LVVN-begroting in 2026 worden verantwoord in het Jaarverslag van LVVN 2026. In dit overzicht zijn ook de verwachte meerjarige betalingen aangegeven, evenals het type organisatie. De overige gegevens die uw Kamer vraagt, zijn niet voorhanden. In veel gevallen kunt u de gevraagde informatie vinden in de jaarverslagen van de betreffende organisatie of opvragen via de Kamer van Koophandel.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 30 | Kunt u per subsidie en/of regeling aangeven of er sprake is van openstelling met selectiecriteria, of van (door)verdeling via convenanten of bestuursafspraken? Kunt u per subsidie en/of regeling kort toelichten wat de procedure is en wat de datum van besluit of openstelling is? Welke prestatie- en resultaatindicatoren gelden per project of regeling (bijvoorbeeld hectares hersteld, kilometers oever, vispasseerbaarheid, biodiversiteitsindicatoren), en hoe wordt monitoring en evaluatie ingericht en door wie? Welke eisen aan cofinanciering of eigen bijdrage gelden voor NGO’s, uitgesplitst per regeling en met vermelding van het gemiddeld percentage? Welke betalingsmijlpalen en terugvorderings- of claw-back-bepalingen gelden indien resultaten niet worden gehaald? In de Ontwerpbegroting 2026 van LVVN is in bijlage 3 het Subsidieoverzicht opgenomen (pag. 99), met daarin alle subsidieregelingen en budgetten voor subsidies in 2026. In de Staatscourant4 is alle informatie over de subsidieregelingen te vinden. Daarnaast is via RVO.nl5 meer informatie te vinden over openstellingen van subsidieregelingen, en een overzicht van alle regelingen die momenteel open staan. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 31 | Wat is het meerjarig verplichtingen- en kaspad (2026–2030) voor de uitgaven aan NGO’s per artikel en deelgebied? Welke lopende meerjarige verplichtingen (contracten of beschikkingen) lopen door na 2026 en met welk bedrag? Welke nieuwe verplichtingen worden in 2026 aangegaan specifiek voor de genoemde gebieden en wat is de beschikbare ruimte op het verplichtingenbudget? De begroting is opgesteld met als doel om de Tweede Kamer het gevraagde inzicht te verschaffen. Het antwoord op uw vraag kan niet gegeven worden op het detailniveau dat gevraagd wordt. In algemene zin kunnen verplichtingen na autorisatie van de begroting doorlopend worden aangegaan. De budgetten voor 2026 zijn grotendeels verplicht en de beschikbare ruimte op het verplichtingenbudget is beperkt. Voor artikel 21 is 3,3% van het budget beleidsmatig gebonden en 0,0% vrij te besteden, voor artikel 22 is 1,2% van het budget beleidsmatig gebonden en 0,0% vrij te besteden. Meer gedetailleerde informatie is te vinden in de jaarverslagen van de betreffende NGO’s en de nog op te stellen jaarverslagen van LVVN. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 32 | In hoeverre worden dezelfde natuurhersteldoelen mede gedekt via andere begrotingen/fondsen (bijvoorbeeld van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)/Grote Wateren, regionaal via provincies/waterschappen, Deltafonds)? De inzet vanuit andere begrotingen kunnen ook bijdragen aan de natuurherstelopgave voor LVVN. Maar deze komen voort uit specifieke doelen en verantwoordelijkheden van de andere ministeries, zoals verantwoordelijkheden voor de KRW en het beheer van Natura 2000-gebieden. LVVN heeft samen met IenW een gedeelde inzet via de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), gericht op systeemmaatregelen ten behoeve van ecologische waterkwaliteit en natuur. De middelen voor de uitvoering van de PAGW komen van het Deltafonds. Het budget dat voor de PAGW gereserveerd is op de begroting van LVVN is voor de inzet van RVO en Staatsbosbeheer, dit overlapt niet met de inzet van het budget uit het Deltafonds. Daarnaast wordt er in PAGW-projecten samengewerkt met provincies en waterschappen. Hier wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de inzet vanuit de regio (voor binnendijkse natuur, recreatie, dijkversterking en pompen) en de inzet van het Rijk (PAGW-doelbereik). Er zijn voor het programma Natuurversterking Noordzee geen middelen beschikbaar via andere begrotingen of fondsen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 33 | Hoe wordt dubbelfinanciering voorkomen bij projecten met meerdere geldstromen (van het ministerie van LVVN of provinciale middelen)? Artikel 6 van het Kaderbesluit nationale EZK en LNV-subsidies vormt de grondslag om ontoelaatbare cumulatie van steun niet toe te staan. Bij de aanvraag tot verlening en de aanvraag tot vaststelling van een subsidie dient de subsidieontvanger aan te geven of sprake is van andere financieringsbronnen. Bij de beoordeling van subsidieaanvragen voor subsidieregelingen wordt standaard een toets op cumulatie en dubbele financiering uitgevoerd. Zowel binnen de openstellingen van het ministerie als bij provinciale openstellingen wordt gecontroleerd of voor dezelfde activiteiten niet op meerdere plaatsen subsidie is aangevraagd. Aanvragen worden daarbij onder meer vergeleken op relatienummer en de aard van de activiteiten. Een aanvrager kan aan meerdere regelingen deelnemen, mits niet voor dezelfde activiteiten subsidie wordt verstrekt. Aanvullend geldt dat indien op basis van de subsidievoorwaarden een controleverklaring bij de projectverantwoording gevoegd moet worden, een accountant op basis van het controleprotocol van het ministerie bij de uitvoering van de controle vast dient te stellen dat de subsidieontvanger opgave heeft gedaan van alle opbrengsten, waaronder alle subsidies waarmee het programma/de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft, mede is gefinancierd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 34 | Kunt u een gespecificeerde bijlage per NGO worden verstrekken, met per project: doeltype, locatie (coördinaten of kaartblad), start- en einddatum, totaalbudget, LVVN-bijdrage 2026, EU-bijdrage, nationale cofinanciering, indicatoren en mijlpalen? Kunt u tevens ervoor zorgen voor publicatie van alle toekenningen en beschikkingen over 2026 op projectniveau, inclusief open data-bestanden? De begroting is opgesteld met als doel om de Tweede Kamer het gevraagde inzicht te verschaffen. Het antwoord op uw vraag kan niet gegeven worden op het detailniveau dat gevraagd wordt. De gevraagde informatie is niet bekend in de administratie van LVVN. Graag verwijs ik u door naar de jaarverslagen van de betreffende NGO’s. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 35 | Wordt er geld besteed aan het programma Natuurherstel Noordzee? Zo ja, hoeveel geld gaat er naar dit programma per jaar? Ja, voor deze maatregel is tot en met 2030 € 105,8 miljoen begroot op de LVVN-begroting. De meerjarenbegroting ziet er als volgt uit: 2026: 29,0 miljoen euro. 2027: 29,8 miljoen euro. 2028: 29,9 miljoen euro. 2029: 18,8 miljoen euro. 2030: 13,8 miljoen euro. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 36 | Wordt er in de begroting LVVN 2026 geld uitgetrokken voor oesterherstelprojecten? Zo ja, hoeveel geld gaat er naar dit programma per jaar? Ja, op dit moment wordt een incidentele subsidie voor diverse partijen uitgewerkt ter grootte van circa 18 miljoen euro voor diverse rifherstelprojecten, waarbij het overgrote gedeelte gericht is op oesterherstel. Ook voor de langere termijn wordt een substantieel deel van de begroting ingezet op rif- en oesterherstel. Dit wordt op een later moment geconcretiseerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 37 | Wat houdt het project in waarbij twintig miljoen euro wordt geïnvesteerd in de leefgebieden langs de Markermeerkust? Op welke specifieke soorten vogels en vissen richt het zich en waarom zijn juist deze soorten belangrijk? Over welk deel van de kust en welke omvang van het gebied hebben de maatregelen betrekking, welke concrete ingrepen worden uitgevoerd, hoe verloopt de samenwerking met Rijk, provincie en gemeenten en welke ecologische resultaten worden met deze investering verwacht te bereiken? Het project Noord-Hollandse Markermeerkust is onderdeel van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), dit is een gezamenlijk programma van het ministerie van IenW en het ministerie van LVVN. Het budget is onderdeel van het Deltafonds. Het programma richt zich niet op specifieke soorten, maar werkt op systeemniveau aan het toekomstbestendig maken van de grote wateren, waarbij goede ecologische waterkwaliteit en hoogwaardige natuur samengaat met een krachtige economie. In de streefbeelden PAGW is de ecologische ambitie voor de grote wateren uitgewerkt. Dit project brengt het IJsselmeergebied een stap dichter bij dit streefbeeld. Het project heeft als doel om de robuustheid van het ecosysteem te versterken door het verbeteren en creëren van leefgebieden voor vogels en vissen, dit levert een positieve bijdrage aan het behalen van de instandhoudingsdoelen voor N2000 en de KRW-normen. Het project bevindt zich in de verkenningsfase, waarin wordt onderzocht welke maatregelen kansrijk zijn. Voordat het project verder gaat naar de planuitwerking worden de resultaten van de verkenning ter inzage gelegd in een ontwerp voorkeursbeslissing. In deze beslissing zijn vier locaties opgenomen, waarvan er één geldt als reservelocatie. Dit zijn Kinselbaai, de Nes, Schardammer Kogen en Uiterdijk (reserve). Per locatie worden maatregelen uitgewerkt. Het gaat om het verbinden van de voorlanden met het Markermeer en het realiseren van leefgebieden, zoals helofytenmoeras, overstromingsgrasland en ondiep water met ondergedoken waterplanten. Hierdoor ontstaat er leefgebied (circa 85 hectare) voor moerasvogels, paaigrond voor vissen en komen er natuurlijke nutriënten in het Markermeer. Voor een meer gedetailleerde uitwerking kunt u de ontwerp voorkeursbeslissing, die na de herfst wordt gepubliceerd, raadplegen. In de verkenningsfase is samengewerkt met Rijkswaterstaat, RVO, Staatsbosbeheer, provincie Noord-Holland en Natuurmonumenten. Dit is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. De regio en stakeholders zijn middels werksessies, bijeenkomsten en individuele gesprekken betrokken bij de verkenningsfase. Deze partijen en stakeholders worden ook betrokken bij de verdere uitwerking van de maatregelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 38 | Wat is de jaarlijkse omzet van dierenartsen gericht op gezelschapsdieren? Er zijn geen data beschikbaar op sectorniveau van de jaarlijkse omzet van dierenartsenzorg voor gezelschapsdieren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 39 | Hoeveel bedrijven beoogt u te laten stoppen met de brede beëindigingsregeling? Het aantal veehouderijlocaties dat kan en wil deelnemen aan de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Vbr) is onder meer afhankelijk van de exacte vormgeving van de regeling, waaronder de hoogte van het subsidiepercentage. Dit ligt pas vast na Europese goedkeuring. De notificatie die hiervoor moet worden doorlopen moet nog starten. Aangezien de Vbr een vrijwillige regeling betreft, spelen ook externe factoren mee die de deelname beïnvloeden. Te denken valt bijvoorbeeld aan marktomstandigheden op het moment van openstelling. Het is daarom te vroeg om nu al een inschatting te maken van het aantal veehouderijlocaties dat zal kunnen deelnemen aan de Vbr. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 40 | Hoeveel stikstofreductie (of reductie van ammoniakemissie) wordt beoogd met de brede beëindigingsregeling? De stikstofreductie of ammoniakemissiereductie is afhankelijk van het aantal en type veehouderijlocaties dat zal deelnemen aan de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties. De regeling is nog concept en dient nog bij de Europese Commissie te worden genotificeerd. Gezien het vrijwillige karakter van de regeling en het feit dat belangrijke aspecten zoals subsidiecategorieën en subsidiepercentages pas vastliggen na Europese goedkeuring is geen inschatting te maken van de ammoniakemissiereductie van de Vbr. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 41 | Wat zijn de overwegingen om te kiezen voor een brede beëindigingsregeling? De keuze voor een dergelijke regeling is in het hoofdlijnenakkoord vastgelegd. Tijdens het uitwerken van de conceptregeling zijn er een aantal ontwikkelingen geweest die mede invulling hebben gegeven aan de richting die de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Vbr) heeft gekregen. Belangrijk in dit verband is de uitspraak in de bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag aangaande stikstof tussen Greenpeace en de Staat. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de minister van LVVN de Vbr zoveel mogelijk richt op de gebieden met stikstofgevoelige habitattypen in Natura 2000-gebieden. Hieraan wordt invulling gegeven door het voornemen om veehouderijlocaties gelegen binnen 1000 meter van overbelaste Natura 2000-gebieden op basis van ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ met voorrang aanspraak te laten maken op subsidie op grond van de Vbr. In het geval dat er budget resteert, wordt dat ingezet voor de veehouderijlocaties die zijn gelegen buiten 1000 meter van overbelaste Natura 2000-gebieden, waarbij geldt dat de toekenning zal plaatsvinden middels een rangschikking op basis van het aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissiereductie. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 42 | Waarom is niet gekozen voor een afgebakende regeling die is gericht op de meest kwetsbare natuurgebieden, zoals de Veluwe en de Peel? De Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties richt zich in eerste plaats op veehouderijlocaties rond overbelaste Natura 2000-gebieden. Er is gekozen voor een brede inzet van deze regeling, omdat het realiseren van natuurherstel in alle overbelaste Natura 2000-gebieden van belang is. Dat is onder meer belangrijk om vergunningverlening door heel Nederland weer mogelijk te maken. Een gerichte inzet op alleen de Veluwe en de Peel geeft een onvolledige invulling aan dit doel. Dat neemt niet weg dat er voor de Veluwe en de Peel een specifieke situatie is met een grote opgave. Het kabinet heeft daarom 600 miljoen vrijgemaakt speciaal voor een regionale maatwerkaanpak in deze gebieden, aanvullend op het generieke beleid. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 43 | Waarin verschilt de nieuwe beëindigingsregeling van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus)? De Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Vbr) bouwt voort op de mal van de Lbv en de Lbv-plus. De opzet van die regelingen is namelijk bekend bij ondernemers, bedrijfsadviseurs, RVO en de Europese Commissie. Er zijn een aantal belangrijke verschillen, zo zijn de Lbv regelingen gericht op de reductie van depositie van stikstof en richt de Vbr zich op de reductie van (ammoniak)emissie. De Vbr kent verder een tweedeling. Veehouderijlocaties die zijn gelegen binnen 1000 meter rondom overbelaste Natura 2000-gebieden, kunnen via ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ met voorrang in aanmerking komen voor subsidie op grond van de Vbr. Indien er budget resteert, zal dat worden ingezet voor veehouderijlocaties buiten 1000 meter rondom overbelaste Natura 2000-gebieden. Daarbij geldt dat de toekenning zal plaatsvinden middels een rangschikking op basis van het aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissiereductie. Dit verschilt met de Lbv en Lbv-plus waarbij enkel veehouderijlocaties mochten deelnemen die boven de drempelwaarde van stikstofneerslag op overbelast Natura 2000-gebieden uitkomen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 44 | Verwacht u met de nieuwe beëindigingsregeling een andere groep ondernemers te bereiken dan de groep die gebruik kon maken van de Lbv en Lbv-plus? Deelnemers aan vrijwillige beëindigingsregelingen hebben individuele overwegingen om deel te nemen. Deze overwegingen zijn zeer divers, maar zullen voor de deelnemers van de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Vbr) niet anders zijn dan voor de Lbv-regelingen. In dat opzicht spreekt de regeling geen andere doelgroep aan. Wel is het zo dat de Vbr door andere criteria (o.a. afstandsgrens en rangschikking op euro per kilo ammoniakemissie) een aanvullende groep ondernemers ten opzichte van de Lbv-regelingen deel kan nemen aan de regeling. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 45 | Hoe draagt de nieuwe beëindigingsregeling bij aan de bescherming van de meest kwetsbare Natura 2000-gebieden, zoals de Veluwe en de Peel? Overbelasting met stikstof vormt een drukfactor op de bescherming van veel Natura 2000-gebieden, waaronder zeker ook de meest kwetsbare gebieden. De Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties heeft tot doel om de ammoniakemissie te verminderen, waarmee de regeling de druk op overbelaste Natura 2000-gebieden verlicht en natuurherstel bevordert. De regeling doet dit door veehouderijlocaties die zijn gelegen binnen 1000 meter rondom overbelaste Natura 2000-gebieden, die in de regel bovenmatig veel bijdragen aan overbelasting, met voorrang in aanmerking laten komen voor subsidie. Deelname voor deze groep vindt plaats middels ‘first come, first served’. Indien er middelen resteren kunnen veehouderijlocaties buiten 1000 meter van overbelaste Natura 2000-gebieden deelnemen, waarbij een rangschikking op basis van kostenefficiëntie zal plaatsvinden (aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissie). Hiermee worden ammoniakemissies in heel Nederland op een zo doeltreffend mogelijke manier verminderd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 46 | Gaat u met de 2,6 miljard euro die aan de begroting is toegevoegd beginnen met maatregelen rondom de meest kwetsbare natuurgebieden, zoals De Veluwe en De Peel, zoals de rechter heeft gezegd? Op Prinsjesdag heeft het kabinet onder andere aangekondigd € 2,6 miljard incidenteel en € 287,5 miljoen structureel vrij te maken voor maatregelen gericht op reductie van stikstofemissies en op natuurherstel. Dit komt bovenop de reeds beschikbare middelen die met het startpakket beschikbaar zijn gekomen, waaronder de € 600 miljoen voor de Veluwe en de Peel. Met deze middelen realiseert het kabinet onder andere een aanpak gericht op specifieke gebieden (onder andere de Veluwe en de Peel). Met de aanpak worden maatregelen getroffen om te werken aan geborgd natuurherstel en stikstofreductie. Deze maatregelen worden gericht ingezet. Zo geldt bijvoorbeeld voor de vrijwillige beëindigingsregeling dat de minister van LVVN beoogt om veehouderijlocaties die gelegen zijn binnen 1.000 meter rondom de overbelaste Natura 2000-gebieden met voorrang in aanmerking te laten komen voor een subsidie. De middelen die met Prinsjesdag zijn aangekondigd staan op artikel 51 van de LVVN begroting. Momenteel vindt verfijning en uitwerking plaats. Vervolgens zullen middelen via budgettaire besluitvormingsmomenten nader worden verdeeld en worden overgeheveld naar de specifieke beleidsartikelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 47 | Gaat u doelsturing ook gebiedsgericht uitrollen, gegeven het feit dat in sommige gebieden meer nodig is dan de generieke reductiedoelstelling die zij in haar startpakket heeft gepresenteerd? Om Nederland van het slot te krijgen, is in sommige gebieden aanvullend op de generieke emissiereductie meer nodig. Op dit moment wordt doelsturing in de vorm van generieke emissienormen voor stikstof en klimaat uitgewerkt. Er worden daarnaast verschillende opties voor gebiedsgerichte normering met het oog op aanvullende emissiereductie onderzocht. Daaronder valt bijvoorbeeld een lokale aanscherping van de landelijke bedrijfsnorm, of een aanvullende norm die stuurt op extensivering. Hierbij wordt meegewogen dat zo’n aanvullende of aangescherpte gebiedsgerichte norm haalbaar moet zijn voor ondernemers, en wordt bekeken op welke manier dit kan worden ondersteund met faciliterend beleid. Met de verdere uitwerking van het gebiedsgerichte beleid wordt bekeken hoe doelsturing gebiedsgericht kan worden ingezet. Daarbij is het uitgangspunt dat de generieke doelsturing en een gebiedsgerichte vorm van normering bij elkaar aansluiten, zodat dit leidt tot een uitvoerbaar en doenbaar geheel. Deze uitwerking is aan een volgend kabinet. Op dit moment zijn sommige provincies ook al zelf aan de slag met de uitwerking van gebiedsgerichte doelsturing, zoals provincie Gelderland. Over de aansluiting met generieke doelsturing zijn en blijven wij in gesprek. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 48 | Hoe gaat u de beschikbare 2,6 miljard euro precies uitgeven? Op Prinsjesdag heeft het kabinet onder andere aangekondigd incidenteel € 2,6 miljard vrij te maken voor de reductie van stikstofemissies en voor natuurherstel. Deze middelen zijn geplaatst op artikel 51 van de begroting van LVVN, nog onverdeeld. Momenteel vindt een nadere uitwerking en concretisering van de maatregelen plaats, voordat de middelen naar een ander begrotingsartikel worden overgeheveld. In de brief van 16 september jl. is een tabel opgenomen met een richtinggevende verdeling op de onderdelen: vrijwillige beëindiging, natuurherstel, innovatie en een gebiedsgerichte aanpak. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 49 | Wat zijn de meest effectieve maatregelen die u kan nemen om met de beschikbare 2,6 miljard euro maximale stikstofemissiereductie in de buurt van kwetsbare natuurgebieden, zoals de Veluwe en de Peel, te bereiken? Voor een maximaal effectief pakket om de stikstofuitstoot te reduceren, dient er sprake te zijn van een samenhangend pakket. Verschillende maatregelen kunnen immers met elkaar interacteren. Bij de verdere uitwerking van maatregelen is oog voor deze samenhang. Eén van de aspecten waar nadrukkelijk aandacht voor is, is het maximeren van de effectiviteit van het pakket, evenals de haalbaarheid en sociaaleconomische effecten van de maatregelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 50 | Gaat de minister zorgen dat de aanvullende middelen voor agrarische natuurbeheer ten goede komt aan gebieden rondom kwetsbare Natura 2000-gebieden zodat de staat van deze natuurgebieden daarmee ook verbetert? Ja, inzet in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is onderdeel van de prioriteiten voor inzet van de middelen uit het startpakket voor Agrarisch natuurbeheer. In de Kamerbrief Uitwerking contouren agrarisch natuurbeheer6 heeft het kabinet aangegeven hoe de extra middelen voor agrarisch natuurbeheer worden ingezet. Met € 200 miljoen per jaar is het niet mogelijk om via het ANB met resultaat aan alle doelen en in alle gebieden te werken. Deze structurele middelen zijn wel een belangrijke eerste stap richting het uitbreiden van het ANB, vooral het ANLb. Daarnaast geeft het startpakket mij de mogelijkheid om de instrumenten in het Agrarisch Natuurbeheer te versterken, vergoedingen te actualiseren, het ANLb te verbeteren en nieuwe instrumenten te ontwikkelen. Daardoor kunnen boeren die deelnemen aan ANB optimaal bijdragen aan de doelen in gebieden. Het kabinet is voornemens om de extra middelen uit het Startpakket met prioriteit in te zetten in leefgebieden voor de grutto, en in gebieden rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 51 | Hoe gaat u met de middelen voor agrarisch natuurbeheer zorgen dat agrariërs langdurige zekerheid krijgen over financiering van agrarisch natuurbeheer en een hogere conforme vergoeding krijgen zodat meer agrariërs gaan deelnemen? Het bieden van langjarige zekerheid is onderdeel van de ambities voor uitbreiding van het agrarisch natuurbeheer. Om contracten te kunnen bieden die langere zekerheid bieden dan de huidige 6 jaar moeten er juridische en financiële vraagstukken worden opgelost. De middelen in het startpakket worden ook ingezet om actuele vergoedingen te kunnen bieden. De tarieven zijn recent geactualiseerd. Hiertoe heeft LVVN het gemiddelde tarief per hectare reeds verhoogd, zodat dekking beschikbaar is. De gemiddelde hectarevergoeding zal periodiek worden herzien op basis van data over o.a. gederfde inkomsten. De volgende actualisatie wordt verwacht in 2028. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 52 | Hoeveel kilogram glyfosaat wordt er jaarlijks in Nederland gebruikt? Kan dit worden uitgesplitst per type teelt? Er zijn geen actuele data beschikbaar over het (jaarlijkse) gebruik van glyfosaat in specifieke teelten. De WUR heeft hier in opdracht van het ministerie van LVVN in 2024 onderzoek naar gedaan, waarover de Kamer eind 2024 is geïnformeerd7. In deze rapportage8 treft u gegevens aan over gebruik van glyfosaat uitgesplitst per teelt over de jaren 2020-2022. Het CBS zal in 2026 nieuwe gegevens publiceren over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, waaronder glyfosaat. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 53 | Wat is de onderuitputting op de begroting LVVN 2026? Op welke beleidsartikelen? Onderuitputting kan zich voordoen gedurende de uitvoering van de begroting. Aangezien de uitvoering van de begroting 2026 nog niet gestart is, is er op dit moment geen onderuitputting op de LVVN-begroting 2026. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 54 | Zijn de doelstellingen per beleidsartikel concreet en meetbaar, zodat de Kamer volgend jaar kan toetsen of ze zijn gehaald? De doelstellingen per beleidsartikel zijn doorlopend in ontwikkeling, waarbij het streven is dat ze zo specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden als mogelijk worden. Hiermee wordt opvolging gegeven aan conclusies uit verschillende beleidsdoorlichtingen, periodieke rapportages en conclusies van de Algemene Rekenkamer. Zo heeft de minister van LVVN op basis van de in 2025 afgeronde periodieke rapportage van het kennis- en innovatiebeleid een actualisatieslag gemaakt op de structuur van het begrotingsartikel 23, de beleidstheorie en de evaluatieprogrammering op dit thema. Dat kunt u teruglezen in de begroting onder thema 4 van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Momenteel wordt een periodieke rapportage van het land- en tuinbouw beleid (begrotingsartikel 21) uitgevoerd. Het is voorstelbaar dat de conclusies daaruit ook richting kunnen geven aan de herziening van de doelen in de begroting. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 55 | Hoe wordt het structurele tekort gedekt en is dat houdbaar op langere termijn gezien het feit dat de totale uitgaven 4,26 miljard euro bedragen, terwijl de ontvangsten slechts 104 miljoen euro zijn? De Rijksbegroting heeft een inkomstenkant en een uitgavenkant. De inkomsten, met name belastingen, dekken grotendeels de uitgaven. De begroting van LVVN behoort tot de uitgavenkant, en wordt dus – afgezien van enkele niet-belastingontvangsten - indirect door belastingen bekostigd. De LVVN-begroting kan daardoor veel meer uitgaven dan inkomsten bevatten. In de Macro Economische Verkenning van het CPB wordt de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de middellange termijn toegelicht. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 56 | Hoeveel van dit budget gaat naar verduurzaming en transitie (kringlooplandbouw, stikstofreductie, klimaatdoelen) en hoeveel blijft beschikbaar voor traditionele landbouwsubsidies? In de ontwerpbegroting LVVN 2026 is op artikel 21 € 1,44 miljard gereserveerd voor subsidies voor landbouw. In 2026 is er vanuit het GLB € 338 miljoen beschikbaar voor traditionele landbouwsubsidies. In 2026 is het overige subsidiebudget op artikel 21, € 1,1 miljard bedoeld door verduurzaming en transitie. Voorbeeld hiervan is een stimuleringssubsidie voor verduurzaming van landbouwwerktuigen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 57 | Hoe wordt voorkomen dat subsidies alleen bij grote bedrijven terechtkomen in plaats dat ook kleinschalige boeren hier gebruik van kunnen maken? Er wordt over het algemeen bij landbouwsubsidies geen onderscheid gemaakt in bedrijfsgrootte. In de praktijk komen subsidies zowel bij kleine als grote bedrijven terecht. Dat geldt ook voor de subsidies van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waaronder inkomenssteun en eco-regeling. Voor de hectare gebonden inkomenssteun uit het GLB geldt dat er een extra bijdrage is voor de eerste 40 hectares van elk bedrijf, waardoor kleinere landbouwbedrijven meer steun per hectare ontvangen dan grotere bedrijven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 58 | Wat is de reden voor de relatief sterke stijging van de uitgaven voor kennis en innovatie? Welke concrete onderzoeksprojecten krijgen prioriteit? Hoe wordt voorkomen dat deze investeringen niet alleen academisch blijven, maar ook leiden tot toepasbare innovaties in de praktijk van boeren en vissers? Er is geen sprake van een stijging van de uitgaven voor kennis en innovatie. Het budget voor 2025 stand voorjaarsnota is € 430 miljoen voor 2025, het budget voor 2026 stand ontwerpbegroting bedraagt € 380 miljoen Door een herindeling van het begrotingsartikel lijkt er in de budgettaire tabel inderdaad sprake van een stijging. Innovatie vormt een onmisbaar spoor om onze maatschappelijke doelen te halen. LVVN blijft daar fors op inzetten door het ontwikkelen van kennis voor beleid en samenleving, het verspreiden van werkende ideeën en oplossingen en de ingebruikname hiervan binnen het gehele domein van LVVN. In 2026 zet LVVN onder meer in op:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 59 | Gezien het feit dat uitvoeringskosten hoog zijn, hoe wordt beoordeeld of dit bedrag doelmatig wordt besteed? Onder de uitvoeringskosten van begrotingsartikel 24 zijn alle uitvoerings-en toezichtstaken opgenomen. Dit betreft ook de uitvoering van Europese regelgeving en fondsen. LVVN heeft een vaste aanpak om de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en uitvoering te toetsen. De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) bevat een meerjarenprogramma van evaluaties waarmee systematisch wordt onderzocht of de ingezette middelen efficiënt worden gebruikt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 60 | Tot welke resultaten heeft het actieprogramma vergunningverlening tot nu toe geleid? Het kabinet is binnen het MCEN traject gestart met een grote inzet op het lostrekken van vergunningverlening. In dit spoor 1 wordt gewerkt aan concrete oplossingen binnen en buiten de kaders van het huidige systeem. Het kabinet wil, na het uitvoeren van de daarvoor noodzakelijke uitvoeringsstappen, de rekenkundige ondergrens, definitief invoeren. Bovendien wil het kabinet de natuurdoelanalyses verbeteren via een aangepaste handreiking. Daarnaast werkt het kabinet aan een spoed-AMVB voor verduurzamingsactiviteiten en aan aanpassingen van het vergunningstelsel. Ook werkt het kabinet aan een wetsvoorstel met een juridisch houdbaar alternatief voor de doelen die zijn gebaseerd op de kritische depositiewaarden (KDW). Dit in combinatie met een wettelijk programma met geborgde maatregelen. Het wetsvoorstel is voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State voor spoedadvies. Op deze manier, samen met de inspanningen voor spoor 2, zet het kabinet in om stap voor stap vergunningverlening weer mogelijk te maken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 61 | Wanneer komt de door de Kamer gevraagde juridische duidelijkheid (via aanpassing van de Omgevingsregeling) over het opnemen van intern salderen in de voortoets als activiteiten onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn, naar aanleiding van de motie van het lid Flach (SGP) c.s. (Kamerstuk 35334, nr. 392)? De motie verzoekt de regering te bezien hoe door aanpassing van de Omgevingsregeling juridische duidelijkheid gegeven kan worden over de ruimte voor intern salderen in de voortoets als sprake is van activiteiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, en dit mee te nemen bij de uitwerking van het startpakket Nederland van het slot. Naar deze mogelijkheid is gekeken. Vastgesteld is dat op dit moment in de wetgeving geen regels zijn gesteld over de voortoets. Er zijn alleen regels gesteld over de reikwijdte van de vergunningplicht voor Natura 2000-activiteiten, in artikel 5.1 van de Omgevingswet en paragraaf 11.1.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving, een algemene maatregel van bestuur op grond van de Omgevingswet. Daarnaast zijn regels gesteld over de beoordeling van aanvragen om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit, in paragraaf 8.6.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, eveneens een algemene maatregel van bestuur op grond van de Omgevingswet. In de Omgevingsregeling, een ministeriële regeling, kunnen technische regels worden gesteld over de aanvraag voor een omgevingsvergunning en daarbij over te leggen gegevens. Er is echter geen grondslag om in die regeling een nieuwe toets te introduceren die vooraf gaat aan het al dan niet aanvragen van een vergunning en om over de invulling daarvan – bijvoorbeeld in relatie tot activiteiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn - nadere regels te stellen. Dat zou een wetswijziging vergen. Daarbij moet goed worden afgewogen of de daarmee gepaard gaande extra regels en verplichtingen, opwegen tegen de ‘juridische duidelijkheid’ die dan zou kunnen worden geboden over de vraag of activiteiten onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Bij dat laatste geldt dan ook dat Europeesrechtelijk begrippen in de jurisprudentie verder zullen uitkristalliseren en dat ervoor gewaakt moet worden dat nationale regels in strijd komen met het Europese recht. De minister van LVVN zal de Tweede Kamer nader berichten over de definitieve afweging die het kabinet maakt en over wat dit betekent voor de uitvoering van de motie. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 62 | Wat is de status van de grensoverschrijdende projecten voor natuurherstel en emissiereductie en de samenwerking met Duitse deelstaten en Vlaanderen? De samenwerking met de Duitse deelstaten is gericht op het stap voor stap te komen tot samenwerking gericht op natuurkwaliteit en emissiereductie. Hiervoor investeren we in de contacten en het netwerk met medeoverheden in de grensregio. Zo onderzoekt het Rijk samen met overheden uit Noordrijn-Westfalen en de Nederlandse provincies de mogelijkheden en kansen voor grensoverschrijdende samenwerking rondom verschillende Natura 2000-gebieden en vond er eerder dit jaar een werkbezoek met een divers aantal vertegenwoordigers van verschillende overheidslagen uit Nedersaksen plaats in het Bargerveen. Met Vlaanderen is afgelopen voorjaar een Memorandum van Overeenstemming (MoU) ondertekend waarin intenties zijn vastgelegd om te komen tot verdere verdieping van de samenwerking. Dit heeft voor de zomer al geresulteerd in een afsprakenkader over informatie-uitwisseling en adviesverlening bij vergunningverlening van projecten met grensoverschrijdende effecten op Natura 2000-gebieden. Eerder dit jaar is reeds een overeenkomst gesloten tussen het RIVM, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Vlaams Gewest over de uitwisseling van emissie-gegevens en afspraken over monitoring/rapportering. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 63 | Welke (aanvullende) stappen zullen er op dit vlak in 2026 door het Rijk en de Provincies worden genomen? Het ministerie van LVVN blijft samen met de grensprovincies inzetten op de samenwerking op het gebied van natuurherstel en emissiereductie met de Duitse deelstaten en het Vlaams gewest. Zo hebben het ministerie van LVVN, het Vlaamse Omgevingsdepartement en de grensprovincies zich gecommitteerd aan de implementatie en opvolging van het genoemde afsprakenkader. Daarnaast blijft de uitwisseling van kennis en ontwikkelingen over elkaars beleid en kaders een belangrijk onderdeel van de samenwerking. Dit gebeurt onder meer in de gezamenlijke ambtelijke werkgroepen en het Vlaams–Nederlands Bestuurlijk Overleg Stikstof, maar ook tijdens bilaterale gesprekken op ministerieel en hoogambtelijk niveau. Tevens zal worden gewerkt aan jaarlijkse gegevensuitwisseling en rapportage over de stikstoftoestand (emissies en deposities) in de grensstreek. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 64 | Wat zijn de afgesproken doelstellingen en termijnen die onderdeel zijn van het Memorandum of Understanding met Vlaanderen? Zie antwoord op vraag 63. Ter invulling van de intenties zoals opgenomen in het MoU is een Afsprakenkader vastgesteld over informatie-uitwisseling bij vergunningverlening met grensoverschrijdende effecten, en zijn er in een overeenkomst tussen RIVM, VMM en Vlaams Gewest afspraken gemaakt over de uitwisseling van emissie- en depositiegegevens. Daarnaast wordt in navolging van het MoU op dit moment via gezamenlijke werkgroepen gekeken naar verdere mogelijkheden voor gebiedsgerichte samenwerking in de grensregio op kort termijn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 65 | Wat is de verwachte impact van de Vlaamse stikstofaanpak naar aanleiding van het Vlaamse stikstofarrest op de Belgische depositie in Nederland in 2030/2035? De Vlaamse Stikstofaanpak (PAS), zo stelt de Vlaamse overheid, garandeert op een sluitende manier een structurele dalende depositiebijdrage vanuit Vlaamse emissiebronnen, zowel op Vlaamse als Zuid-Nederlandse Natura 2000-gebieden. De recent in Nederland verschenen Monitor stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden 2025 laat een dalende trend van buitenlandse emissies in Nederland zien voor de komende jaren (2030). De Vlaamse PAS is nog niet meegenomen in deze toekomstprognoses. Het RIVM is verzocht ook de verwachte aanvullende impact van de Vlaamse PAS op Nederlandse natuur in beeld te brengen. Er wordt naar gestreefd deze impact tegen eind dit jaar inzichtelijk te maken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 66 | Kunt u onderbouwen op welke manier doelsturing voldoende bij zal dragen aan de emissiereductie van stikstof? Via bedrijfsspecifieke emissienormen voor stikstof en klimaat wordt ingezet op het reduceren van emissies van blijvende bedrijven. Voor het bepalen van de hoogte van de normen wordt gekeken naar het (technisch) reductiepotentieel en de bedrijfseconomische impact. Een recente publicatie van WUR heeft een inzage gegeven in dit potentieel voor de melkveehouderij9 en deze studie laat onder meer zien dat er via managementmaatregelen en techniek een aanzienlijke emissiereductie kan worden gerealiseerd. In 2026 zal de hoogte van de normen worden vastgesteld zodat agrarisch ondernemers in de melk-, varkens- en pluimveehouderijsectoren weten waar ze de komende jaren naartoe moeten werken. In 2035 worden de normen afrekenbaar en zal er een sanctie gelden wanneer de norm niet is gehaald. Hiervoor wordt een proportionele handhavings- en sanctiesystematiek uitgewerkt. In aanloop naar 2035 zal ook via een mix van onder meer informerend en stimulerend beleid worden gestuurd op emissiereductie. Doelsturing kan daarmee dus een significante bijdrage leveren aan doelbereik, maar zal niet voldoende zijn om de volledige opgave in te vullen. Hiervoor is ook aanvullend beleid nodig, bijvoorbeeld via andere normerende maatregelen, vrijwillige beëindiging en gebiedsgericht beleid |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 67 | Hoeveel bedrijven verwacht u dat er zullen stoppen met behulp van de vrijwillige beëindigingsregeling en hoeveel stikstofruimte verwacht u dat daarmee vrijkomt? Zie het antwoord op vragen 39 en 40. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 68 | Hoe worden de middelen die voor de terugkeer van rode diesel waren gereserveerd concreet ingezet om de financiële positie van boeren, tuinders en loonwerkers te versterken? De middelen worden ingezet om de financiële positie van boeren, tuinders en loonwerkers te versterken. Dit wordt gedaan via vier bestedingslijnen voor de beschikbare middelen. Deze bestedingslijnen ondersteunen boeren bij het doen van investeringen op het boerenerf, het maken van plannen voor nu en de toekomst en via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Concreet gaat het om de volgende onderwerpen; klimaatadaptatie en bodembeheer, arbeidsbesparende innovaties, het GLB en de fondsen via het Nationaal Groenfonds. Daarnaast is er aandacht voor agrarische ondernemers die (tijdelijk) geen perspectief meer zien, via Taboer, en voor sociaaleconomische begeleiding bij het maken van toekomstplannen voor het bedrijf, via BoerenPerspectief. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 69 | Welke externe partijen en deskundigen zijn geraadpleegd over het Landelijk Crisisplan Voedselzekerheid en wanneer? De werkgroep die is opgesteld om te komen tot een Landelijke Crisisplan-Voedselzekerheid is eind juni gestart en is daarmee nog in volle gang. Er is een aantal partijen die we nauw betrekken bij dit proces. Dit zijn Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en Transport en Logistiek Nederland (TLN). Daarnaast werken we o.a. samen met de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Defensie, en Justitie en Veiligheid en deskundigen van het Voedingscentrum en NVWA. Afhankelijk van het onderwerp betrekken we ook andere partijen en deskundigen bij de werksessies. De verwachting is dat in Q2/Q3 2026 een stakeholder consultatie zal plaatsvinden om zo input te vragen en rekening te houden met eventuele andere perspectieven vanuit de voedselsector. Dit zal enerzijds langs de lijn van de meest betrokken bracheorganisaties gaan maar daarnaast zal ook worden gekeken of bepaalde delen van de keten ontbreken en zullen deze actief worden benaderd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 70 | Wanneer vinden stakeholderconsultaties plaats over het Landelijk Crisisplan Voedselzekerheid en in hoeverre hebben deze reeds plaatsgevonden? Zie het antwoord op vraag 69. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 71 | Welke externe partijen en deskundigen zijn geraadpleegd over de Nationale Voedselstrategie? De afgelopen periode heeft de minister van LVVN gewerkt aan het opstellen van bouwstenen voor de voedselstrategie. Voor het bepalen van daadwerkelijke keuzes die nodig zijn voor een toekomstbestendig voedselsysteem en voedselzekerheid voor alle Nederlanders is inbreng van deskundigen, medeoverheden en belangenorganisaties van belang. Dit deel van het proces ligt nog voor mij. Afhankelijk van de voortgang van de formatie zal het huidige kabinet, of het nieuwe kabinet, deze keuzes met uw Kamer delen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 72 | Wanneer vinden stakeholderconsultaties plaats over de Nationale Voedselstrategie en in hoeverre hebben deze reeds plaatsgevonden? Zie het antwoord op vraag 71. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 73 | Welke externe partijen en deskundigen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de strategische tafel landbouw en voedsel? Voor het Strategisch Overleg Landbouw en Voedsel zijn uitgenodigd organisaties die de primaire land- en tuinbouw vertegenwoordigen, natuur en milieu, de voedselketen en de financiële sector. Het betreft LTO Nederland, Agractie, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Biohuis, Glastuinbouw Nederland, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV), Boerennatuur, de Groene11, LandschappenNL, ZuivelNL, BO Akkerbouw, AVINED/Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), Coalitie Vitale Varkenshouderij (Coviva)/Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV), VNO-NCW, Rabobank. Het strategisch overleg wordt voorgezeten door de heer Elbert Dijkgraaf als onafhankelijk voorzitter. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 74 | Wanneer vinden de strategische tafels landbouw en voedsel plaats? Het eerste Strategisch Overleg Landbouw en Voedsel heeft plaatsgevonden op 10 juni jongstleden en het tweede strategische overleg op 1 oktober jongstleden. Het volgende Strategische Overleg Landbouw en Voedsel is voorzien voor januari 2026 (precieze datum nog te bepalen). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 75 | Wat is de stand van zaken ten aanzien van de commitments en afspraken die er zijn gemaakt op de Voedseltop in 2017? Er zijn tijdens de Nationale Voedseltop in 2017 diverse ambities uitgesproken om voedsel duurzamer en gezonder te maken. Deze zijn te vinden in de Slotverklaring10 van de top en in het overzicht van de resultaten11. Dit komt terug in lopend beleid. Het gaat bijvoorbeeld om de ambitie om voedselproductie te verduurzamen en om gezonder en duurzamer te gaan eten volgens de adviezen van het Voedingscentrum. Hier vindt inzet op plaats, zowel vanuit overheid als bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Enkele voorbeelden hiervan zijn de inzet van het Voedingscentrum om handelingsperspectieven aan consumenten mee te geven om hen te ondersteunen meer volgens de Schijf van Vijf te eten, de inzet op voedseleducatie via het programma Jong Leren Eten en de inzet vanuit bedrijven om nieuwe innovatieve producten op de markt te brengen met meer plantaardige eiwitten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 76 | Welke inzet vanuit het ministerie, uitgesplitst per jaar, is er sinds 2017 geweest ten aanzien van de Voedselagenda 2025-2016 (Kamerstuk 31532, nr. 156) Eind 2015 is door de toenmalige staatssecretaris van Economische
Zaken en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een
voedselagenda gepresenteerd met daarin een brede aanpak gericht op
veilig, gezond en duurzaam voedsel. Er waren een drietal hoofdsporen,
die meerdere jaren doorliepen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 77 | Welke inzet vanuit het ministerie, uitgesplitst per jaar, is er sinds 2017 geweest ten aanzien van de Nationale Voedseltop (Kamerstuk 31532, nr. 180)? Zie beantwoording vraag 76. De inzet van het ministerie ten aanzien van het opvolgen van de uitkomsten van de Nationale Voedseltop heeft met name plaatsgevonden via de voedselagenda en vervolgens het bredere voedselbeleid. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 78 | Welke beleidsmaatregelen zijn genomen om de Nederlandse (kennis-) export vanuit de veehouderij richting Afrika te bevorderen? Met de Kamerbrief over de Internationale inzet van LVVN14 (15 maart 2024) is uiteengezet waarop het ministerie van LVVN zich richt: lange termijnperspectief voor de landbouw-, visserij- en tuinbouwsector, mondiale voedselzekerheid en het behalen van de klimaatdoelen en het behoud en herstel van biodiversiteit wereldwijd. Dit doet het ministerie via multilaterale en bilaterale samenwerking, waarbij het LVVN Attaché Netwerk (LAN) instrumenteel is. In zijn algemeenheid geldt dat het streven gericht is op wereldwijde versterking van de export- en investeringspositie van Nederlandse ondernemers en tegelijkertijd geïnvesteerd wordt in oplossingen voor lokale uitdagingen en lokale economische ontwikkeling. Deels wordt hierbij gebruikgemaakt van instrumenten van derden zoals het handelsinstrumentarium bij RVO dat gefinancierd wordt vanuit de begroting van het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Specifieke beleidsmaatregelen om de Nederlandse (kennis-) export voor een specifiek continent of sector te bevorderen zijn er niet, dus ook niet vanuit de veehouderij richting Afrika. Wel wordt op verzoek van de Nederlandse dierlijke sectoren doorlopend gefaciliteerd in veterinaire markttoegang in derde landen, en aandacht besteed aan versterking van diplomatieke relaties, dus ook in Afrika. Met landen als Kenia en Zuid-Afrika wordt bijvoorbeeld jaarlijks de voortgang van dergelijke dossiers met de lokale ministeries van Landbouw gemonitord via bilaterale Landbouwwerkgroepen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 79 | Komt er in 2027 een herhaling van de Nationale Voedseltop? Er is op dit moment geen herhaling van de Nationale Voedseltop in 2027 voorzien. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 80 | Kunt u een globale inschatting geven (bandbreedte) van de reducties van de mestproductie in kilogrammen stikstof en fosfaat die de vrijwillige beëindigingsregeling respectievelijk de extensiveringsregeling op zouden kunnen leveren? Op dit moment is nog geen inschatting te maken van de verwachte reductie van de mestproductie die met de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties en de Subsidieregeling extensivering melkveehouderij wordt bereikt. Een prognose van de verwachte reductie hangt nauw samen met het aantal deelnemers en de eigenschappen van de locaties die deelnemen. Voor beide regelingen geldt dat deze nog in concept zijn. Zo ligt de Subsidieregeling extensivering melkveehouderij ter goedkeuring voor in Brussel en moet de Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties nog worden ge(pre)notificeert. Een aantal factoren dat van belang is voor de deelname, zoals de subsidiepercentages ligt daarmee nog niet vast. Er kan niet worden vooruitgelopen op Europese goedkeuring, waardoor op dit moment nog geen inschatting van de reductie kan worden gegeven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 81 | Welke belemmeringen worden weggenomen om in 2050 richting een volledig circulaire glastuinbouwsector te komen? Om de transitie naar een volledig circulaire glastuinbouw te realiseren, worden verschillende belemmeringen stapsgewijs weggenomen. Om circulaire ketens te sluiten en de vraag naar circulaire producten te stimuleren wordt ook nauw samengewerkt met andere ministeries, zoals Klimaat en Groene Groei en Infrastructuur en Waterstaat. De afhankelijkheid van fossiele CO2-bronnen is een belangrijke belemmering voor circulaire productie. Het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 bevat onder meer afspraken over een alternatieve, duurzame CO2-voorziening als meststof voor gewasproductie. Via de SDE++-regeling wordt de afvang en levering van duurzame CO2 verder gestimuleerd, waardoor de transitie naar een circulaire sector wordt versterkt. In het kader van de uitvoering van het Tuinbouwakkoord en de Nationale Tuinbouwagenda 2019-2030 wordt samen met de sector gewerkt aan een programmatische aanpak voor circulaire glastuinbouw. Daarmee komt er meer inzicht in benodigde randvoorwaarden, passende organisatievormen en prioriteiten voor onderzoek en innovatie. Ook wordt er gewerkt aan het creëren van afzetmarkten voor restmaterialen uit de glastuinbouw, onder andere door deze materialen in te zetten als grondstof voor de bouwsector. Tot slot wordt bijgedragen aan het innovatieprogramma Circulaire Tuinbouw 2020-2050 van Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN), dat experimenteerruimte, ondernemerschap en nieuwe verdienmodellen ondersteunt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 82 | Wat zijn de gevolgen in Nederland voor wat betreft eventueel benodigde herziening van toelatingen van bestrijdingsmiddelen door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) naar aanleiding van de uitspraak van het Parijse Hof van Beroep (Lire les arrêts nos 23PA03881, n° 23PA03883, n° 23PA03895), dat is gebaseerd op een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU (ECLI:EU:C:2024:356) en waarbij behalve hormoonverstoring ook andere relevante schadelijke effecten zoals carcinogeniteit of neurotoxiciteit moet worden herbeoordeeld? De recente uitspraak van het Parijse Hof van Beroep heeft geen gevolgen in Nederland of voor het Ctgb. De Tweede Kamer is eerder schriftelijk geïnformeerd15 over het EU Hof-arrest waarnaar in de vraag is verwezen. In dezelfde brief is de Kamer bericht over de gevolgen die het Ctgb hieruit heeft getrokken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 83 | Kan een overzicht worden verstrekt van besluiten van de afgelopen vijf jaar om subsidies te verstrekken voor activiteiten waar pesticidengebruik een wezenlijk onderdeel van was, waarbij in enkele zinnen het project wordt toegelicht en de financier, de naam van de subsidieregeling, de ontvanger van de subsidie, het bedrag en het jaar dat het besluit tot subsidie is genomen, wordt vermeld? Hieronder ontvangt u het gevraagde overzicht.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 84 | Voor hoeveel toelatingen van (bestrijdings)middelen waarin werkzame stoffen die gelden als ‘kandidaten voor vervanging’ aanwezig zijn, is sinds 1 januari 2024 de nieuwe werkwijze van het Ctgb in de ‘vergelijkende evaluatie’ geldt, de toelating ingetrokken respectievelijk niet verlengd? Sinds 1 januari 2024 is zes keer een vergelijkende evaluatie uitgevoerd voor gewasbeschermingsmiddelen16, met de nieuwe werkwijze van het Ctgb. In vier gevallen heeft dit geleid tot het vervallen van een aantal aangevraagde toepassingen (teelten of plaagorganismen), in één geval is de gehele aanvraag voor uitbreiding afgewezen en in één geval is de gehele aanvraag toegelaten omdat er voor geen enkel gebruik een veiliger alternatief was. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 85 | Wat zijn de kandidaten voor vervanging die vanaf 2014 zijn vervangen door (de erkenning van het bestaan van) minder schadelijke alternatieven? Sinds 2014 zijn geen aanvragen afgewezen op basis van de vergelijkende evaluatie. Uw Kamer is hier op 25 mei 2022 schriftelijk geïnformeerd17 over een kwalitatieve analyse van de tijdsperiode van het moment van invoering van de vergelijkende evaluatie (1 augustus 2015) tot en met begin 2022. Tussen begin 2022 en eind 2023 is verder geen aanvraag afgewezen op basis van de vergelijkende evaluatie. Bij de vergelijkende evaluaties die zijn uitgevoerd bleken op grond van de landbouwkundige vergelijking op dat moment geen geschikte alternatieven beschikbaar te zijn. Dit heeft geleid tot het besluit om deze middelen toe te laten. Op basis van de ervaringen heeft het Ctgb besloten dat de vergelijkende evaluatie vereenvoudigd dient te worden, wat heeft geleid tot de nieuwe werkwijze van het Ctgb, zoals genoemd in mijn antwoord op vraag 84. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 86 | Kan een overzicht worden gegeven van de toelatingen van middelen met kandidaten voor vervanging die nog altijd van kracht zijn in Nederland, waarbij u aangeeft wanneer voor deze pesticiden de eerste toelating is afgegeven, wanneer deze voor het laatst (hernieuwd) is toegelaten en sinds wanneer deze als kandidaat voor vervanging wordt beschouwd? Er zijn momenteel 168 toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen op basis van 30 Europese goedgekeurde kandidaten voor vervanging (werkzame stoffen). Een overzicht van deze stoffen en informatie over de historie van de goedkeuring is te vinden in de Europese pesticide databank18. Informatie over de betreffende Nederlandse toelatingen is te vinden in toelatingen databank van het Ctgb19. Het is helaas niet mogelijk om een volledige analyse te geven van al deze gewasbeschermingsmiddelen in het tijdsbestek voor beantwoording van schriftelijke vragen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 87 | Kan een overzicht worden gegeven van het aantal toelatingen voor pesticiden per jaar van de afgelopen 20 jaar dat van kracht was in dat jaar en hoeveel toelatingen zijn ingetrokken en nieuwe toelatingen zijn afgegeven in dat jaar? Het Ctgb publiceert jaarlijks in zijn jaarverslag het aantal toelatingen, ingetrokken en geëxpireerde toelatingen en nieuwe toelatingen. De jaarverslagen voor de periode 2012 – 2024 zijn online terug te vinden op de Ctgb-website20. Het is niet mogelijk om een volledig overzicht te geven van de afgelopen 20 jaar in het korte tijdsbestek voor beantwoording van schriftelijke vragen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 88 | Kan een overzicht worden gegeven van toelatingen van pesticiden door het Ctgb die afgelopen tien jaar zijn ingetrokken waarbij het risico (voor mens of milieu) groter werd ingeschat dan de inzichten die er waren ten tijde van de eerste toelating van het middel? Er zijn verscheidene redenen mogelijk waarom een toelating van een middel kan worden ingetrokken door de aanvrager of niet meer wordt verlengd door het Ctgb. Dit kan naast geconstateerde risico’s in de beoordeling ook worden veroorzaakt door ontbrekende gegevens of vanwege procedurele en bijvoorbeeld in het geval de aanvrager, bedrijfseconomische redenen. Het is niet mogelijk om een volledig overzicht te geven van de redenen voor volledige of gedeeltelijke afwijzing van toelatingen van de afgelopen 10 jaar. Wel wordt sinds 2014 in de jaarverslagen van Ctgb aangegeven hoeveel middelen zijn voorgelegd aan het College, hoeveel volledig of gedeeltelijk zijn afgewezen of teruggetrokken door de aanvrager. In het algemeen kan worden gesteld dat in de afgelopen 10 jaar het toetsingskader strenger is geworden wat kan leiden tot het volledig of gedeeltelijk afwijzen van toelatingen of tot het aanscherpen van de gebruiksvoorschriften. Ter indicatie, in 2024 werd van de reeds toegelaten middelen circa 35 procent van de aangevraagde toepassingen afgewezen of ingetrokken en werd bij 37% van de toepassingen het gebruiksvoorschrift aangescherpt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 89 | Wat zijn de uitkomsten van de bestudering door het Ctgb van ‘de Deense informatie om te zien wat dit voor de Nederlandse situatie betekent’ zoals zij aangeeft in een nieuwsbericht op haar website van 18 juli 2025, refererend aan het Deense besluit om (alle) 23 gewasbeschermingsmiddelen met stoffen die onder de definitie van PFAS vallen te verbieden? Hoeveel van deze 23 middelen zijn ook in Nederland toegelaten en voor welke teelten? Het Ctgb heeft inmiddels de wetenschappelijke onderbouwingen van de beslissing van Denemarken ontvangen en bestudeert momenteel wat dit betekent voor de Nederlandse situatie. Dit is een zorgvuldig proces wat tijd nodig heeft waarbij uw Kamer geïnformeerd zal worden zodra de uitkomsten bekend zijn. De 23 middelen in het Deense intrekkingsbesluit zijn gebaseerd op de volgende zes werkzame stoffen die onder de definitie van PFAS vallen: fluopyram (fungicide), fluazinam (fungicide), flonicamid (insecticide), diflufenican (herbicide), mefentrifluconazool (fungicide) en tau-fluvalinaat (insecticide). Op basis van deze werkzame stoffen zijn er momenteel in totaal 56 middelen toegelaten in Nederland voor diverse teelten. Welke teelten het betreft kan per middel worden bekeken in de Ctgb-toelatingendatabank21. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 90 | Heeft u overwogen om evenals Denemarken PFAS-pesticiden te verbieden en zo ja, wat was de uitkomst van uw afwegingsproces? Het Ctgb is de Nederlandse bevoegde autoriteit voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Wanneer nieuwe relevante wetenschappelijke informatie over een stof beschikbaar komt, is het aan het Ctgb om deze te beoordelen en om, indien noodzakelijk, bestaande toelatingen hierop aan te passen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 91 | Kan een overzicht worden verstrekt van alle acties die zijn ondernomen sinds de brief van het Ctgb aan u van 16 april 2025, waarin het Ctgb u oproept een snelle aanpak te realiseren voor stoffen die trifluorazijnzuur (TFA) produceren? Naar aanleiding van de oproep van het Ctgb heeft het ministerie van LVVN, samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, een brief aan de Europese Commissie gestuurd met de oproep om een snelle aanpak te realiseren in lijn met de aanbevelingen van het Ctgb. Deze oproep is later ook mondeling in het hiervoor relevante Europese SCoPAFF-overleg herhaald |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 92 | Kan een overzicht worden verstrekt van de organisaties die sinds uw aantreden bij u en het ministerie van LVVN in brede zin over de mogelijke aanpak van stoffen die TFA produceren en de methodiek die de Europese Commissie daarvoor wil ontwikkelen een standpunt kenbaar hebben gemaakt? Over het onderwerp TFA in brede zin heeft het ministerie van LVVN input gekregen vanuit PAN-Nederland, Croplife Europe en de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin). Met de Vewin zijn tevens gesprekken gevoerd om dit onderwerp nader te verkennen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 93 | Kan een overzicht worden verstrekt van de hiaten in kennis en toetsing bij de toelatingsprocedures voor pesticiden die de afgelopen vijf jaar zijn genoemd door relevante kennisinstellingen of andere actoren zoals Wageningen University & Research (WUR), European Food Safety Association (EFSA), Ctgb en rechterlijke instanties en daarbij aangeven wie dit hiaat benoemde en in welke publicatie? Het toelatingsbeleid is continu in ontwikkeling en gericht op het meenemen van nieuwe wetenschappelijke inzichten, afkomstig van of geagendeerd door uiteenlopende actoren. Om die reden heeft dit kabinet een onafhankelijke analyse laten uitvoeren naar het toetsingskader voor gewasbeschermingsmiddelen en gedeeld met de uw Kamer22 (november 2024). Enkele thema’s die de afgelopen vijf jaren veel aandacht hebben gekregen, betreffen onder meer het toetsen op neurologische aandoeningen,
Deze thema’s hebben al langer de aandacht en zijn onder meer tijdens de evaluatie van de gewasbeschermingsverordening (REFIT) in 2020 door Nederland al geagendeerd in Europees overleg en bij de Europese Commissie (onder meer neurotoxiciteit, cumulatie). Gezien de lange voorgeschiedenis is het niet mogelijk om te achterhalen welke actor als eerste een nieuw inzicht heeft geagendeerd. De belangrijkste actoren zijn wetenschappelijke instituten, universiteiten, Europese en nationale toelatingsautoriteiten, ngo’s en burgerinitiatieven. Naar aanleiding van rechtszaken die ngo’s en/of burgerinitiatieven hebben geïnitieerd, zijn er de afgelopen vijf jaren meer gerechtelijke uitspraken geweest (Europees Hof, Raad van State, civiele rechters) die verwijzen naar een of meer van de hiervoor genoemde thema’s. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 94 | Wat is de stand van zaken en wat zijn de mogelijk al getrokken conclusies voor wat betreft de inhuur van reclamebureau’s door vier ministeries, waaronder LVVN, om de communicatie over bestrijdingsmiddelen minder over de gevaren te laten gaan en wat is de nieuwe kernboodschap? De huidige communicatie over toelatingen van bestrijdingsmiddelen (gewasbeschermingsmiddelen en biociden) leidt bij zowel burgers als bedrijven tot vragen en onduidelijkheden. Het is van belang deze onduidelijkheden te adresseren en zodoende het vertrouwen in en de begrijpelijkheid van de communicatie te vergroten. Daarom is de inzet gericht op het verbeteren van de transparantie en duidelijkheid van de communicatie over de toelating van bestrijdingsmiddelen. Ook om eenduidige en heldere informatie te verschaffen, zodat alle betrokkenen beter inzicht verkrijgen in het toelatingsproces en de daarmee samenhangende veiligheidsaspecten. De werkzaamheden ter ontwikkeling van deze vernieuwde communicatieaanpak zijn gestart en worden naar verwachting in het tweede kwartaal van 2026 afgerond. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 95 | Wat is het volume van sierteeltgewassen en het volume snijbloemen die sinds 2020 jaarlijks vanuit niet-EU-landen worden geïmporteerd, indien mogelijk uitgesplitst per land van herkomst? Het onderstaande tabel geeft een overzicht van de importwaarde in mld. euro van sierteeltgewassen en snijbloemen die Nederland sinds 2020 jaarlijks importeert vanuit niet EU-Landen. Nederland importeert een grote diversiteit aan sierteeltgewassen en snijbloemen en deze worden in veel verschillende eenheden per goederensoort weergegeven. De eenheden laten zich moeilijk optellen en vergelijken, daarom worden de importcijfers in mld. euro importwaarde weergegeven. De importwaarde van sierteeltgewassen en snijbloemen vanuit niet-EU-landen tussen 2020 en 2024 is 6.063 miljard euro. Tabel 1: Importwaarde sierteeltgewassen en snijbloemen niet-EU (mld. euro), 2020 – 2024
Bron: CBS Statline, 2025 Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft voor de categorie "Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers" gegevens gepubliceerd over de periode 2020 tot en met 2024. Tabel 2 bevat de bijbehorende cijfers voor deze jaren. Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met een wijziging in de publicatiemethode vanaf 2022. Waar in 2020 en 2021 aantallen per stuk zijn afgerond, hanteert het CBS vanaf 2022 een afronding in miljoenen stuks. Hierdoor zijn de gegevens over de jaren onderling niet direct vergelijkbaar. De cijfers zijn daarbij gegroepeerd per regio en niet afzonderlijk per land beschikbaar. Tabel 2: Invoerhoeveelheid in stuks “afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering vers”
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 96 | Hoe wordt de toelatingsprocedure voor nieuwe biotechnologische toepassingen voor biologische gewasbeschermingsmiddelen (zoals onder andere via precisiefermentatie) versneld en vereenvoudigd? Nederland zet zich, samen met het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in EU-verband in om draagvlak te verkrijgen voor een efficiëntere en meer passende beoordeling van biologische middelen, die beter aansluit bij de aard en kenmerken ervan. Dit heeft begin 2025 geleid tot een publicatie van een vernieuwende risicobeoordeling: “Using problem formulation for an efficient, fit-for-purpose risk assessment of microbial plant protection products”. Op dit moment wordt in EU- en internationaal verband gewerkt aan verdere ontwikkeling hiervan, zowel voor microbiële als niet-microbiële stoffen. De Europese Commissie heeft aangekondigd dit najaar met een Omnibus wetsvoorstel te komen die o.m. moet voorzien in concrete wijzigingen van de Verordening Gewasbeschermingsmiddelen (EU) 1107/2009 om de beschikbaarheid van biologische gewasbeschermingsmiddelen te versnellen. Hiervoor heeft de Europese Commissie op 16 september jl. een zogeheten call for evidence gepubliceerd om input te ontvangen van belanghebbenden op gewenste vereenvoudiging, verduidelijking en modernisering. Ook Nederland heeft input geleverd. Eén van de punten die Nederland voorstelt voor gewasbeschermingsmiddelen is om binnen de EU één zone aan te houden voor de toelating van producten die werkzame stoffen of microbiële stoffen met een laag risico bevatten. Nederland blijft actief bijdragen aan dit traject. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 97 | Welke concrete stappen worden gezet om de Europese toelatingskaders te beïnvloeden, zodat Nederlandse innovaties sneller op de markt kunnen komen? De inzet van Nederland richt zich op snellere en vereenvoudigde procedures voor alle biologische gewasbeschermingsmiddelen (zie het antwoord op vraag 96), ongeacht waar deze ontwikkeld zijn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 98 | Hoe wordt de proportionaliteit van regelgeving geborgd, zodat innovatieve midden- en kleinbedrijven niet worden ontmoedigd door hoge lasten? Bij het maken of wijzigen van beleid of regels kunnen er gevolgen zijn voor bedrijven. In beleidsontwikkeling wordt veelal met betrokken partijen gesproken voor wie de regelgeving relevant is. Daarnaast kent een wetgevingstraject ook een internetconsultatie waarbij er breed reactie wordt opgehaald vanuit de samenleving. Binnen de Rijksoverheid is het Beleidskompas de centrale werkwijze voor het ontwikkelen en herzien van beleid. Bij het Beleidskompas staan vijf stappen centraal bij het opstellen van beleid, variërend van het identificeren van het probleem tot het in kaart brengen van verschillende opties, met bijbehorende gevolgen, om het beleidsdoel te realiseren. Hierbij wordt ook gekeken naar aspecten als administratieve lasten en proportionaliteit. Om deze gevolgen in beeld te krijgen voert het ministerie van LVVN de verplichte Bedrijfseffectentoets (BET) (inclusief (cumulatie van) Regeldruk) en de MKB-Toets uit. Hierbij wordt er onder andere getoetst op effecten op innovatie, op de markt en (cumulatie van) regeldruk voor bedrijven. Deze toetsen zijn verplicht voor alle nieuwe regels of wijzigingen die voortkomen uit nationaal beleid, Europese richtlijnen en EU-verordeningen. De uitkomsten van de toetsen verwerkt LVVN in het concept wetsvoorstel of de concept regelgeving. Vervolgens vraagt LVVN hiermee advies aan bij het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR onderzoekt onder andere hoe hoog de regeldruk is en wie de druk ervaart, en of het gemakkelijker kan. De ATR kan hierbij gebruik maken van een internetconsultatie. ATR geeft vervolgens een samenvattend oordeel (dictum) aan de verantwoordelijke bewindspersoon, al dan niet nadat het concept wetsvoorstel of de concept regelgeving is aangepast op verzoek van het ATR. Daar waar regelgeving gevolgen heeft voor partijen kan het zo zijn dat er subsidies of andere ondersteunende maatregelen worden genomen, om ofwel meer tijd te krijgen om aan regelgeving te voldoen, ofwel de mogelijkheid te krijgen om te investeren in bijvoorbeeld kosten om te verduurzamen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 99 | Hoeveel procent van het landbouwareaal wordt momenteel gebruikt voor biologische landbouw en wat was de ontwikkeling hiervan de afgelopen tien jaar? In 2024 bedroeg het biologische landbouwareaal in Nederland volgens de cijfers van Skal Biocontrole 91.527 hectare. Dit was 5,1% van het totale Nederlandse landbouwareaal van 1,8 miljoen hectare. De tabel hier onder geeft de ontwikkeling van het biologische landbouwareaal over de afgelopen 10 jaren weer.
Bron: Skal Biocontrole / CBS |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 100 | Kunt u toelichten hoe de margeverdeling in de voedselketen op dit moment is en hoe deze zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld heeft? Marges in de voedselketen verschillen per ketenschakel en product. De grote verschillen in de prijsvorming van onze voeding maken het onmogelijk om een algemene uitspraak te doen over margeverdeling in de keten. Schaalvoordelen of niches in de markt leiden veelal tot hogere marges voor bedrijven. De voedselketen, ook aan te duiden als het agrocomplex, bevat vele schakels, van toeleveranciers, primaire productie, verwerkende industrie, tot verkoopkanalen in de horeca en retail. Daarnaast hangt een groot deel van de activiteiten in het agrocomplex samen met export van bewerkt en onbewerkt agrarische producten. De bijdrage van het totale agrocomplex aan het bruto binnenlands product (bbp) schommelt al jaren rond de 7%. In het deel van het agrocomplex dat enkel gebaseerd is op binnenlandse agrarische grondstoffen, waren toelevering (ca 35%) en primaire productie (ca 30%) samen verantwoordelijk voor twee derde van de toegevoegde waarde. De ACM heeft in 2025 opnieuw met Wageningen Social Economic Research onderzoek gedaan naar margeverdeling over verschillende ketenschakels voor 6 producten, en recent deze Agro-nutrimonitor gepubliceerd. De minister van LVVN zal de resultaten op korte termijn met de Kamer delen. Uit de monitor blijkt dat een verwerkt product zoals kaas of verwerkte sperziebonen in glas en blik over het algemeen een hogere marge oplevert dan vers, onbewerkt product zoals appels, tomaten of aardappels. De ACM heeft ook in 2014 onderzoek gedaan naar prijsvorming in de keten, en gaf toen aan dat er in de keten nergens onevenredig veel winst werd gemaakt. Op basis van de monitors die zijn uitgevoerd sinds 2022 heeft de ACM ook geen signalen afgegeven over onevenredige margeverdeling in de keten. Afgelopen jaren hebben prijzen gefluctueerd. Na een periode van sterk gestegen grondstofprijzen (2023) zijn deze inmiddels gedaald, met een kostendaling tot gevolg en minder druk op de marges voor producenten. Bedrijven die afhankelijk zijn van energie (bijvoorbeeld industrie) houden echter druk op hun marges door gestegen energieprijzen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 101 | Kunt u toelichten wat de belangrijkste oorzaken zijn van de vertraging die is ontstaan bij de uitvoering van aankooptrajecten door de Nationale Grondbank? De Nationale Grondbank (NGB) van LVVN koopt op verzoek van de provincies cultuurgrond of agrarische bedrijfslocaties (met grond) op basis van vrijwilligheid en tegen marktconforme prijzen. Voor het aanbod is de NGB afhankelijk van anderen: de NGB opereert passief. Het zorgvuldig doorlopen van het gehele aankooptraject speelt een rol bij de genoemde ‘vertraging’: een traject duurt gemiddeld zes tot twaalf maanden. Slechts een klein deel van de bedoelde vertraging kan worden verklaard door het achterblijven van nieuwe aankooptrajecten: er lijkt voldoende aanbod en de NGB heeft ook een flink aantal casussen opgepakt. De belangrijkste oorzaak voor de lagere uitputting en de noodzaak om middelen te schuiven, is echter dat een deel van de casussen niet heeft geleid tot een aankoop; veelal doordat de verkopende partij met een andere partij tot overeenstemming kwam, met als achterliggende verklaring dat bod van de NGB te laag werd bevonden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 102 | Hoe ziet uw blijvende inzet op multifunctionele landbouw er concreet uit voor de komende jaren? Multifunctionele landbouw ondernemingen leveren een positieve bijdrage aan het verdienvermogen van agrarische bedrijven, de leefbaarheid en werkgelegenheid op het platteland. Zowel het landelijk gebied als de klanten, cliënten en consumenten profiteren van het multifunctioneel landbouw-aanbod. Het versterkt de band tussen boer en burger, en tussen stad en platteland. Dit komt ten goede aan het draagvlak voor de gehele agrarische sector. Ik sta in nauw contact met LTO Platform Multifunctionele Landbouw, en zal mij ook de komende jaren blijven inzetten voor deze diverse bedrijfstak in de agrarische sectoren de ontwikkeling van multifunctionele landbouw. Zo zet ik me in voor ruimte in beleid en regelgeving. Daartoe voer ik samen met provincies, gemeenten en andere betrokken partijen het gesprek over regels die in de weg staan voor multifunctionele initiatieven. Als onderdeel van deze inzet ondersteun ik nu de ontwikkeling van een routekaart voor Nederlandse gemeenten om multifunctionele landbouw in het omgevingsplan te passen. Daarnaast zet ik in op kennis en innovatie over het toekomstperspectief voor de ontwikkeling van de sector. Zo wordt gewerkt aan een rapport dat het toekomstpad van de multifunctionele landbouw richting 2035 schetst. Dit rapport zal handvatten bieden voor beleid, verdienmodellen en samenwerking in de komende jaren. Als laatste blijf ik in constante dialoog met ondernemers van multifunctionele landbouw ondernemingen en gerelateerde belanghebbenden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 103 | Wordt in deze inzet expliciet rekening gehouden met de positie van zorgboerderijen binnen de multifunctionele landbouw? Ik zie de positie van zorgboerderijen als zeer belangrijk en in deze inzet wordt dan ook expliciet rekening gehouden met de positie van zorgboerderijen binnen de multifunctionele landbouw. Waar het zorgwet- en regelgeving betreft is dit de primaire verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In het kader van de motie van de Kamerleden Van Campen & Grinwis (Kamerstuk 30252, nr. 186) ben ik op dit onderwerp in gesprek met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De motie verzoekt de regering om in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in kaart te brengen hoe knellende wet- en regelgeving voor zorgboeren en andere, soortgelijke multifunctionele bedrijven weggenomen kan worden, bijvoorbeeld door middel van uitzonderingen of versoepelingen. Waarbij het Ministerie van Landbouw, Visserij, voedselzekerheid en Natuur het voortouw dient te nemen. Begin 2026 deel ik mijn bevindingen naar aanleiding van deze motie met de Kamer. Het is een gedeelde kabinetsinzet om administratieve lasten te verminderen en dit staat dan ook bij ons beiden hoog op de agenda. In dat kader ben en blijf ik in met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de sector in gesprek. Zo zoeken we continue synergie op onze inzet ten aanzien van knellende wet- en regelgeving voor multifunctionele landbouw ondernemingen in het algemeen en zorgboerderijen in het bijzonder. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 104 | Maakt het verminderen van administratieve lasten en het versimpelen van bestaande wet- en regelgeving onderdeel uit van de inzet? Zo ja, welke concrete stappen neemt u om dit te realiseren? Zie het antwoord op vraag nr. 103. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 105 | In hoeverre stemt u, in het kader van kabinetsinzet op multifunctionele landbouw, af over de omvangrijke administratieve lasten en regelgeving die zorgboerderijen raken, zowel in hun rol als ondernemer, agrariër, als in hun rol als zorgaanbieder? Zie het antwoord op vraag nr. 103. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 106 | Wat gaat u het komende jaar doen om de positie van multifunctionele landbouw en in het bijzonder van zorgboerderijen te versterken? Zie het antwoord op vraag nr. 103. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 107 | Welke concrete stappen gaat u zetten om de administratieve lastendruk en regeldruk voor zorgboerderijen en andere bedrijven in de multifunctionele landbouw substantieel te verminderen? Zie het antwoord op vraag nr. 103. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 108 | Wanneer zal de Autoriteit dierwaardige veehouderij worden opgericht? Er is nog geen datum bekend waarop de Autoriteit dierwaardige veehouderij zal worden opgericht. De convenantpartijen laten momenteel een verkenning uitvoeren naar de oprichting van deze Autoriteit. De planning is erop gericht dat deze verkenning eind 2025 gereed zal zijn. Op basis van deze verkenning en de besluitvorming daarover door convenantpartijen zal een oprichtingsvoorstel worden uitgewerkt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 109 | Welke wetenschappers zijn door het ministerie geconsulteerd over de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) dierwaardige veehouderij en wanneer? Er zijn vanuit meerdere disciplines verschillende wetenschappers geraadpleegd bij de totstandkoming van de Algemene Maatregel van Bestuur dierwaardige veehouderij. Het gaat om de volgende disciplines: diergezondheid, dierenwelzijn, economie en emissies. Ook zijn praktijkexperts geraadpleegd. Dit is gebeurd op verschillende momenten bij de vormgeving van de AMvB. Zoals aan het begin voor raadpleging van de vormgeving van mogelijke regels en het inzichtelijk maken van de gedragsbehoeftes van dieren, bij het berekenen van gevolgen op economisch en emissie gebied van mogelijke regels, en bij de wetenschappelijke toets die tijdens de internetconsultatie is uitgevoerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 110 | Welke externe organisaties (niet zijnde convenantsorganisaties) zijn door het ministerie geconsulteerd over de AMvB dierwaardige veehouderij en wanneer? Tijdens de totstandkoming van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is gedurende het hele traject regelmatig overleg gevoerd met wetenschappelijke experts, sectorpartijen en Dierenbescherming. Voor het uitvoeren van de agrarische praktijktoets is met (groepen van) veehouders gesproken. Daarnaast is een informatiesessie georganiseerd waarbij niet-convenantpartijen zoals andere veehouderijsectoren, NGO’s, andere ketenpartijen (o.a. transport en slacht) zijn bijgepraat over de aanpak, planning en vormgeving van de AMvB. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 111 | Kunt u een gedetailleerde lijst opstellen van de overeenkomsten en verschillen van de concept AMvB van minister Wiersma en de maatregelen in de contourenbrief van voormalig minister Adema (Kamerstuk 28286, nr. 1330) ten aanzien van invulling regelgeving dierwaardige veehouderij? In de bijlage bij de contourenbrief van mijn voorganger zijn voorgenomen maatregelen op hoofdlijnen beschreven waarbij een beperkte onderbouwing is gegeven. Daarvoor is destijds een globale economische impactanalyse opgesteld. De ontwerp AMvB dierwaardige veehouderij kent concrete artikelen, een artikelsgewijze toelichting en een uitgebreide nota van toelichting. Voor de totstandkoming van deze ontwerp AMvB zijn meerdere toetsen uitgevoerd en is een uitgebreidere impactanalyse opgesteld. De documenten zijn dusdanig verschillend van opzet en onderbouwing dat deze zich niet laten vergelijken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 112 | Welke en hoeveel publieke middelen worden ingezet om de dierwaardige veehouderij op te schalen? Er zijn in de Rijksbegroting geen middelen beschikbaar gesteld om dierwaardige veehouderij op te schalen. Het budget dat de komende jaren beschikbaar is gesteld (à € 51 miljoen) wordt ingezet ter ondersteuning van de uitvoering van het convenant en de ontwerp AMvB. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 113 | Hoe verhouden de publieke middelen die worden ingezet ten aanzien van de dierwaardige veehouderij zich met de beëindigings- en subsidieregelingen voor emissiereductie in de veehouderij? Er zijn geen financiële regelingen voor dierwaardige veehouderij. Het budget dat de komende jaren beschikbaar is gesteld (à € 51 miljoen) wordt ingezet ter ondersteuning van de uitvoering van het convenant en de ontwerp AMvB. Deze publieke middelen laten zich dan ook niet vergelijken met de publieke middelen die voor beëindigings- en subsidieregelingen voor emissiereductie in de veehouderij worden ingezet. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 114 | Welk afwegingskader wordt gehanteerd in besluitvorming ten aanzien van dierenwelzijn waar de intrinsieke waarde van het dier een rol speelt? Als het gaat om het stellen van regels bij of krachtens de Wet dieren dan volgt uit artikel 1.3 van die wet dat “ten volle rekening gehouden wordt met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.”. In de toelichting bij de ontwerp-AMvB dierwaardige veehouderij wordt gemotiveerd hoe hieraan gevolg wordt gegeven voor de in de AMvB op te nemen regels. In deze toelichting ga ik tevens uitgebreid in op de vele aspecten die een rol spelen bij de afweging om te komen tot een maatregel en om de inwerkingtredingsdatum daarvan te bepalen. Kort gezegd komt het op het volgende neer. Dieren moeten kunnen beschikken over een goede omgeving, een goede gezondheid, goede voeding en ze moeten kunnen voorzien in hun gedragsbehoeften. De gedragsbehoeften van de dieren vormen het beginpunt om te bepalen welk houdvoorschrift moet worden gesteld en daarmee is de intrinsieke waarde van het dier een centraal element in de afweging, waarbij ook andere gerechtvaardigde belangen worden betrokken zoals de uitvoerbaarheid (waaronder vergunningverlening), de economische gevolgen en relatie met emissies. Dat past bij het uitgangspunt van dierwaardige veehouderij om de dieren niet aan te passen aan het houderijsysteem, maar het houderijsysteem aan de dieren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 115 | Kunt u aangeven welk afwegingskader u heeft gehanteerd in de besluitvorming om te komen naar een maatregelenpakket voor de AMvB dierwaardige veehouderij? Zie het antwoord op vraag 114. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 116 | Welke belangen hebben meegespeeld en hoe zijn deze belangen afgewogen in het komen tot de oppervlaktenorm voor kalveren van twee vierkante meter aangezien de EFSA hier minimaal drie vierkante meter adviseert? In de Nota van toelichting van de ontwerp AMvB dierwaardige veehouderij ga ik uitgebreid in op de vele aspecten die een rol spelen bij de afweging om te komen tot een maatregel en om de inwerkingtredingsdatum daarvan te bepalen. De overkoepelende werkwijze over het komen tot afwegingen staat beschreven in het algemene deel van de Nota van toelichting bij de ontwerp AMvB. Daarnaast bevat de Nota van toelichting dierspecifieke hoofdstukken waarin de afweging per maatregel nader staat toegelicht, zo ook over de specifieke maatregel die u in deze vraag beschrijft. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 117 | Welke belangen hebben meegespeeld in de besluitvorming ten aanzien van verplichte weidegang voor koeien en kalveren en hoe zijn deze belangen afgewogen om te komen tot het besluit om geen verplichte weidegang in te stellen? Zie het antwoord op vraag 116. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 118 | Welke belangen hebben meegespeeld en hoe zijn deze belangen afgewogen in het blijven toestaan van individuele huisvesting van kalveren tijdens de eerste 2 weken van hun leven, terwijl a) voormalig minister Adema individuele huisvesting voor kalveren wilde uitfaseren en b) dat de EFSA tegen individuele huisvesting adviseert? Zie het antwoord op vraag 116. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 119 | In hoeverre en op welke wijze wordt de intrinsieke waarde van het dier als een zelfstandig belang met een eigen waarde tegenover dat van een mens meegenomen in de belangenafweging om te komen tot het maatregelenpakket in de concept-AMvB dierwaardige veehouderij? Als het gaat om het stellen van regels bij of krachtens de Wet dieren dan volgt uit artikel 1.3 van die wet dat “ten volle rekening gehouden wordt met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.”. In de toelichting bij de ontwerp-AMvB dierwaardige veehouderij wordt gemotiveerd hoe hieraan gevolg wordt gegeven voor de in de AMvB op te nemen regels. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 120 | Welke personen en partijen zijn benaderd, gevraagd en/of uitgenodigd om plaats te nemen in een Autoriteit Dierwaardige Veehouderij en op welke basis, criteria en voorwaarden deze selectie heeft plaatsgevonden? Er is niemand benaderd, gevraagd en/of uitgenodigd om plaats te nemen in een Autoriteit dierwaardige veehouderij. Daarvoor is het nog te vroeg. Er vindt, op verzoek van de convenantpartijen, momenteel een verkenning plaats naar de oprichting en inrichting van deze Autoriteit. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 121 | Wat is de stand van zaken ten aanzien van het in 2008 geformuleerde voornemen om een afwegingskader te ontwikkelen dat behulpzaam kan zijn voor de weging van verschillende belangen? Ik ben niet bekend met het voornemen uit 2008 om een afwegingskader te ontwikkelen dat behulpzaam kan zijn voor de weging van verschillende belangen. Ik kan u wel melden dat het Centre for Sustainable Animal Stewardship (CenSAS) van de Universiteit Utrecht op verzoek van mijn ministerie in 2022 een dergelijk afwegingskader heeft opgesteld. Uw Kamer is in april 2022 geïnformeerd over de oplevering van dit kader, getiteld “een stappenplan voor de belangenafweging rond de intrinsieke waarde van het dier”23. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 122 | Profiteren en zo ja, op welke wijze, dierwaardige koploperboeren van financiële regelingen ten opzichte van gangbare boeren? Naar aanleiding van diverse signalen is de RVO bezig met een inventarisatie om te bezien of financiële regelingen die door RVO worden uitgevoerd mogelijk onbedoeld niet toegankelijk zijn voor natuurinclusieve of biologische boeren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 123 | Kan een opsomming worden gegeven van interventies binnen het agrarisch onderwijs die bijdragen aan de transitie naar een dierwaardige veehouderij? De vernieuwing van het onderwijs en de koppeling tussen theorie en praktijk wordt op een aantal manieren ondersteund. Daarover is veel contact tussen mijn departement en het agrarisch onderwijs, onder andere via het Groenpact. Het agrarisch onderwijs heeft een belangrijke stap gezet met de oprichting van het nieuwe lectorenplatform in de groene sector: Dierwaardigheid in Praktijk (DiP). Dit is een initiatief van zes hogescholen (Aeres, HVHL, Has greenacademy, Inholland, Christelijke Hogeschool Ede en Avans). Naast de deelnemende hogescholen zijn ook Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research, CenSAS, Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), De Land Bouwers Twente, ZLTO en het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid betrokken bij het platform. Ik beschik niet over een compleet overzicht van activiteiten maar licht er hieronder een aantal voor u uit. Het Center of Expertise Groen (cluster dier) en het lectorenplatform hebben gezamenlijk een position paper dierwaardigheid in de praktijk opgesteld. In het verlengde daarvan wordt binnen het programma praktijkgericht onderzoek voedsel en groen van NWO-SIA een thematische call opengesteld voor een meerjarig praktijkgericht onderzoek dierwaardigheid. Kennisdeling naar het onderwijs en de praktijk over dierwaardigheid, en diergezondheid en welzijn in het algemeen, vindt plaats via Groenkennisnet in samenwerking met het Dierenwelzijnsweb onder meer via het kennisdossier Dierwaardigheid. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Groen (cluster dier) organiseert landelijke onderwijsdagen voor docenten. Een van deze onderwijsdagen stond in het teken van dierwaardige veehouderij. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 124 | Hoeveel geld gaat er naar onderzoek naar nieuwe dierwaardige stalsystemen en hoeveel geld er gaat naar onderzoek naar dierwaardigheid binnen bestaande stalsystemen? Er wordt momenteel geen budget specifiek ingezet voor onderzoek naar nieuwe dierwaardige stalsystemen en/of specifiek onderzoek naar dierwaardigheid binnen bestaande stalsystemen. Wel zijn er PPS-projecten die stalaspecten meenemen, denk aan Melkwegen 2050, Coviva 1.0 en 2.0. Mijn inzet is er evenwel op gericht om de komende jaren in de uitvoering van het convenant dierwaardige veehouderij en het daarvoor beschikbare budget (à € 51 miljoen) te investeren in onderzoek naar dierwaardigheid in bestaande en/of nieuwe stalsystemen.. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 125 | In hoeverre en op welke dossiers is dierwaardigheid een randvoorwaarde in beleid? Met de inwerkingtreding van de Wet dieren per 1 juli 2024 is het streven naar dierwaardige veehouderij in 2040 voor alle dossiers die spelen in of raken aan de veehouderij in mindere of meerdere mate relevant geworden. Het raakt nu vooral aan onderwerpen die spelen in de pluimveesector, varkenssector, melkveesector en kalverhouderij. Op een later moment zullen andere veehouderijsectoren hierbij eveneens direct betrokken raken. In meerdere subsidieregelingen is het verhogen van dierenwelzijn als randvoorwaarde opgenomen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 126 | Waar zitten de knelpunten om dierwaardigheid op te nemen als voorwaarde in de vergunningverlening van stallen en welke mogelijke maatregelen, los of deze politiek haalbaar zijn, kunnen deze knelpunten weghalen? Dierwaardigheid is géén voorwaarde voor vergunningverlening. Uiteraard is vergunningverlening wel van belang. Immers om aan de voorschriften uit de ontwerp-AMvB dierwaardige veehouderij te kunnen voldoen, zullen aanpassingen in bestaande stallen moeten worden gedaan of nieuwe stallen moeten worden gebouwd. Momenteel is ten algemene de natuurvergunningproblematiek een groot knelpunt. Op 16 september jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het vervolgpakket ‘Nederland van het slot’24. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 127 | Welke kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) zijn geformuleerd in beleidsdoelstellingen voor dierwaardigheid in de melkveehouderij, kalverhouderij, leghennenhouderij, vleeskuikenhouderij, broederijen, ouderdieren en de varkenshouderij? Er zijn vooralsnog geen kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) geformuleerd in beleidsdoelstellingen voor dierwaardige veehouderij. Wel wordt verkend hoe opgaven op het gebied van dierwaardigheid mee kunnen worden gewogen in de integrale KPI-kernset voor duurzame landbouw, als onderdeel van het programma bedrijfsgerichte doelsturing. Het streven is om dit jaar de integrale KPI-kernset voor melkvee op te leveren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 128 | Welke tenderregeling staan open of worden geopend ten aanzien van de eiwittransitie, extensivering en/of dierwaardigheid? De GLB-NSP regeling Samenwerking in veenweide en overgangsgebieden N2000 is een tenderregeling. De tweede openstelling is gepland in voorjaar 2026. Voor Dierwaardige Veehouderij en de Eiwittransitie staat geen tenderregelingen open. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 129 | Hoeveel runderen worden in Nederland jaarlijks gefokt op hoornloosheid? Deze gegevens worden niet geregistreerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 130 | Welke restricties biedt het zelfreguleringsplan ‘Duurzame Fokkerij’ ten aanzien van het fokken op hoogproductiviteit en het fokken op het weghalen van lichaamsdelen zoals hoorns bij runderen? Deze vraag kan ik niet beantwoorden. Het is niet duidelijk waarop wordt gedoeld met het zelfreguleringsplan ‘Duurzame Fokkerij’. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 131 | Hoeveel biggen werpen zeugen gemiddeld in Nederland? Wat is hierin de trend van de afgelopen tien jaar? Er worden bij de varkens geen geboortemeldingen geregistreerd. Dit betekent dat niet is te bepalen hoeveel biggen per zeug er gemiddeld geboren worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 132 | Waar en in hoeverre wordt CRISPR-Cas in Europa en Nederland toegepast op dieren? In Nederland en Europa wordt de CRISPR-Cas techniek niet toegepast op productiedieren of huisdieren. Hier gelden zeer strikte regels voor in Europa en is nog nooit een vergunning voor afgegeven. CRISPR-Cas wordt daarentegen wel toegepast bij proefdieren, om deze dieren het gewenste genetische profiel wat nodig is voor een bepaald experiment te geven. In welke mate deze techniek wordt toegepast wordt echter niet bijgehouden in de dierproevenstatistieken in Nederland en Europa. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 133 | Wat is de financiële bijdrage van financiële instellingen zoals banken, verzekeraars en pensioenfondsen aan het convenant dierwaardige veehouderij of de uitwerking van de AMvB dierwaardige veehouderij? Er zijn geen financiële bijdragen van financiële instellingen aan het convenant dierwaardige veehouderij of de uitwerking van de AMvB dierwaardige veehouderij. Ik sluit niet uit dat dergelijke instellingen in sectoren of in bedrijven investeren. Ik beschik echter niet over dergelijke data. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 134 | Wat is de financiële bijdrage en commitment aan het convenant dierwaardige veehouderij of de uitwerking van de AMvB dierwaardige veehouderij van respectievelijk de bedrijven Hendrix-Genetics, Topigs Norsvin NL, Van Drie, Vion, For Farmers, Plukon Food Group, Friesland Campina en CRV? De bedrijven Friesland Campina en Van Drie Group en zijn vertegenwoordigd in de achterban van de convenantpartijen voor de melkveesector en kalverhouderij. Deze bedrijven hebben ‘in kind’ bijdragen geleverd via de bij het convenant betrokken sectorpartijen. En via deze sectorpartijen zijn zij ook gecommitteerd aan het convenant door de ondertekening daarvan. Geen van bovenstaande partijen heeft een financiële bijdrage geleverd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 135 | Aan de invulling van welke open normen in de Wet dieren en/of het Besluit houders van dieren wordt op dit moment gewerkt? Bij brief van 24 juni jl. is de Tweede Kamer, naar aanleiding van een toezegging aan het lid Kostic (PvdD), geïnformeerd over de invulling van open normen25. Momenteel wordt nog aan de invulling van dezelfde open normen gewerkt zoals in die brief vermeld. Voor zover het gaat om de invulling van open normen in de Wet dieren of het Besluit houders van dieren gaat het om:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 136 | Welke organisaties en wetenschappers zijn bij de invulling van welke open normen in de Wet dieren betrokken? Op dit moment wordt gewerkt aan de invulling van open normen in de Wet dieren, en meer specifiek aan een aantal normen uit het Besluit houders van dieren (zie het antwoord op vraag 135 met het overzicht van open normen waar aan invulling wordt gewerkt). In de regel zullen in ieder geval de partijen die aan de betreffende regels moeten voldoen, worden betrokken bij de invulling van de open norm. Ook andere belanghebbenden kunnen in verschillende fases van het proces van het invullen worden betrokken. Daarnaast worden toezichthoudende instanties betrokken en kunnen onderzoekers in het proces worden betrokken als blijkt dat nadere wetenschappelijke kennis voor de invulling van de open norm gewenst is. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 137 | Wie kan verzoeken indienen om open normen in de Wet dieren en/of het Besluit houders van dieren in te vullen? De toezichthouders NVWA, RVO LID en de (Dieren)politie kunnen een verzoek indienen om een open norm in te vullen. Een verzoek kan ook voortkomen uit een motie van of een toezegging aan het parlement. Daarnaast ben ik, zoals aangegeven in de brief van 8 juli jl. 26, bezig om het proces om te komen tot invulling van open normen aan te scherpen en de betrokkenheid van sectorpartijen en belangenorganisaties een vaste plek te geven in de werkwijze. Sectorpartijen kunnen, indien zij zorgen hebben op een bepaalde open norm, deze inbrengen in de diverse bestaande bestuurlijke overleggen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 138 | Door wie zijn verzoeken ingediend om open normen in de Wet dieren en/of het Besluit houders van dieren in te vullen? NVWA en LID hebben de verzoeken ingediend van de open normen in de Wet Dieren en/of het Besluit houders van dieren, die zijn ingevuld of waarvoor aan invulling wordt gewerkt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 139 | Hoe is vervolg gegeven aan de motie van de leden Bromet en Thijssen (GroenLinks-PvdA) (Kamerstuk 36200-XIV, nr. 46) over het ondersteunen van innovatieve grondgebonden natuurinclusieve veehouderij sinds het uitblijven van een Landbouwakkoord? Het kabinet wil ten algemene bevorderen dat zoveel mogelijk boeren
werken op een wijze die ook goed is voor natuur en milieu en heeft
daarom structureel budget beschikbaar gesteld voor uitbreiding van
agrarisch natuurbeheer om boeren beter te kunnen belonen en langjarig
zekerheid te bieden en zo deelname aantrekkelijker te maken. Specifiek
voor veehouders in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden
ondersteunt de regeling “samenwerking in veenweiden en overgangsgebieden
N2000” melkveehouders die in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden
en de zone daaromheen extensiveren. Deze regeling zet ook in op
samenwerking van veehouders omdat zo koplopers in de kringlooplandbouw,
waaronder biologische en natuurinclusieve melkveehouderijbedrijven, hun
kennis over extensieve bedrijfsvoering kunnen delen met de andere
melkveehouderijbedrijven in het samenwerkingsverband. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 140 | Hoe wordt vervolg gegeven aan de motie van de leden Kostic (PvdD) en Koekkoek (Volt) (Kamerstuk 35334, nr. 391) over stikstofmaatregelen toetsen op dierwaardigheid? Het beleid en verschillende maatregelen die voor verschillende opgaven wordt gemaakt, wordt zoveel mogelijk integraal aangevlogen. Immers, het komt allemaal samen op het boerenerf. Zo wil het kabinet voorkomen dat beleid ingaat tegen andere opgaven waar agrarische ondernemers aan werken en dat maatregelen elkaar juist zo veel mogelijk versterken. Er zijn maatregelen waarin dierwaardigheid en het verminderen van de stikstofuitstoot hand in hand gaan, zoals bij weidegang. Ook sommige stalinnovaties dragen zowel bij aan het verminderen van emissies als een hoger dierenwelzijn. Maar er zijn ook maatregelen waar we meer alert moeten zijn en waar nodig wordt daar getoetst op de effecten op dierwaardigheid. Bijvoorbeeld bij maatregelen op gebied van veevoer. Waar gewerkt wordt aan het verlagen van het ruw eiwitgehalte van het melkveerantsoen, is extra aandacht voor de gevolgen voor diergezondheid. Zo onderzoekt de Dairy Campus wat de gevolgen zijn van verschillende ruw eiwitgehaltes op de diergezondheid. Ook binnen de pilot Koe & Eiwit wordt onderzocht wat de effecten zijn van voeraanpassingen op diergezondheid. In het convenant voerspoor is een inspanningsverplichting opgenomen op sectorniveau. Hierdoor behouden veehouders keuzevrijheid en is er ruimte voor onderlinge verschillen. Zo blijven nutritionele behoeftes geborgd en wordt diergezondheid niet geschaad en worden daarmee negatieve effecten op dierwaardigheid voorkomen. Ook geldt de relatie tussen stikstof en dierwaardigheid andersom en kunnen sommige maatregelen ten behoeve van dierwaardigheid effecten hebben op de stikstofopgaven. Samen met partijen van het convenant dierwaardige veehouderij geeft de minister van LVVN daarom uitvoering aan de kennisagenda dierwaardige veehouderij waarbij ook hiernaar gekeken wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 141 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) en over welk dossier? De minister en de staatssecretaris van LVVN hebben op verschillende momenten, op verschillende plaatsen en op verschillende manieren contact met genoemde partijen. Om daar open en transparant over te zijn, worden de agenda’s van de bewindspersonen openbaar gemaakt. Alle officiële gesprekken, afspraken en werkbezoeken met externe partijen zijn terug te vinden in deze openbare agenda op Rijksoverheid.nl, met uitzonderingen voor afspraken die bijvoorbeeld privacy of veiligheid raken. Bij alle agenda-items wordt tenminste het onderwerp/thema en een toelichting op de activiteit opgenomen. De agenda wordt wekelijks gepubliceerd en bevat alleen de afspraken die ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Bij de afspraken worden ook de deelnemers en organisaties zoveel mogelijk genoemd. We volgen daarbij het uitgangspunt ‘openbaar, tenzij’ en de beschrijving uit de ‘Uitvoeringsrichtlijn Openbare agenda bewindslieden’. Daarnaast zijn er bijeenkomsten waar meerdere van de genoemde partijen aanwezig zijn. De contacten die daar plaatsvinden worden niet geregistreerd. Dat geldt ook voor overige informele of partijpolitieke contacten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 142 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Agractie en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 143 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Farmers Defence Force en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 144 | Hoe vaak heeft de minister van LVVN, en hoe vaak heeft de staatssecretaris van LVVN, sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 145 | Hoe vaak heeft de minister van LVVN, en hoe vaak heeft de staatssecretaris van LVVN, sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Biohuis en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 146 | Hoe vaak heeft de minister van LVVN, en hoe vaak heeft de staatssecretaris van LVVN, sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Bionext en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 147 | Hoe vaak heeft u gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 148 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, BO Akkerbouw en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 149 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 150 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Vereniging voor Aardappelverwerkende Industrie Nederland (VAVI) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 151 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Vereniging van de Nederlandse Groente- en Fruitverwerkende Industrie (VIGEF) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 152 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 153 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Glastuinbouw Nederland en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 154 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Plantum en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 155 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Agrifirm en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 156 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, De Heus en over welk dossier? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 157 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, ForFarmers? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 158 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Cargill en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 159 | Hoe vaak heeft de minister van LVVN sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, het Comité van Graanhandelaren? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 160 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 161 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 162 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Centrale Organisatie voor Broedeieren en Kuikens (COBK) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 163 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 164 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Vion Food Group en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 165 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, VanDrie Groep en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 166 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Nutreco en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 167 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Compaxo en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 168 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Plukon en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 169 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Tomassen Duck-To en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 170 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, het Platform Melkgeitenhouderij en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 171 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren en Eiproductfabrikanten (Anevei) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 172 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Stichting AVINED en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 173 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 174 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Unie van Pluimvee Producenten (PO UPP) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 175 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Vereniging van Pluimvee Service Bedrijven (NVPSB) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 176 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 177 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, FrieslandCampina en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 178 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Dutch Dairy Board en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 179 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 180 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 181 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, ZuivelNL en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 182 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 183 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 184 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 185 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Koninklijke Nederlandse Slagers (KNS)? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 186 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV)? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 187 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Vereniging van Keurslagers en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 188 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 189 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Caring Farmers en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 190 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Dierenbescherming? Zie beantwoording vraag 141 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 191 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, (de organisaties van) de Dierencoalitie en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 192 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Stichting DierenLot en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 193 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Vissersbond en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 194 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 195 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Visfederatie en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 196 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Nederlandse Vereniging van Viskwekers (NeVeVi) en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 197 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Landschappen NL en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 198 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Natuur&Milieu en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 199 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Natuur- en Milieufederaties en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 200 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Natuurmonumenten en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 201 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Milieudefensie en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 202 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Soorten NL en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 203 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Zoogdiervereniging en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 204 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Stichting De Noordzee en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 205 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Vogelbescherming Nederland en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 206 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, Wereld Natuur Fonds Nederland en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 207 | Hoe vaak heeft u sinds 1 januari 2025 gesproken met, en/of evenementen bijgewoond van, de Waddenvereniging en over welk dossier? Zie beantwoording vraag 141. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 208 | Hoeveel bedrijven in de garnalenvisserij verwacht u die gebruik zullen maken van de vrijwillige saneringsregeling en om welk aandeel van de totale garnalenvisserij gaat dit dan? Naar verwachting zullen er rond de 50 garnalenvaartuigen worden gesaneerd. Dit blijkt uit gesprekken met de sector. Dat komt neer op ongeveer 25% van de garnalenvloot. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 209 | Wat is de formulering van de opdracht ten aanzien van de evaluatie van het huidige jachtstelsel? Over de formulering van de opdracht vindt op dit moment nog afstemming plaats, waarbij de provincies en andere stakeholders nauw worden betrokken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 210 | Welke preventieve maatregelen kan de overheid nemen, los van het politiek draagvlak, om de achteruitgang van dierlijke soorten tegen te gaan? In de Omgevingswet zijn verbodsbepalingen opgenomen die erop gericht zijn de achteruitgang van soorten te voorkomen, waaronder het verbod om dieren te doden, verontrusten of verblijfplaatsen te vernielen. Daarnaast vloeien uit de Omgevingswet verplichtingen voort om voor bepaalde soorten actieve maatregelen te nemen met als doel populaties te herstellen. Voor dit laatste zijn provincies verantwoordelijk. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 211 | Is er ten aanzien van de stelselherziening jacht met de provincies gesproken over het overdragen van de financiele aansprakelijkheid van faunaschade van provincies naar de landelijke overheid om hiermee de financiele belangenverstrengeling tussen besluitvorming en beoordeling weg te nemen? Nee, het verlenen van tegemoetkomingen is een bevoegdheid van de provincies. Er zijn op dit moment geen voornemens om daaraan iets te veranderen. Bij de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming in 2016 is er bewust voor gekozen om de rol van bevoegd gezag en de verantwoordelijkheid om tegemoetkomingen te verlenen bij één bestuurslaag te beleggen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 212 | Hoe wordt de onafhankelijkheid van de evaluatie naar het jachtstelsel van het onderzoeksbureau of de onderzoekers gewaarborgd? De onafhankelijkheid van de evaluatie wordt gewaarborgd door een transparante selectie van het onderzoeksbureau, waarbij onafhankelijkheid als belangrijk selectiecriterium in het offerteproces wordt meegewogen. Daarnaast worden duidelijke afspraken gemaakt over de onderzoeksopzet en -uitvoering. Voorafgaand aan de start van het onderzoek wordt van het bureau verwacht dat het een voorstel indient waarin wordt toegelicht hoe de onafhankelijkheid gedurende het hele onderzoek wordt geborgd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 213 | Wordt ook de effectiviteit van alternatieven voor jacht (zoals preventieve maatregelen, ecologische beheeropties, uitbreiding natuurareaal) in de evaluatie naar het jachtstelsel meegenomen? De evaluatie zal zich richten op wetgeving, de manier waarop daar uitwerking en uitvoering aan wordt gegeven en de mate waarin de doelstellingen van het wettelijk instrumentarium worden gerealiseerd. Een van de wettelijke vereisten in het kader van schadebestrijding is dat bij een ingreep eerst wordt beoordeeld of de inzet van andere bevredigende oplossingen mogelijk is. Inzicht in dergelijke oplossingen en ook de mate waarin die bevredigend zijn is dus onderdeel van de evaluatie. Bij jacht ten behoeve van benutting is een beoordeling van andere bevredigende oplossingen niet onderdeel van het wettelijk kader. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 214 | Hoe en wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de evaluatie naar het jachtstelsel? In de volgende verzamelbrief Natuur zal een update van de evaluatie worden gegeven. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 215 | Wanneer start de evaluatie naar het jachtstelsel en wat is de verwachte opleverdatum? Naar verwachting wordt de opdracht medio januari 2026 verstrekt en kan de evaluatie rond de zomer van 2026 worden opgeleverd. De definitieve doorlooptijd is afhankelijk van de scope van de evaluatie en de gekozen onderzoeksmethode. Hierover bestaat meer duidelijkheid na de selectie van het onderzoeksbureau. De officiële planning van het onderzoeksbureau zal na de selectie met de Kamer worden gedeeld. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 216 | Wat is het beschikbare budget voor de evaluatie naar het jachtstelsel en uit welk begrotingsartikel komt dit? Het traject voor de bestedingsplannen van 2026 zal binnenkort van start gaan. Het voornemen is om 80.000 euro te reserveren voor de beleidsevaluatie, uit begrotingsartikel 22 voor Natuur Visserij en Gebiedsgericht werken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 217 | Wat is de stand van zaken met betrekking tot de herziening van natuurdoelanalyses? Is de handreiking hiervoor inmiddels beschikbaar? Wordt deze met de Kamer gedeeld? Eind vorig jaar zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het vervolg cyclisch proces van de natuurdoelanalyses. Rijk en provincies hebben afgesproken dat de natuurdoelanalyses verbreed zullen worden naar alle drukfactoren, alle habitats en alle Natura 2000-gebieden, in plaats van een beperkte focus op stikstof zoals in de eerste cyclus het geval was. Ook is afgesproken dat de natuurdoelanalyses een plek krijgen in het proces van de Natura 2000-beheerplannen. Het is aan de voortouwnemers om aan deze afspraken nu al invulling te geven. Om hen (provincies, Rijkswaterstaat en Defensie) hierin te faciliteren, wordt de handreiking voor het opstellen van de natuurdoelanalyses geactualiseerd door Rijk en provincies. De geactualiseerde handreiking is nog niet af omdat het kabinet het belangrijk vindt dat hierin ook de inbreng van externe stakeholders betrokken wordt. Deze inbreng is opgehaald en wordt nu verwerkt. Verwacht wordt dat de handreiking eind dit jaar in concept gereed is, deze zal vervolgens door de Ecologische Autoriteit getoetst worden. Nadat het toetsingsadvies verwerkt is en bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, kan de handreiking met uw Kamer gedeeld worden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 218 | Welke overheidsmiddelen moeten op basis van de Impactassessment Verordening Natuurherstel beschikbaar worden gemaakt om de noodzakelijke maatregelen te nemen om te kunnen voldoen aan de Natuurherstelverordening? Klopt het dat dit zo'n 1,7 tot 2 miljard euro per jaar vraagt? De Natuurherstelverordening behelst een grote opdracht voor Nederland en andere Europese Lidstaten op het gebied van natuurherstel en additionele natuurmonitoring. De NHV bevat oplopende doelen voor 2030, 2040 tot en met 2050. Conform de vereisten van de verordening zal Nederland op 1 september 2026 een concept-natuurplan opleveren, en vervolgens op 1 september 2027 een definitief natuurplan. Op dit moment wordt ten behoeve van het concept-natuurplan uitgewerkt welke maatregelen én middelen nodig zijn om als Nederland te kunnen voldoen aan de Natuurherstelverordening. De eerste inschatting daarover is gemaakt door Berenschot en Arcadis in het impact assessment dat is gemaakt ten tijde van de totstandkoming van de Natuurherstelverordening. De daadwerkelijke omvang van benodigde (Nederlandse) overheidsmiddelen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het type maatregelen die benodigd blijken en/of waarvoor gekozen wordt, de kosteneffectiviteit van maatregelen en de mate waarin Europese financiering vanuit het nieuwe MFK zal bijdragen aan de te nemen maatregelfinanciering. Dat is bepalend voor de totale omvang van het benodigd budget en het is te vroeg om hierop vooruit te lopen. Zoals in het Programmaplan Natuurplan is aangegeven, geldt dat het verder vormgeven van het Natuurplan en bijbehorende bekostiging aan een volgend kabinet is. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 219 | Is het juist dat investeringen in systeemherstelmaatregelen omwille van de efficiency en effectiviteit het best aan het begin van het traject van de Natuurherstelverordening kunnen worden gedaan? Welke budgettaire consequenties heeft dit? De urgentie van deze opgave is groot. Uit alle recente onderzoeken en rapportages blijkt dat het overheidsbeleid van de afgelopen jaren niet heeft geleid tot duurzaam herstel van natuur en biodiversiteit en ook dat het beleid dat nu in uitvoering of voorbereiding is onvoldoende perspectief biedt op VHR-doelbereik. Gezien de juridische verplichtingen die additioneel op de natuurwetgeving zijn gekomen door de Natuurherstelverordening, zal er meer invulling moeten worden gegeven aan het natuurbeleid, om de doelen daadwerkelijk te halen. Systeemherstel is daarvoor randvoorwaardelijk en het starten met systeemherstel kan voorkomen dat extra kosten moeten worden gemaakt voor herstel van schade omdat systeemherstel uitblijft. Tegelijkertijd zijn ook andere maatregelen zoals goed beheer zijn nodig om de natuur daadwerkelijk te verbeteren. Daar zullen naar verwachting substantiële incidentele- en structurele middelen voor nodig zijn om de benodigde maatregelen te kunnen treffen. Het (concept)natuurplan zal zich primair richten op de doelen voor 2030, met doorkijk naar de verder oplopende doelen voor 2040 en 2050. Voor zowel de te nemen maatregelen als de financiering daarvan, zal een afweging worden gemaakt op basis van zaken als effectiviteit van de maatregel, de synergiën met ander beleid, kostenefficiëntie, draagvlak en uitvoerbaarheid. In het Programmaplan Natuurplan zijn de stappen voor het komen tot maatregelen en het concept en definitief Natuurplan uitvoerig geduid. Het is te vroeg in het proces van de totstandkoming van het Natuurplan om al een precieze inschatting te kunnen geven van de budgettaire consequenties. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 220 | Hoeveel stikstofuitstotende bedrijven zijn er binnen 250 meter van overbelaste gebieden in de Veluwe en de Peel? Eind april heeft het RIVM een kennisnotitie gepubliceerd met informatie over de zones rondom Natura 2000-gebieden 27. Als bijlage bij deze kennisnotitie zijn databestanden toegevoegd, waarin onder andere de hier gevraagde informatie te vinden is. Voor de Veluwe gaat het om ongeveer 215 agrarische en 2 industriële bedrijven in de zone tot 250 meter van de rand van het Natura 2000-gebied (inclusief bedrijven in het gebied zelf). Voor de beide Peel-gebieden samen gaat het in totaal om ongeveer 20 agrarische en 0 industriële bedrijven in diezelfde zone. De aantallen zijn gebaseerd op de data van het emissiejaar 2022. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 221 | Hoeveel schapen of andere gehouden hoefdieren zijn er in 2024 en 2025 gebeten of aangevallen door een hond en hoeveel zijn gestorven als gevolg van de bijtwonden van een hond? De vastgestelde getallen die bij B1228 bekend zijn, staan in de onderstaande tabel. De gegevens zijn bijgewerkt tot 16 oktober 2025.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 222 | Welke vormen van innovatie die voortkomen uit rijksinvesteringen hebben tot nu toe de meeste stikstofruimte opgeleverd en hoeveel? Vooralsnog hebben maatregelen gericht op innovatie nog geen stikstofruimte opgeleverd. Voor de SSRS-systematiek is er namelijk enkel sprake van stikstofruimte als er, sinds de introductie van deze systematiek, vergunningen zijn gewijzigd ten gevolge van de inzet van innovatieve maatregelen. Ten aanzien van emissiereductie uit stallen geldt dat de investeringsprojecten uit de recente openstelling van de regeling ‘Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting’ nog lopen en er nog geen vergunningen zijn aangepast. De voermanagementmaatregel waarover in 2021 afspraken zijn gemaakt met de melkveesector is niet inrekenbaar aangezien er geen aanpassing van vergunningen plaatsvindt. Daarom zal deze maatregel, ondanks de verwachte daling van het ruweiwitgehalte naar 160 g/kg droge stof in 2025 dankzij landelijke uitrol van voorgaande pilots, geen stikstofruimte in de zin van de SSRS-systematiek opleveren. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 223 | Valt onder het meer wendbaar maken van de organisatie van de NVWA ook het inkrimpen en of flexibiliseren van het vaste personeelsbestand? Om de organisatie voldoende wendbaar te houden, werkt de NVWA ook aan het flexibiliseren van het vaste personeelsbestand. Een deel van de medewerkers combineert specialistische en generalistische taken, en waar mogelijk worden bestaande functies verbreed. We ondersteunen dit met een gericht ontwikkelaanbod en learning on the job. We ontwikkelen daarnaast nieuwe, flexibele organisatievormen, zodat we met het huidige personeelsbestand het toezicht risicogericht en effectief kunnen inzetten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 224 | Wat is de verwachte emissiereductie per maatregel en per wanneer? Op Prinsjesdag heeft het kabinet onder andere aangekondigd om € 2,6 miljard incidenteel en € 287,5 miljoen structureel vrij te maken voor emissiereductie en natuurherstel. Dit komt bovenop de reeds beschikbare middelen die met het startpakket beschikbaar zijn gekomen. Alvorens de middelen besteed worden, dienen maatregelen verder uitgewerkt en verfijnd te worden. Aan die uitwerking wordt momenteel hard gewerkt, in samenspraak met maatschappelijke partijen en medeoverheden, om ervoor te zorgen dat de maatregelen ook uitvoerbaar en doeltreffend zijn in de praktijk. Hoeveel reductie er te verwachten is per maatregel, hangt af van deze nadere concretisering. Een precieze emissiereductie valt derhalve op dit moment niet te geven. Beoogd wordt om de middelen te besteden in de jaren 2028 tot en met 2030. Dit sluit aan bij het kabinetsvoornemen om een significant deel van de beoogde emissiereductie al vóór 2030 te realiseren. Ook worden hiervoor concrete streefwaarden voor 2030 gericht op alle sectoren bepaald, en worden in 2026 normen voor doelsturing in de landbouw vastgesteld. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 225 | Kunt u inzicht geven in de procedure die wordt gevolgd wordt voor het vervangen van AERIUS, inclusief het tijdpad? In de Kamerbrief Doorontwikkeling berekening stikstofdepositie van 19 september jl. 29 heeft het kabinet diens visie op het gebruik van modellen in het stikstofdossier nader toegelicht. Onderdeel daarvan is de ambitie om op termijn AERIUS Calculator te vervangen. In de brief staat aangegeven dat de vervanging van AERIUS wordt gerelateerd aan de overstap naar emissiebeleid. Zodra daar concrete ontwikkelingen zijn, volgt AERIUS. Het is op dit moment nog te vroeg om daar een concreet tijdspad aan te koppelen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 226 | Welke concrete plannen zijn er voor de reservering van 2,6 miljard euro voor de agrarische sector? Op Prinsjesdag heeft het kabinet onder andere aangekondigd € 2,6 miljard incidenteel en € 287,5 miljoen structureel vrij te maken voor de reductie van stikstofemissies en voor natuurherstel. Dit komt bovenop de reeds beschikbare middelen die met het startpakket beschikbaar zijn gekomen. Deze middelen zijn geplaatst op artikel 51 van de begroting van LVVN, nog onverdeeld. Momenteel vindt een nadere uitwerking en concretisering van de maatregelen plaats, voordat de middelen naar een ander begrotingsartikel worden overgeheveld. In de brief van 16 september jl.30 is een richtinggevende verdeling opgenomen met een richtinggevend bedrag per maatregel. Zoals in genoemde brief is opgenomen, valt te denken aan maatregelen rond vrijwillige beëindiging, natuurherstelmaatregelen, innovatie en een gebiedsgerichte aanpak. De bedragen per maatregel kunnen nog wijzigen naar aanleiding van vervolgbesluitvorming. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 227 | Hoe is het bedrag van 2,6 miljard euro als reservering voor de agrarische sector tot stand gekomen? Bij het vormgeven van het vervolgpakket is gekozen om dit financieel te dekken uit het restant van de landbouwenveloppe die bij het hoofdlijnenakkoord beschikbaar is gesteld voor het LVVN-domein. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 228 | Hoe verhoudt het gereserveerde bedrag van 2,6 miljard euro zich tot het eerder aangekondigde maatregelenpakket dat tot en met 2035 21,3 miljard zou kosten? Met de middelen die het kabinet vrijmaakt voor het vervolgpakket, kan een volgende stap worden gezet bij het reduceren van stikstofemissies en het herstellen van natuur. Zoals de minister van LVVN heeft aangegeven in de brief over het vervolgpakket gaat Nederland met deze inzet nog niet volledig van het slot en is blijvende inzet nodig. In de begroting is geen bedrag van € 21,3 miljard vrijgemaakt voor het terugdringen van stikstofuitstoot. Eventuele vervolgbesluitvorming over additionele maatregelen en bijbehorende dekking is aan een volgend kabinet. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 229 | Hoeveel aanvragers van de regelingen Lbv en Lbv-plus zijn inmiddels daadwerkelijk opgekocht en hoeveel hectare aan grond is hiermee vrijgekomen? De ondernemers die deelnemen aan de Lbv of Lbv-plus ontvangen subsidie voor het vrijwillig beëindigen van hun veehouderijlocaties. Er worden nadrukkelijk geen bedrijven opgekocht. Bij opkopen zou de overheid namelijk eigenaar worden van de veehouderijlocatie en daar is geen sprake van. De aanvrager blijft eigenaar van zijn bedrijfslocatie en kan als ondernemer andere economische activiteiten voortzetten. De actuele cijfers met betrekking tot de aanvragen van de Lbv en Lbv-plus zijn online te vinden.31 De meest recente update van 11 september laat zien dat 26 aanvragen zijn vastgesteld; deze ondernemers hebben het gehele proces van de aanvraag doorlopen en hebben hun veehouderijlocatie beëindigd. Het aankopen van landbouwgrond maakt geen onderdeel uit van de Lbv en Lbv-plus. Een aanvrager behoudt zijn grond na deelname en kan zelf bepalen of hij zijn grond wil behouden. Met de Lbv en Lbv-plus komen er dus geen hectares grond vrij. De deelnemers aan de beëindigingsregelingen hebben de mogelijkheid om hun grond aan de Nationale Grondbank (NGB) van LVVN te verkopen. De NGB is door diverse agrariërs benaderd en dit heeft inmiddels in 2 gevallen geleid tot daadwerkelijke aankoop van in totaal circa 120 ha. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 230 | Hoeveel stikstofruimte hebben respectievelijk de Lbv en Lbv-plus opgeleverd? Begin 2025 heeft een analyse plaatsgevonden naar de potentiële stikstofreductie als gevolg van de Lbv-regelingen. Hieruit is gebleken dat er maximaal circa 37 mol per hectare per jaar aan depositiereductie plaatsvindt. Deze analyse is gebaseerd op de aanname dat ondernemers die op de peildatum een nog lopende aanvraag hadden voor een van de Lbv-regelingen, daadwerkelijk zullen deelnemen. Zoals eerder reeds benoemd, is het niet waarschijnlijk dat deze aanname bewaarheid zal worden waarmee de opbrengst van de regelingen lager zal uitvallen. Hoe de opbrengst van de regelingen zich vertaald naar stikstofruimte die ingezet kan worden, valt op dit moment niet te zeggen, mede omdat het antwoord op die vraag zeer afhankelijk is van de locatie van de bedrijven die definitief deelnemen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 231 | In hoeverre is in de passage over de Wet openbare overheid (Woo) rekening gehouden met de aangenomen Kamermoties op de Woo voor een beter bescherming van agrariërs? Op dit moment bezien het ministerie van LVVN, het ministerie van BZK en het ministerie van J&V de uitvoering van de genoemde moties. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 232 | Hoeveel bedrijven zijn gestopt via het totaal aan uitkoop- en beëindigingsregelingen, hoeveel hectare grond is hiermee vrijgekomen en hoeveel stikstofruimte is hiermee vrijgekomen? Voor het antwoord op deze vraag wordt u verwezen voor de Lbv en Lbv-plus naar de beantwoording van vraag 229 en 230 en voor de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging naar de beantwoording van vraag 377 en 378. Ten aanzien van de Lbv kleinere sectoren zijn op dit moment nog geen aanvragers die het gehele proces tot beëindiging zijn doorlopen; Er is dus ook nog geen stikstofruimte vrijgekomen. Het aankopen van landbouwgrond maakt geen onderdeel uit van de beëindigingsregelingen. Een aanvrager behoudt zijn grond na deelname en kan zelf bepalen of hij zijn grond wil behouden. Met de beëindigingsregelingen komen er dus geen hectares grond vrij. De deelnemers aan de landelijke beëindigingsregelingen hebben de mogelijkheid om hun grond aan de Nationale Grondbank (NGB) van LVVN te verkopen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 233 | Hoeveel veehouderijen bevinden zich op dit moment binnen 1200 meter van dorpskernen? Er is geen overzicht beschikbaar van hoeveel veehouderijen zich op dit moment binnen 1200 meter van dorpskernen bevinden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 234 | Hoe heeft het aantal dierenklinieken zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld? Er zijn geen formele data van het aantal en soorten dierenklinieken in Nederland beschikbaar. Uit het rapport van Ecorys32, uitgevoerd naar de prijsontwikkeling in de diergeneeskundige zorg, blijkt dat naar schatting van KNMvD het aantal praktijken is gegroeid van 700 in 2006 naar circa 1.200 in 2015, waarvan circa 1.000 praktijken voor gezelschapsdieren en gemengde praktijken (landbouw- en gezelschapsdieren). Dat aantal is naar schatting in 2024 vrijwel ongewijzigd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 235 | Hoe heeft het aantal uitgevoerde sterilisaties/castraties bij huisdieren zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld? Deze gegevens worden niet centraal bijgehouden. Ook de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) heeft hier geen gegevens over. Uit het rapport van Ecorys33, uitgevoerd naar de prijsontwikkeling in de diergeneeskundige zorg, blijkt dat het aantal huisdieren is toegenomen van ongeveer 30 miljoen in 2005 naar 35 miljoen in 2023. Dit zal naar verwachting hebben geleid tot een stijging in het aantal uitgevoerde sterilisaties en castraties in diezelfde periode. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 236 | Hoeveel nieuwe bevoegde dierenartsen zijn er de afgelopen tien jaar per jaar bijgekomen en hoeveel zijn er gestopt? De huidige registratie in het Diergeneeskunderegister geldt in beginsel voor onbepaalde tijd, tenzij de inschrijving wordt doorgehaald (‘uitschrijving’), bijvoorbeeld door een onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke uitspraak, door een overlijden of op eigen verzoek. Uitschrijving gebeurt in de praktijk nauwelijks. Hierdoor geeft het register geen compleet beeld van het aantal praktiserende diergeneeskundigen. Het ministerie van LVVN verkent momenteel een systeem van herregistratie. Hiermee ontstaat een beter beeld van de actieve beroepsgroep. In onderstaande tabel is opgenomen hoeveel nieuwe registraties van dierenartsen er per jaar zijn bijgekomen en hoeveel registraties zijn doorgehaald (‘uitgeschreven’). In 2021 is een piek te zien van het aantal doorgehaalde registraties. Dit heeft te maken met de koppeling van het Diergeneeskunderegister aan de Basisregistratie Personen die dat jaar is geoptimaliseerd. Ook vond er in dat jaar communicatie plaats vanuit het CIBG aan alle ingeschreven dierenartsen over nieuwe regels rondom de identificatie en registratie van honden, waardoor een groep dierenartsen die niet meer praktiseerden zich mogelijk heeft uitgeschreven. De jaarlijkse instroom van dierenartsen op de arbeidsmarkt is vanaf 2022 hoger doordat de capaciteit van de masteropleiding aan de Faculteit Diergeneeskunde is verhoogd en er een toename is van het aantal buitenlandse dierenartsen (zowel vanuit de EU als daarbuiten) die zich in Nederland heeft geregistreerd.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 237 | Hoeveel individuele meldingen zijn bij de NVWA binnengekomen in 2025 over een mogelijke schending van het welzijn van varkens verband houdende met het Nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen? De NVWA heeft 10 meldingen ontvangen met betrekking tot een mogelijke schending van welzijn bij varkens tijdens dagen dat het Nationaal plan van kracht was. En er is één internationale melding binnengekomen over een lang transport (langer dan 8 uur) met varkens in Frankrijk verband houdende met het Nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 238 | Hoeveel hitte-inspecties heeft de NVWA uitgevoerd bij transport van varkens (inclusief bij aankomst in het slachthuis) in 2025? Hoeveel van deze hitte-inspecties zijn afgedaan als akkoord? Tijdens een periode van hitte zijn 82 inspecties uitgevoerd tijdens het transport van varkens. Hiervan waren er 4 niet akkoord. Controles tijdens hitte bij aankomst van varkens op slachthuizen maken onderdeel uit van het reguliere toezicht op deze locaties. De hitte-inspecties op slachthuizen zijn daarom niet in aantal te kwantificeren. Op dagen dat het warmer is dan 27 graden Celsius en het Nationaal plan veetransport bij extreme temperaturen in werking treedt, voert de NVWA risicogericht, extra controles uit. Bij varkensslachthuizen zijn in 2025 tot en met 20 augustus 8 bevindingen geconstateerd in relatie tot hitte. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 239 | Hoeveel biggen worden nog gecastreerd? Het vlees van niet-gecastreerde beren kan een onaangename geur hebben (“berengeur”). Om dit te voorkomen kan worden besloten om beerbiggen te castreren. De partijen in de Nederlandse varkensketen inclusief de supermarkten zijn reeds 10 jaar geleden erin geslaagd om karkassen met berengeur te detecteren en apart te verwerken. Sindsdien worden beerbiggen in Nederland uit de conventionele varkenshouderij bestemd voor de Nederlandse markt niet meer gecastreerd. Volgens de laatste bekende gegevens wordt nog 35% van de beerbiggen gecastreerd. Omgerekend betreft dit naar schatting 4,2 miljoen beerbiggen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 240 | Welke gemiddelde leeftijd behaalden zeugen in de Nederlandse varkenshouderij voordat zij werden afgevoerd naar de slacht in 2024? Er worden geen gegevens van individuele varkens geregistreerd. Dit betekent dat niet is te bepalen wat de geboorte en sterfdatum, leeftijd van de zeugen is. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 241 | Wat is de stand van zaken rondom de wijziging van de Wet dieren ten aanzien van cameratoezicht op slachthuizen en verzamelcentra? Het ontwerpwetsvoorstel verplicht cameratoezicht wordt inhoudelijk afgerond. Aangezien de Kamer het ontwerpwetsvoorstel controversieel heeft verklaard, worden de volgende stappen in het proces, namelijk notificatie aan de Europese Commissie en advisering aan de Raad van State, overgelaten aan een nieuw kabinet. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 242 | Wat is de stand van zaken rondom het onderzoek naar de mogelijkheden om het 3 strikes out-principe toe te passen bij transport van zieke dieren? De NVWA voert een verkenning uit op het toepassen van het 3 strikes out-principe tijdens transport. Deze verkenning is op dit moment nog niet afgerond. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 243 | Klopt het dat het geld dat middels een amendement voor wildopvangcentra (Kamerstuk 36725-XIV, nr. 7) is vrijgemaakt wordt besteed conform de toelichting (voor fte) en niet voor andere zaken wordt gebruikt? Met het amendement wordt 5 jaar lang 0,9 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld voor de Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances. Dit geld is inderdaad in de eerste plaats bedoeld als bijdrage voor het aannemen van vakbekwaam personeel in wildopvangcentra. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 244 | Hoe wordt de aangenomen motie van het lid Graus (Kamerstuk 28 268, nr. 1368) inzake het onderzoeken of kosten van de basisopleiding voor dierenambulancemedewerkers gedekt kunnen worden uit de opbrengsten van verhoogde bestuurlijke boetes gedekt? De motie waaraan gerefereerd wordt is eerder dit jaar afgedaan in de verzamelbrief ‘dierenwelzijn van dieren buiten de veehouderij – overig’34. In de beantwoording staat uitgelegd waarom de kosten voor de basisopleiding voor dierenambulancemedewerkers niet met opbrengsten van verhoogde bestuurlijke boetes kunnen worden gedekt. Zoals aangegeven zijn hiervoor al andere middelen gereserveerd. |
|---|---|
| 245 | Wanneer wordt het aanvalsplan voor invasieve exoten naar de Kamer gestuurd? Het landelijk aanvalsplan invasieve exoten zal eind van dit jaar naar de Kamer worden gestuurd. In december 2024 heeft de staatssecretaris van LVVN uw Kamer de contouren voor het landelijk aanvalsplan gestuurd35. |
| 246 | Bent u op de hoogte van het initiatief voor het eerste schildpaddenreservaat van Nederland in Friesland? Wordt dit initiatief ondersteund? Ook financieel? Het ministerie van LVVN is op de hoogte van dit initiatief. In het Nederlandse milieu bevinden zich grote aantallen lettersierschildpadden waarvan een deel door burgers naar opvangcentra wordt gebracht. Opvangcentra zoeken financiering voor het opvangen van deze invasieve exoten. Vanuit het exotenbeleid (van LVVN en provincies) is hiervoor geen financiering beschikbaar. Vanuit het exotenbeleid zal de komende tijd vooral aandacht worden besteed aan preventie, het voorkómen dat mensen schildpadden en andere exoten in de natuur vrijlaten. |
| 247 | Welke mogelijkheden zijn er voor samenwerking met lokale en provinciale overheden bij het initiatief voor het eerste schildpaddenreservaat van Nederland? Provincies en gemeenten kunnen vanuit hun eigen verantwoordelijkheden voor respectievelijk het exotenbeleid en de bewaarplicht voor gevonden huisdieren samenwerking overwegen met het schildpaddenreservaat. |
| 248 | Bij hoeveel procent van de biggen wordt het staartje afgebrand of afgeknipt en om hoeveel biggen in aantallen gaat het per jaar, over de jaren 2024 en 2025 (tot heden)? Uit de Nulmeting Varkensstaarten aan de Slachtlijn36 van Wageningen UR uit 2022 blijkt dat bij circa 99% van de biggen in de Nederlandse varkenshouderij de staart wordt gecoupeerd. Dit betreft naar schatting 21 miljoen biggen per jaar. Recentere cijfers zijn niet beschikbaar. In de concept AMvB dierwaardige veehouderij zijn nadere regels gesteld die invulling geven aan het verbod op het routinematig couperen van biggenstaarten. Verwachting is dat deze regelgeving na inwerkingtreding zal bijdragen aan toename van het aantal varkens met krulstaarten. |
| 249 | Hoeveel procent van de (mannelijke) biggen worden er gecastreerd en om hoeveel biggen gaat dat in aantallen per jaar, over de jaren 2024 en 2025 (tot heden)? Zie mijn antwoord op vraag 239. |
| 250 | Bij hoeveel procent van de biggen gebeurt castratie onder verdoving? In de private kwaliteitssystemen van de Nederlandse varkensketen is opgenomen dat castratie van biggen alleen onder verdoving en met pijnbestrijding is toegestaan. Vrijwel alle houders zijn aangesloten bij een van deze private kwaliteitssystemen. |
| 251 | Bij hoeveel procent van de biggen gebeurt castratie onder verdoving en napijn-bestrijding? In de private kwaliteitssystemen van de Nederlandse varkensketen is opgenomen dat castratie van biggen alleen onder verdoving en met pijnbestrijding is toegestaan. Vrijwel alle houders zijn aangesloten bij een van deze private kwaliteitssystemen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 252 | Welke manier van bedwelmen werd er in 2024 en wordt er in 2025 (tot heden) bij hoeveel procent van de volgende diergroepen toegepast tijdens de slacht: legkippen, vleeskuikens, eenden, kalkoenen, zeugen, vleesvarkens, kalveren, melkkoeien, vleeskoeien, schapen, geiten, en paarden. De manier van bedwelmen en het percentage dieren dat met een bepaalde bedwelmingsmethode bedwelmd wordt, wordt voor hoefdieren (zeugen, vleesvarkens, kalveren, melkkoeien, vleeskoeien, schapen, geiten, en paarden) niet bijgehouden. Voor het bedwelmen van hoefdieren zijn de volgende bedwelmingsmethoden toegestaan:
Zie de tabel voor een overzicht voor pluimvee (vleeskuikens, legkippen, moederdieren, eenden en kalkoenen) van de manier van bedwelmen en het percentage dieren dat met een bepaalde bedwelmingsmethode bedwelmd wordt. Onder CAS wordt verstaan Controlled Atmosphere Stunning. Het waterbad en de kopbedwelming zijn beide elektrische methoden.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 253 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 254 | Sinds wanneer worden inspectierapporten van de NVWA digitaal opgeslagen voor de afdeling dier (handhaven, slachttoezicht, handelstoezicht)? De Afdeling Dier is onderdeel van de directie Handhaven. De afdeling Dier (en voorlopers) doet al decennia lang aan digitale vastlegging, dit is bij de vorming van de NVWA in 2012 doorgezet. De directies Handelstoezicht en Slachttoezicht (destijds Keuren) zijn in de periode 2014-2015 gefaseerd overgestapt van papieren inspectielijsten naar een digitale applicatie waarin de inspectieresultaten in een database worden opgeslagen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 255 | Hoeveel inspecties dierenwelzijn hebben van 1 januari 2023 tot en met heden per jaar plaatsgevonden op bedrijven met schapen, geiten, melkkoeien, vleeskoeien, vleeskalveren, leghennen, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikengrootouderdieren, broederijen, eenden, kalkoenen, overig pluimvee, kweekvissen, konijnen, en paarden, indien mogelijk opgesplitst in bedrijfsmatig en hobbymatig? Onderstaande tabellen laten voor de diverse diersoorten de aantallen uitgevoerde inspecties zien in de periode van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2025, uitgesplitst per jaar. Hobbymatig gehouden pluimvee valt, vanwege de aanwezigheid van verschillende soorten, onder de categorie “pluimvee overig”. Bij vleeskuikens worden zowel fysieke als administratieve inspecties uitgevoerd. De administratieve inspecties richtten zich op de mate van contactdermatitis binnen koppels en op mogelijke overbezetting. Aangezien alle koppels die aangeleverd worden hierop worden gescreend, liggen de aantallen inspecties voor vleeskuikens hoger dan voor andere pluimveesoorten.
*betreft gescreende koppels **controle op elektrisch bedwelmen van paling voor de slacht Alle pluimvee en konijnen betreft bedrijfsmatige bedrijven, tenzij anders aangegeven. Voor de zes laatstgenoemde diersoorten wordt door de NVWA in principe uitgegaan van bedrijfsmatigheid. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 256 | Hoeveel van de inspecties dierenwelzijn waren een fysieke inspectie en hoeveel een administratieve inspectie, uitgesplitst naar bedrijven met bedrijven met schapen, geiten, melkkoeien, vleeskoeien, vleeskalveren, leghennen, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikengrootouderdieren, broederijen, eenden, kalkoenen, overig pluimvee, kweekvissen, konijnen, en paarden? Onderstaande tabellen laten voor de diverse diersoorten de aantallen uitgevoerde inspecties zien in de periode van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2025, uitgesplitst per jaar. Administratieve controles bij vleeskuikens worden uitgevoerd op basis van slachthuisgegevens. Hierbij wordt gecontroleerd op overbezetting aan de hand van de stalafmetingen en het afgeleverde gewicht, evenals op de mate van contactdermatitis die aan de slachtlijn wordt vastgesteld. Onze dierenartsen screenen de koppels bij binnenkomst in het slachthuis. Indien sprake is van een vermoeden van welzijnsafwijkingen, voert de dierenarts een steekproefsgewijze inspectie van het koppel uit.
Voor bovenstaande diersoorten voeren we geen administratieve inspecties uit. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij herinspecties, vinden inspecties soms plaats op afstand. Dit kan bijvoorbeeld telefonisch zijn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 257 | Hoeveel van de inspecties dierenwelzijn waren op op basis van regulier toezicht, naleefmetingen, herinspecties (onder andere verscherpt toezichtbedrijven) en naar aanleiding van meldingen, uitgesplitst naar diersoort (bedrijven met schapen, geiten, melkkoeien, vleeskoeien, vleeskalveren, leghennen, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikengrootouderdieren, broederijen, eenden, kalkoenen, overig pluimvee, kweekvissen, konijnen, en paarden) en soort inspectie (administratief of fysiek)? Onderstaande tabellen laten voor de diverse diersoorten of de aantallen uitgevoerde inspecties zijn uitgevoerd in het kader van regulier toezicht, naleefmeting, herinspecties of meldingen in de periode van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2025, uitgesplitst per jaar.
In bovenstaande tabel is regulier toezicht inclusief naleefmetingen en herinspecties.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 258 | Hoeveel dieren zijn er, uitgesplitst per diersoort en per jaar, omgekomen bij stalbranden in 2024 en 2025 (tot op heden)? Voor de monitoring van stalbranden in Nederland wordt uitgegaan van de Risicomonitor Stalbranden van het Verbond van Verzekeraars37. Dit betreft een generiek overzicht van de stalbranden in Nederland gebaseerd op data vanuit verschillende instanties. De Risicomonitor bevat onder andere informatie over het aantal stalbranden in Nederland en het aantal dierlijke slachtoffers. Onderstaande tabel geeft het aantal stalbranden weer en het aantal daarbij omgekomen dieren (uitgesplitst per diersoort) in de jaren 2020-2024. De data voor het jaar 2025 wordt begin 2026 gepubliceerd en is daarom nog niet beschikbaar.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 259 | Hoeveel veterinaire verklaringen zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Een veterinaire verklaring kan onderdeel van zijn van een rapport van bevindingen, het aantal veterinaire verklaringen wordt niet bijgehouden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 260 | Hoeveel officiële waarschuwingen zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Directies Handelstoezicht en Slachttoezicht
Directie Handhaven, afdeling Dier
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 261 | Hoeveel mondelinge mededelingen zijn er gegeven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Mondelinge mededelingen vallen niet onder officiële waarschuwingen en worden niet als zodanig geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 262 | Hoeveel rapporten van bevindingen voor een boete zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Hieronder de aantal opgelegde boetes voor de jaren 2020 tot en met juni 2025 voor overtredingen van de gehele Wet dieren. Er is geen uitsplitsing te maken in het aantal boetes die zien op dierenwelzijnsovertredingen of boetes per directie.
Hieronder het totaal aantal opgelegde maatregelen van 2020 tot en met september 2025 voor overtredingen van de gehele Wet dieren. Er is geen uitsplitsing te maken in het aantal maatregelen die zien op dierenwelzijnsovertredingen of maatregelen per directie.
Niet alle rapporten van bevindingen leiden tot het opleggen van een boete. Er kunnen ook andere maatregelen genomen zijn. Ook kunnen onder 1 boete meerdere rapporten van bevindingen liggen. Directies Handelstoezicht en Slachttoezicht
Directie Handhaven, afdeling Dier
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 263 | Hoeveel rapporten van bevindingen voor een Last onder Dwangsom (LOD) zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Zie het antwoord op vraag 262. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 264 | Hoeveel rapporten van bevindingen voor een Last onder Bestuursdwang (LOB) zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Zie het antwoord op vraag 262. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 265 | Hoeveel processen verbaal zijn er geschreven in handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht in de jaren 2020 tot en met heden? Hoeveel procent hiervan had betrekking op dierenwelzijn (per jaar opgesplitst)? Directie Handhaven, afdeling Dier
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 266 | Hoeveel tijd heeft een dierenarts per week gemiddeld voor het afhandelen van administratie, inclusief het schrijven van officiële waarschuwingen, rapport van bevindingen (RvB’)s, processen-verbaal (PV’s) en veterinaire verklaringen, in de jaren 2020 tot en met heden, uitgesplitst naar dierenartsen van handhaven afdeling dier, handelstoezicht en slachttoezicht, en uitgesplitst naar jaar? In de jaarplannen wordt rekening gehouden met alle werkzaamheden die een toezichthouder doet. Administratie tijd valt daar ook onder. Het is immers van belang om bevindingen op de werkplek correct af te handelen door het opmaken van bijvoorbeeld een Rapport van Bevindingen of het registreren van inspectieresultaten. Het is - gezien de diverse functiegroepen en het verschuiven van beleidsdoelen door de jaren heen - niet mogelijk om aan te geven welk deel van de tijd exact voor administratie is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 267 | Hoeveel procent van de toezichthouders is momenteel ook Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) bij handhaven afdeling dier, slachttoezicht en handelstoezicht, onderverdeeld in dierenartsen en overige toezichthouders? Binnen het Rijk en daarmee ook binnen de NVWA worden medewerkers ingedeeld in functiefamilies in het Functiegebouw Rijk. De medewerkers ingedeeld binnen de functiefamilie ‘toezicht’ voeren voor een deel toezichthoudende taken uit, maar kunnen ook (gedeeltelijk) andere niet toezichthoudende taken uitvoeren. Door het aantal boa’s af te zetten tegen de functiefamilie ‘toezicht’ maken we dus een onjuiste vergelijking. Wel kan aangegeven worden dat binnen de NVWA, ongeveer 130 boa’ werkzaam zijn. Hiervan zijn 125 boa’s werkzaam binnen de directie Handhaven afdeling Dier en 5 boa’s binnen de directie Handelstoezicht. De toezichthouders binnen de directie Slachttoezicht zijn, naast dierenarts, enkel toezichthouder en geen boa. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 268 | Hoeveel fte's zijn er op dit moment bij de NVWA beschikbaar voor de controle op de slacht voor heel Nederland (slachttoezicht), opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs? Per oktober zijn er 268 fte dierenarts beschikbaar ten behoeve van controle op de slacht, hiervan is 66 fte extern ingehuurd. In de rol van overige inspecteur die toezichthoudende werkzaamheden doen is per oktober 2025 369 fte in dienst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 269 | Hoeveel fte’s zijn er op dit moment bij de NVWA beschikbaar voor handelstoezicht, opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs? Per oktober 2025 is er 142 fte dierenarts beschikbaar voor handelstoezicht, hiervan is 31 fte extern ingehuurd. In de rol van overige inspecteur die toezichthoudende werkzaamheden doen is per eind oktober 100 fte in dienst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 270 | Hoeveel fte's zijn er op dit moment bij de NVWA beschikbaar voor inspecties dierenwelzijn op primaire bedrijven voor heel Nederland? Uitgesplitst in fte voor: gezelschapsdieren, vervoer/transport van dieren, verscherpt toezicht veeindustrie en “gewoon’’ dierenwelzijn, opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs?
Een verdere uitsplitsing van gegevens is niet mogelijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 271 | Hoeveel fte's zijn er op dit moment bij de NVWA beschikbaar voor inspecties bij aquacultuurbedrijven en in de visserijsector opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs? Voor inspecties in de visserijsector is in 2025 85 fte beschikbaar (inspectie en expertise).
Voor aquacultuurbedrijven is momenteel 1 fte beschikbaar. Controles bij aquacultuurbedrijven en controles in de visserijsector worden door inspecteurs, niet zijnde dierenarts, uitgevoerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 272 | Hoeveel fte’s voor bovenstaande categorieën staan er momenteel nog open in de vorm van nog niet vervulde vacatures, opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs? Bij een vergelijking op basis van formatie en bezetting is er een vacatureruimte van +/- 100 fte bij de functiegroep dierenartsen. Deze “vacatures-ruimte” worden opgevangen door de inzet van onze flexibele schil nl. de practitioners die de NVWA inhuurt. De werving voor dierenartsen loopt continu door. Tegelijkertijd wordt geworven t.b.v. van vervanging van medewerkers op het moment dat er medewerkers vertrekken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 273 | Hoe was de inzet van deze fte’s verdeeld over de volgende sectoren: varkens in vermeerderingsbedrijven, vleesvarkens, legkippen, kalkoenen, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, vleeskuikengrootouderdieren, broederijen, eenden, kalveren, melkkoeien, vleeskoeien schapen, geiten, konijnen, paarden? Dit antwoord gaat uit van gemaakte uren voor inspecties dierenwelzijn op primaire bedrijven. Uren die bijvoorbeeld op basis van meldingen worden gemaakt, worden niet alleen door inspectie uitgevoerd, maar bijvoorbeeld ook door expertise afgehandeld. Om die reden valt het aantal fte’s hier hoger uit dan bij vraag 270.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 274 | Hoeveel broedeieren van legkippen zijn er in 2024 geëxporteerd en naar welke landen? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over broedeieren van legkippen. In 2024 zijn een kleine 570 miljoen broedeieren verplaatst naar andere lidstaten: voornamelijk naar Duitsland, België en Polen. Aanvullend zijn ruim 391 miljoen broedeieren geëxporteerd naar landen buiten de EU. Irak, Oekraïne en Saoedi-Arabië zijn de grootste ontvangers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 275 | Hoeveel broedeieren van vleeskippen zijn er in 2024 geëxporteerd en naar welke landen? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over broedeieren van vleeskippen. Zie het antwoord op vraag 274. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 276 | Hoeveel broedeieren van legkippen zijn er tot nu toe in 2025 geëxporteerd en naar welke landen? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over broedeieren van legkippen. Tot 9 oktober 2025 zijn er ruim 505 miljoen broedeieren verplaatst naar andere lidstaten: voornamelijk naar Duitsland, Polen en België. Aanvullend zijn er ruim 176 miljoen broedeieren geëxporteerd naar landen buiten de EU. Oekraïne, Libië en Irak zijn de grootste ontvangers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 277 | Hoeveel broedeieren van vleeskippen zijn er tot nu toe in 2025 geëxporteerd en naar welke landen? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over broedeieren van vleeskippen. Zie het antwoord op vraag 276. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 278 | Hoeveel zeugen zijn er in 2024 geslacht in Nederlandse slachthuizen? De slachtgegevens van de volwassen zeugen worden onder één noemer met de slachtgegevens van de volwassen beren vastgelegd in het slachtregistratiesysteem. Nadere specificatie is hierdoor niet mogelijk. Er zijn in 2024 ruim 149.000 zeugen en beren geslacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 279 | Hoeveel zeugen zijn in 2024 geëxporteerd voor de slacht en naar welke landen zijn deze dieren geëxporteerd? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over zeugen. In 2024 zijn er ongeveer 1,3 miljoen varkens (zeugen en beren) voor de slacht verplaatst naar andere lidstaten: voornamelijk naar Duitsland, Kroatië, Spanje, Italië en België. In mindere mate zijn varkens naar Frankrijk, Slovenië, Polen en Griekenland verplaatst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 280 | Hoeveel leghennen zijn in 2024 geslacht in Nederlandse slachthuizen? Leghennen worden in het slachtregistratiesysteem van de NVWA onder de naam "legkippen" geregistreerd. In 2024 zijn er ruim 8.920.000 legkippen geslacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 281 | Hoeveel leghennen zijn in 2024 geëxporteerd voor de slacht en naar welke landen zijn deze dieren geëxporteerd? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over leghennen. In 2024 zijn in totaal bijna 16 miljoen kippen voor de slacht verplaatst naar andere lidstaten: voornamelijk naar België, Polen, Duitsland en Frankrijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 282 | Hoeveel vleeskuikenouderdieren zijn in 2024 geslacht in Nederlandse slachthuizen? De NVWA houdt geen gegevens bij over het type ouderdieren dat wordt geslacht. Vermeerderingsdieren worden in het registratiesysteem van de NVWA onder de naam "vleeskippen" geregistreerd. In 2024 zijn er volgens gegevens van de NVWA in Nederland ruim 11.450.000 vleeskippen geslacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 283 | Hoeveel vleeskuikenouderdieren zijn in 2024 geëxporteerd voor de slacht en naar welke landen zijn deze dieren geëxporteerd? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over vleeskuikenouderdieren. Zie ook het antwoord op vraag 281. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 284 | Hoeveel ouderdieren van leghennen zijn in 2024 geslacht in Nederlandse slachthuizen? De NVWA houdt geen gegevens bij over het type ouderdieren dat wordt geslacht. Vermeerderingsdieren worden in het registratiesysteem van de NVWA onder de naam "vleeskippen" geregistreerd. In 2024 zijn volgens gegevens van de NVWA in Nederland ruim 11.450.000 vleeskippen geslacht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 285 | Hoeveel ouderdieren van leghennen zijn in 2024 geëxporteerd voor de slacht en naar welke landen zijn deze dieren geëxporteerd? In het registratiesysteem worden geen specifieke gegevens vastgelegd over ouderdieren van leghennen. U wordt verwezen naar het antwoord op vraag 281. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 286 | Hoeveel dieren zijn in 2024 gestorven bij verzamelplaatsen, uitgesplitst per diersoort? In 2024 is voor 16.713 dieren een doodmelding geregistreerd op een verzamelplaats. In onderstaande tabel staan de aantallen weergegeven per diersoort.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 287 | Zijn er dit jaar apen ingevoerd in Nederland met als doel de proefdierindustrie? Wat was hun oorsprong? In 2025 zijn tot 1 oktober geen apen ingevoerd vanuit landen buiten de EU met als doel proefdieren. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 288 | Hoeveel apen zijn er uitgevoerd en met welke bestemming? In 2025 zijn dit jaar 280 apen uitgevoerd naar Duitsland, Frankrijk, Polen, België, Tsjechië, Italië, Ierland, Denemarken, Oostenrijk, Groot-Brittannië en China. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 289 | Hoeveel eenden zijn er in Nederland geïmporteerd voor de slacht? Uit welke landen? In 2025 zijn tot 1 oktober ongeveer 700.000 eenden vanuit Duitsland geïmporteerd voor de slacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 290 | Hoeveel eenden zijn er tot nu toe in 2025 in Nederland geslacht? In 2025 zijn tot 1 oktober zijn ruim 3.180.000 eenden geslacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 291 | Hoe staat het met het onderzoek na de FIOD-NVWA inval bij eendenslachter Tomassen Duck-To september vorig jaar? Zijn er aanwijzingen dat het bedrijf vaker dezelfde overtreding heeft begaan? De NVWA doet geen uitspraken over lopende onderzoeken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 292 | Hoeveel overtredingen zijn er sinds 1 januari 2024 geconstateerd met betrekking tot vangletsel bij eenden, met welke interventies (mededeling, waarschuwing of boete) zijn deze opgevolgd, en hoe vaak is hiertegen in bezwaar gegaan? Op acht eendenhouderijen zijn controles uitgevoerd tijdens het vangen. Daarbij zijn geen afwijkingen geconstateerd met betrekking tot het vangen. In 2024 is op een slachthuis bij 1 koppel eenden meer dan 1% (vang)letsel vastgesteld. Hiervoor is een bestuurlijke boete opgelegd aan de pluimveehouder en de vangploeg. Beide zijn in bezwaar gegaan. In 2024 is bij 1 buitenlands koppel eenden meer dan 1% (vang)letsel vastgesteld, waarvan melding is gemaakt bij de betreffende lidstaat. In 2025 is bij 1 koppel eenden meer dan 1% letsel vastgesteld. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft 29 april 2025 echter beslist dat de methode van de NVWA om vangletsel bij pluimvee te constateren onvoldoende bewijs oplevert voor het vaststellen van een overtreding. Daardoor kan de NVWA geen bestuurlijke boetes meer opleggen, wanneer letsel bij pluimvee aan de slachtlijn wordt gezien. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 293 | Hoe staat het met het NVWA-onderzoek naar de drone-beelden van het vangen van eenden uit 2024 en 2025? Zoals vermeld in de brief aan de Tweede Kamer38 heeft de NVWA op basis van de beelden van augustus 2024 zeven bestuurlijke boetes opgemaakt, waarvan vijf voor eendenhouders en twee voor vangploegen. Op basis van de beelden van november 2024 heeft de NVWA twee bestuurlijke boetes opgelegd, waarvan één voor een eendenhouder en één voor een vangploeg. Ook is naar aanleiding van zowel de beelden van augustus als november 2024 een bestuurlijke boete opgelegd voor een vervoerder van eenden. Inmiddels is op elk van de opgelegde boetes bezwaar ontvangen. De NVWA heeft deze bezwaren in behandeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 294 | Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek om publieksinteracties met dierentuindieren te verbieden? Het onderzoek voor een mogelijk verbod op publieksinteracties met dierentuindieren wordt meegenomen in het traject dat gestart is om het vergunningsstelsel van dierentuinen toekomstbestendig te maken. Naar verwachting is dit deel van het traject medio 2026 afgerond. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 295 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij eendenmesterijen, -broederijen, -vermeerderingsbedrijven? Wat waren de resultaten? Op eendenmesterijen hebben tussen 1 januari tot 1 oktober 2025 acht inspecties plaatsgevonden tijdens het vangen. Daarbij zijn met betrekking tot het vangen geen afwijkingen geconstateerd. Op eendenbroederijen en -vermeerderingsbedrijven zijn geen inspecties uitgevoerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 296 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij kalkoenenmesterijen, -broederijen, -vermeerderingsbedrijven? Wat waren de resultaten? Van 1 januari tot 1 oktober 2025 zijn 28 welzijnsinspecties uitgevoerd bij kalkoenmesterijen in het kader van een naleefmeting bij Nederlandse kalkoenhouders. Dit resulteerde in 12 akkoord en 10 niet akkoord inspecties. Verder waren 4 bedrijven niet meer actief en bij 2 inspecties waren ten tijde van de inspectie geen dieren aanwezig. Er zijn geen welzijnsinspecties uitgevoerd bij kalkoenbroederijen en -vermeerderingsbedrijven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 297 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij konijnenhouderijen? Wat waren de resultaten? Van 1 januari tot 1 oktober 2025 zijn geen welzijnsinspecties uitgevoerd bij konijnenhouderijen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 298 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij geitenhouders/bokkenmesters? Tot en met 1 oktober 2025 hebben er bij geitenhouders in het kader van dierenwelzijn in totaal 60 inspecties plaatsgevonden. Door de NVWA wordt niet bijgehouden welke dierenwelzijnsinspecties specifiek op opfokbedrijven met geitenbokjes hebben plaatsgevonden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 299 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij schapenhouders? Wat waren de resultaten? Tot en met 1 oktober 2025 hebben er bij schapenhouders in het kader van dierenwelzijn in totaal 307 inspecties plaatsgevonden. Hiervan waren er 223 akkoord en 84 niet akkoord. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 300 | Hoeveel slachthuizen hebben één of meerdere strikes ontvangen binnen het three strikes out principe? Kan de Kamer een lijst hiervan ontvangen? Tussen januari 2024 en oktober 2025 zijn negen strikes uitgedeeld aan slachthuizen binnen de roodvleessector. Dit betreft verschillende bedrijven. Er is geen bedrijf met meerdere strikes. De NVWA maakt in dergelijke gevallen de namen van de individuele slachthuizen niet openbaar, anders dan via een verzoek op grond van de Wet Open Overheid en toetsing aan de geldende wettelijke regels voor openbaarmaking, waarbij het betreffende bedrijf de mogelijkheid heeft gehad een zienswijze te geven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 301 | Wanneer wordt het three strikes out principe ingevoerd voor pluimveeslachthuizen? Op dit moment onderzoekt de NVWA hoe het “three strikes out” principe ingericht kan worden bij pluimveeslachthuizen en hoe dat er dan uit zou kunnen zien. De NVWA streeft ernaar om in het voorjaar van 2026 het three strikes out principe op pluimveeslachthuizen toe te passen. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd wanneer dit is gebeurd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 302 | Wat is de stand van zaken met de uitkoop van nertsenfokkerijen en de afhandeling daarvan? Wat is de stand van zaken van de beroepszaken van de nertsenhouders? De nadeelcompensatie is medio 2022 (grotendeels) afgerond. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in de 54 beroepszaken over de vergoeding van schade (nadeelcompensatie) voor pelsdierhouders die hun bedrijf hebben moeten beëindigen in 2020 in verband met het vervroegde verbod op de pelsdierhouderij. Op dit moment worden de consequenties van deze uitspraak bestudeerd. Uw Kamer wordt nader geïnformeerd over het vervolg. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 303 | Hoe staat het met de inventarisatie van stalverstikkingen, stalvloerdoorzakkingen, veetransportongelukken? In stallen waarbij de gezondheid en het welzijn van het dier afhankelijk zijn van kunstmatige ventilatie gelden sinds 1 juli 2023 aangescherpte regels voor alarmsystemen. Daarnaast is vanaf 1 juli 2024 een noodstroomaggregaat verplicht. Er bestaat momenteel geen meldingsplicht voor incidenten waarbij ventilatiesystemen in stallen uitvallen. In de periode 1 januari 2024 tot en met 1 oktober 2025 zijn in totaal 6 (vrijwillige) meldingen gedaan bij de NVWA over de uitval van ventilatiesystemen in stallen. Ten aanzien van incidenten met een stalvloer waarbij dieren in de mestput belanden ben ik, zoals toegezegd in de beantwoording van de feitelijke vragen bij de LVVN-begroting van 202539, in gesprek met verschillende stakeholders om meer inzicht te krijgen in dergelijke incidenten, en de mogelijkheden voor registratie van deze incidenten. Samen met het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) verkent de minister van LVVN momenteel de mogelijkheid voor het opzetten van een monitor om kwantitatieve data over incidenten die de afgelopen 5 jaren hebben plaatsgevonden te verzamelen. Op deze manier kan meer inzicht verkregen worden in het aantal incidenten per jaar, en kan eventuele aanvullende informatie ontsloten worden over het type stal en de dierlijke slachtoffers. Verkeersongelukken waar veetransport bij betrokken is, worden niet geïnventariseerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 304 | Worden in de Nederlandse garnalen kweek de oogstelen van moederdieren afgeknipt? De praktijk van het afknippen van oogstelen van moederdieren komt in de Nederlandse garnalen kweek niet voor. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 305 | Hoe staat het met het verbod op het levend koken van kreeftachtigen? U wordt hiervoor verwezen naar de reactie40 op de motie van de leden Kostic en Graus waarin wordt aangegeven dat dit jaar aan een verkenning wordt gewerkt om het verbod op het levend koken van krabben en kreeften zo goed mogelijk vorm te kunnen geven. Hiervoor is de staatssecretaris van LVVN in gesprek met Koninklijke Horeca Nederland en wetenschappelijke experts. In deze reactie staat ook aangegeven dat uw Kamer eind dit jaar geïnformeerd wordt over de stand van zaken met betrekking tot dit verbod. Zoals ook in de recente beantwoording van Kamervragen staat aangegeven is de inzet erop gericht om het verbod in 2026 in werking te laten treden (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2025-2026, nr. 180). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 306 | Hoeveel levende kreeften en krabben zijn in 2025 in Nederland ingevoerd? Op welke wijze? Wat was de oorsprong daarvan? In 2025 zijn 10 zendingen (7 ton) levende kreeften (Homarus), bestemd voor menselijke consumptie ingevoerd van landen buiten de EU: 8 zendingen (6 ton) uit Canada en 2 zendingen (1 ton) uit USA. Ook zijn 44 zendingen levende kreeften als sierwaterdieren ingevoerd, in totaal ruim 25.000 dieren, voornamelijk uit Indonesië. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 307 | Hoeveel kangoeroevlees werd er in 2025 geïmporteerd? Hoeveel bleef daarvan in Nederland? Waar werd de rest heen geëxporteerd? In 2025 zijn 10 zendingen (138 ton) kangoeroevlees geïmporteerd van landen buiten de EU, waarvan 9 zendingen (124 ton) met bestemming Nederland en 1 zending (14 ton) met bestemming Frankrijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 308 | Hoeveel zebravlees werd er in 2025 geïmporteerd? Hoeveel bleef daarvan in Nederland? Waar werd de rest heen geëxporteerd? Hoe zit dat bij ander exotisch vlees, zoals antiloop, krokodil, primaat, et cetera In 2025 is tot 1 oktober geen zebravlees geïmporteerd uit landen buiten de EU. Wel zijn tot 1 oktober twee zendingen krokodillenvlees (16 ton) uit Zuid Afrika geïmporteerd, bestemd voor Nederland. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 309 | Hoeveel angorawol/-producten werd er in 2025 geïmporteerd? Hoeveel bleef daarvan in Nederland? Waar werd de rest heen geëxporteerd? In de importstatistieken worden geen gegevens bijgehouden over angorawol/-producten. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 310 | Hoeveel dons dat levend is geplukt werd er in 2025 geïmporteerd? Hoeveel bleef daarvan in Nederland? Waar werd de rest heen geëxporteerd? In 2025 werden tot 1 oktober vijf zendingen (14 ton) dons uit China geïmporteerd. Vier zendingen (14 ton) waren bestemd voor Nederland en 1 zending (0.075 ton) was bestemd voor Portugal. Het is niet bekend of het levend geplukt dons betreft. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 311 | Hoeveel bont is er in 2025 in Nederland ingevoerd? Bont (in gelooide toestand) is niet onderworpen aan officiële veterinaire controles bij binnenkomst in de EU. Hierover zijn geen gegevens bekend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 312 | Hoe vaak is in 2025 gecontroleerd op het verplicht hebben van een noodaggregaat bij stallen die afhankelijk zijn van kunstmatige ventilatie? Wat waren de uitkomsten van die controles? Vanaf 1 juli 2024 is voorgeschreven dat een noodsysteem voor ventilatie een noodstroomaggregaat moet bevatten. De verplichtingen voor een noodsysteem worden gecontroleerd bij een welzijnsinspectie door de NVWA. Gekeken wordt of een noodstroomaggregaat op het bedrijf aanwezig is, dat voldoet aan de specificaties en op de juiste wijze wordt getest. In 2025 zijn tot en met 30 september in totaal 112 inspecties van het noodsysteem en het noodstroomaggregaat uitgevoerd. Bij 5 inspecties zijn tekortkomingen geconstateerd |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 313 | Hoe vaak is er gecontroleerd op de aanwezigheid van een noodventilatiesysteem? Zie het antwoord op vraag 312. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 314 | Hoeveel ‘niet akkoord’ bevindingen waren er in 2024 en 25 bij eendenslachter Tomassen Duck-To? Tot hoeveel waarschuwingen en boetes leidde dit? De NVWA maakt de bevindingen van een individueel slachthuis niet actief openbaar. Wel kan verwezen worden naar reeds openbaar gemaakte informatie over eendenslachter Tomassen Duck-To op de website van de NVWA41 of via het zoekportaal op de website van Open overheid42, dat openbaar gemaakt is naar aanleiding van informatieverzoeken, waarbij getoetst is aan de wettelijke regels voor openbaarmaking en het betreffende bedrijf de mogelijkheid heeft gehad een zienswijze te geven |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 315 | Hoeveel inspecties zijn er uitgevoerd door de NVWA op instellingen waar dierproeven plaatsvinden in 2025? Tot 1 oktober 2025 heeft de NVWA 94 inspecties en 2 audits, gericht op dierenwelzijn, uitgevoerd bij instellingen waar dierproeven plaatsvinden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 316 | Hoeveel waarschuwingen werden er uitgedeeld en hoeveel sancties omwille van inbreuken op de Dierenwelzijnswet of de Wet op de dierproeven (WOD) als gevolg van inspecties door de NVWA in 2025? Tot 1 oktober 2025 heeft de NVWA 3 officiële waarschuwingen uitgedeeld en 1 maal Proces Verbaal (PV) opgemaakt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 317 | Hoeveel inspecties werden er in 2025 uitgevoerd bij
Hartelust door de NVWA? De NVWA heeft in het kader van de Wet op de dierproeven tot 1 oktober 2025 nog geen inspectiebezoek afgerond bij Hartelust, 2 inspecties uitgevoerd bij Charles River en 5 inspecties uitgevoerd bij het BPRC. De NVWA heeft in het kader van de Wet op de dierproeven in de periode 2024 tot 1 oktober 2025 2 inspecties uitgevoerd bij Pharming. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 318 | Hoeveel konijnen houdt Pharming Group N.V. op hoeveel locaties? Hoe oud worden deze konijnen gemiddeld? Pharming Group N.V. heeft voor twee locaties een vergunning om dierproeven te verrichten en proefdieren te fokken en af te leveren. De NVWA houdt de door de vergunninghouder, conform Artikel 15 Wod en Bijlage 7 van de Dieproevenregeling 2014, aangeleverde registratiegegevens bij. De aantallen gehouden proefdieren en leeftijd van de proefdieren zijn daar geen onderdeel van. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 319 | Welke ruimingen hebben er in 2025 plaatsgevonden? Vanwege welke ziektes? Hoeveel dieren van welke soort/doel werden er geruimd? In 2025 hebben vijf ruimingen plaatsgevonden vanwege een besmetting met Hoog Pathogeen Vogelgriep Virus H5N1:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 320 | Hoeveel foie gras werd er in 2025 in Nederland geïmporteerd en van waar? In 2025 werd tot 1 oktober geen foie gras geïmporteerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 321 | Hoeveel dieren werden hoogzwanger aangevoerd voor de slacht in 2025 uitgesplitst naar soort? De NVWA heeft in de eerste 3 kwartalen van 2025 in slachthuizen 125 bevindingen gedaan van dieren die vermoedelijk hoogdrachtig waren (>90% dracht). Dit betrof uitsluitend runderen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 322 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 323 | Hoeveel koloniekooi bedrijven zijn er nog in Nederland? Hoeveel leghennen verblijven er nog in kooien? Hoeveel vleeskuikens? Op dit moment staan 39 kipnummers geregistreerd met de bedrijfssoort legpluimvee en de houderijvorm kolonie leg. In 2024 waren er gemiddeld 4,3 miljoen hennen aanwezig op legpluimveebedrijven met de houderijvorm kolonie. Er zijn geen vleeskuikenbedrijven met de houderijvorm kolonie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 324 | Welk aantal en procent leghennen bevindt zich in scharrelschuur zonder uitloop? In 2024 waren er gemiddeld 20,7 miljoen (61%) leghennen met de houderijvorm scharrel aanwezig op legpluimveebedrijven. Een groot deel daarvan is Beter Leven 1 ster gecertificeerd en heeft een overdekte uitloop. Deze aanvullende gegevens voor marktconcepten zoals een uitloop worden niet geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 325 | Hoeveel kalkoen kuikens en eieren worden jaarlijks in Nederland geïmporteerd? Van waar? In 2024 zijn er bijna 1,26 miljoen kalkoenkuikens verplaatst vanuit Duitsland naar Nederland en ruim 7.250 kalkoenkuikens vanuit Frankrijk. Vanuit het Verenigd Koninkrijk is er 1 zending met 1.000 kalkoenkuikens geïmporteerd. Er zijn 2 zendingen met 212.800 kalkoeneieren geïmporteerd vanuit Canada en 2 zendingen met 12.800 kalkoeneieren vanuit de VS. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 326 | Welk percentage (en aantal hectare) van de beschikbare landbouwgrond in Nederland wordt gebruikt voor begrazing door vee en verbouwing van gewassen voor veevoeder (afgezet tegen verbouwen van voedsel voor mensen)? Volgens het CBS werd in 2024 van de in totaal circa 1,8 miljoen hectare beschikbare landbouwgrond in Nederland ongeveer 1 166 duizend hectare, ofwel 65 procent, benut als grasland en voor de teelt van groenvoedergewassen die doorgaans worden gebruikt als vers veevoer. Het overige areaal van circa 633 duizend hectare, overeenkomend met 35 procent, werd aangewend voor akker- en tuinbouwgewassen. Hiervan is niet gespecificeerd of dit bedoeld is voor teelt van gewassen voor veevoer of voor humane consumptie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 327 | Hoeveel inspecties hebben er in 2025 plaatsgevonden bij viskwekerijen, uitgesplitst naar soort, en wat waren de uitkomsten van deze inspecties? In 2025 zijn er tot nu toe 11 inspecties aquacultuur uitgevoerd (een daarvan was een herinspectie). Uitgesplitst in 3 paling-, 3 forel-, 1 steur-, 1 zalm-, 1 black cod- 1 artemia- kwekerijen. Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De meest voorkomende opmerkingen gingen om de (onvolledig) biobeveiligingsplan. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 328 | Hoeveel kikkers bedoeld voor consumptie werden er in 2025 in Nederland ingevoerd? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| In 2025 werden tot 1 oktober 10 zendingen (62 ton) kikkerbillen uit Vietnam ingevoerd. 6 zendingen (27 ton) bestemd voor Zwitserland en 4 zendingen (35 ton) bestemd voor Nederland. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 329 | Hoeveel aquariumvissen werden er in 2025 in Nederland geïmporteerd? In 2025 werden tot 1 oktober ongeveer 6.650.000 aquariumvissen geïmporteerd vanuit landen buiten de EU. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 330 | Hoeveel schapen zijn er tot nu toe in 2025 geslacht? In 2025 zijn tot 1 oktober ruim 374.500 schapen geslacht. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 331 | Hoe wordt ervoor gezorgd dat de noodzakelijk identiteitscontrole van de eigenaar door de dierenarts, zoals bepaald in artikel 7.7 van de Regeling diergeneeskundigen en toegelicht in de Nota van Toelichting (NvT), wordt verplicht voordat de injecteerbare transponder wordt geplaatst bij de hond, zodat wordt voorkomen dat iemand het Uniek Bedrijfsnummer (UBN) van een ander persoon gebruikt, waardoor het risico op illegale hondenhandel bestaat? Controle door een dierenarts verplicht stellen is een zwaar middel. Het betekent dat er wettelijke taken aan het beroep dierenarts worden toegevoegd. Het is wel de verantwoordelijkheid van de dierenarts om de identiteit van de eigenaar te controleren. De dierenarts kan nu de identiteit van de houder controleren door de gegevens die de houder krijgt bij aanvraag van UBN, te vergelijken met een identiteitsbewijs van de houder. RVO attendeert de houder er op deze gegevens goed te bewaren en dat de dierenarts hier naar kan vragen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 332 | Wat zijn de aantallen gechipte en ongechipte honden die zijn geïmporteerd naar Nederland en het aantal dat in Nederland geboren is, van 2020 tot en met 2024? De NVWA kan aangeven hoeveel honden via commerciële zendingen zijn binnengekomen in Nederland. Voor deze zendingen moet een diergezondheidscertificaat worden afgegeven. Dit zijn altijd honden die gechipt zijn, omdat dit een voorwaarde is voor afgifte van het diergezondheidscertificaat. In onderstaande tabel is het aantal binnengekomen honden via commerciële zendingen genoemd in de kolom herkomst EU en herkomst 3e land (niet-EU-landen). Voor niet-commerciële zendingen/stichtingen zijn geen gegevens beschikbaar. In de laatste kolom staat het aantal geboortes van honden in Nederland, dat is gemeld bij RVO.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 333 | Wat gebeurt er momenteel met de registraties in de database van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor wat betreft het opsporen van illegale hondenhandel? (Op welke manier maakt de NVWA gebruik van deze data?) RVO heeft de gegevens beschikbaar gesteld aan de instanties op dit onderwerp handhaven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 334 | Hoeveel zaken zijn in 2020 tot en met 2024 door de NVWA opgespoord waarbij sprake was van illegale hondenhandel? Uit welke landen kwamen deze honden? De NVWA voert inspecties uit op dierenwelzijn, identificatie en registratie en op de importeisen zoals een ontbrekende rabiësvaccinatie. Dit doet zij bij fokkers en handelaren, zowel met betrekking tot binnenlandse handel als handel vanuit het buitenland. Ook vindt een deel van de inspecties plaats bij particulieren met een dier uit het buitenland waarbij niet is voldaan aan de importeisen. Dit kan ook een onbewuste (niet opzettelijke) non-conformiteit betreffen. Bij particulieren is het niet altijd duidelijk of er sprake is van handel, dus of het dier was aangekocht of was bestemd voor eigendomsoverdracht, of dat de particulier het dier al langer in bezit had en zelf vanuit het buitenland had mee (terug) genomen. Een deel van de inspecties betreft daarom particulieren waar geen sprake is van handel, maar het aandeel hiervan kan niet vastgesteld worden. In de periode 2020 tot en met 2024 zijn overtredingen aangetroffen bij 636 inspecties binnen bovengenoemd type. Er kan hierbij geen onderscheid worden gemaakt tussen inspecties bij honden en bij katten, waardoor inspecties bij katten in dit totaal zijn meegenomen. Het merendeel van de inspecties betrof echter wel honden. Veel honden kwamen uit Oekraïne vanwege de oorlog. Honden die naar Nederland komen zonder rabiësvaccin komen vaak uit landen zoals Polen, Roemenië, (Wit-)Rusland, Turkije en Marokko. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 335 | Hoeveel honden zijn via zwerfdierorganisaties naar Nederland geïmporteerd? Het aantal honden dat in Nederland geïmporteerd wordt door zwerfdierstichtingen wordt niet geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 336 | Waarom is het voor tweede en daaropvolgende houders van de hond niet verplicht gesteld ook een UBN aan te vragen waardoor de identiteit van elke houder bekend is? De identiteit van de tweede en derde eigenaar is wel een vereiste, alleen is een UBN geen verplichting, maar wordt naar NAW gegevens gevraagd. Om gebruik te maken van een Burgerservicenummer (BSN) en identiteitsbewijs (nodig voor een UBN aanvraag) is een goede reden nodig. Dit is voor de latere houders veel minder goed te beargumenteren dan voor de eerste houder. Als er sprake is van illegale hondenhandel zal dit vooral plaatsvinden bij een handelaar of importeur (eerste houder). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 337 | Wat wordt momenteel gedaan om ook de registratie van de identiteit van de tweede en daaropvolgende houders van eenzelfde hond te verplichten, om zo het risico op illegale handel te verkleinen? De identiteit van de tweede en derde houder is al verplicht. Alleen gebeurt dit op basis van NAW gegevens en niet op basis van UBN. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 338 | Is bekend dat de illegale hondenhandel kan bestaan dankzij het verdwijnen van sales accounts in de online verkoop, waardoor de verkopers niet meer traceerbaar zijn en waardoor illegale hondenhandel makkelijk mogelijk is? Hoe wordt hiermee omgegaan? De NVWA heeft meerdere samenwerkafspraken gemaakt met Marktplaats, die ook worden gebruikt bij het toezicht. Een van die maatregelen die Marktplaats heeft genomen is verkopers laten betalen voor het plaatsen van een advertentie. De NVWA vordert bij mogelijke overtredingen de betaalgegevens en de advertentie-historie van adverteerders. De NVWA gebruikt deze gegevens om potentiële overtreders te identificeren om handhavend op te treden. De NVWA heeft op regelmatige basis overleg met Marktplaats, waarbij besproken wordt welke aanvullende (preventieve) maatregelen nodig zijn. Hierin zal het verdwijnen van sales accounts worden meegenomen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 339 | Wat is er momenteel gepland voor het aanscherpen van wetgeving om de illegale online hondenhandel in Nederland te voorkomen? Illegale hondenhandel speelt zich af in het internationale domein, niet alleen in Nederland. Voor een effectieve aanpak is het dan ook belangrijk dat dit op Europees niveau wordt opgepakt. Het EC-voorstel ‘welzijn van honden en katten en hun traceerbaarheid’ zal een belangrijke bijdrage leveren in het terugdringen van illegale hondenhandel. Momenteel vinden de triloogonderhandelingen plaats tussen de Europese Commissie, de Raad van de EU en het Europees Parlement. Nederland wacht de afronding van de onderhandelingen over het voorstel af. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 340 | Is bekend dat er eenvoudige, slimme verificatie-oplossingen bestaan zoals Veripet, waarmee online platforms zoals Markplaats de verkoper eenvoudig kunnen identificeren waardoor de gechipte hond aan de geïdentificeerde verkoper kan worden gekoppeld, voordat de advertentie online gaat? Hoe wordt hiermee omgegaan? Ja, dit is bekend. Identificatie van de verkoper vindt op Marktplaats plaats door een verplichte betaling alvorens de advertentie geplaatst wordt. Een koper heeft zelf ook een verantwoordelijkheid om te checken of de verkopende partij betrouwbaar is. De koper kan zelf de registratie van een hond controleren in de I&R app. Daarnaast staan hier de openbare gegevens van de hond, zoals paspoortnummer, geboortedatum, herkomst, eventuele importdatum en UBN (voor zover beschikbaar). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 341 | Is bekend dat een online verificatiesysteem van verkopers reeds succesvol is toegepast bij de onlineverkoop van honden op sites vergelijkbaar met Marktplaats, in Zwitserland en Ierland, om zo de illegale hondenhandel te voorkomen? Zo ja, waarom gebruikt Nederland dat niet? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ja, dit is bekend. Veripet is een systeem dat de eigenaar van de hond verifieert voordat de advertentie online gaat. Nederland gebruikt dit systeem niet omdat er nog enkele zorgen en praktische problemen bestaan over het systeem. Een zorg is dat een Veripet-check misleidend kan zijn voor de koper. Dit Veripet-vinkje kan onterecht geïnterpreteerd worden als bewijs dat elk aspect van fokken, verkoop en handel is gecontroleerd en goedgekeurd. Het is echter alleen een check of het ingevoerde microchip-nummer in de database staat onder de naam van de adverteerder. Dit biedt de koper geen enkele zekerheid dat het dier dat wordt verkocht ook daadwerkelijk de microchip met het nummer van de advertentie heeft; dat het dier legaal is geïmporteerd en geregistreerd in TRACES; dat er geen sprake is van malafide handel; dat het dier oud genoeg is om verkocht te worden; dat het dier goed verzorgd is; dat de ouderdieren in goede gezondheid en welzijn verkeren; of dat het dier goed is gesocialiseerd. Een praktisch probleem is dat er niet kan worden geadverteerd met nog niet gechipte pups, terwijl het juist belangrijk is dat fokkers vanaf een vroeg stadium beginnen met het zoeken naar de juiste match tussen toekomstige eigenaar en pup en dat er tijd is voor meerdere bezoeken voordat de daadwerkelijke verkoop plaatsvindt. Hoewel puppy’s op een zeer jonge leeftijd gechipt kunnen worden, is het niet wenselijk om een fokker hiertoe te dwingen met een Veripet-check. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 342 | Is bekend dat in Frankijk in 2021 een wet is aangenomen die strengere regels voor de online verkoop van huisdieren bevat, waaronder verificatieverplichtingen? Waarom heeft Nederland dat niet? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Ja, dit is bekend. Nederland wacht op dit gebied de afronding van de onderhandelingen over de EU-verordening ‘welzijn honden en katten en hun traceerbaarheid’ af. Ten aanzien van dit voorstel vinden momenteel de triloogonderhandelingen plaats tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 343 | Waarom wordt voor de online verkoop van huisdieren in
Nederland de identificatie van verkopers niet verplicht gesteld voor
online verkoopsites, zoals een Marktplaats, door gebruik te maken van
een online verificatiesysteem? Op dit moment vindt de identificatie van verkopers op Marktplaats plaats door een verplichte betaling voor het plaatsen van een advertentie voor de verkoop van een hond. Hier is geen ander online verificatiesysteem voor nodig. Nederland wacht op dit gebied ook de afronding van de onderhandelingen over de EU-verordening ‘welzijn honden en katten en hun traceerbaarheid’ af. Ten aanzien van dit voorstel vinden momenteel de triloogonderhandelingen plaats tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 344 | Het is nu mogelijk dat meerdere personen zich naast elkaar inschrijven als eigenaar / houder van een hond via één van de acht portals waardoor de Identificatie & Registratie database van RVO vervuilt doordat meerder eigenaren op één hond geregistreerd staan. Wat wordt hiermee gedaan in het kader van de opsporing? En wat wordt eraan gedaan om dit te voorkomen? Het is niet mogelijk dat meerdere houders gekoppeld zijn aan eenzelfde hond. Als een hond eenmaal in I&R geregistreerd staat kan deze niet nogmaals geregistreerd worden in I&R. Ook niet via een ander portaal. Een hond kan wel van houder veranderen doordat de oude houder een afvoermelding doet en de nieuwe houder een aanvoermelding. Het kan voorkomen dat de nieuwe houder een aanvoermelding doet voordat de oude houder een afvoermelding heeft gedaan. Maar in I&R hond zijn alle opeenvolgende meldingen van een hond zichtbaar. De NVWA en Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) kunnen dit ook zien. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 345 | Klopt het dat de politie momenteel niet rechtstreeks toegang heeft tot de I&R-hond database van RVO? Waarom niet? Het klopt dat de politie op dit moment niet rechtstreeks toegang heeft tot de I&R hond database. Op dit moment vinden er gesprekken plaats met de politie of deze toegang een waardevolle toevoeging is en onder welke voorwaarden deze toegang kan worden verstrekt. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 346 | Waarom is ervoor gekozen dat de dierhouder de registratie van de gechipte pups zelf compleet moet maken, in plaats van de dierenarts, door de pups te koppelen aan het chipnummer van de moederhond, waardoor illegale hondenhandel eenvoudig mogelijk is? Wat wordt eraan gedaan om deze omissie in de regelgeving op te lossen, en indien dit niet gebeurt, waarom niet? Voor een complete registratie in I&R hond is een chipaanbrenging en geboortemelding (o.a. registreren moederdier) van een hond nodig. Tijdens het chippen van de pups ziet de dierenarts en chipper veelal het moederdier. Bij een verdachte situatie kan hiervan melding worden gemaakt. Als men kwaadwillend is, kan men nog steeds pups omkatten. Dat is ook niet tegen te gaan door de dierenarts de registratie te laten doen. Het is voor een dierenarts lastig om met zekerheid vast te stellen dat de teef ook daadwerkelijk de moeder is. Het is een moeilijk vraagstuk en er wordt gekeken naar hoe dit op te lossen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 347 | Klopt het dat dierenartsen momenteel geen melding kunnen maken van een vermoeden van illegale hondenhandel (te jonge hond, niet gevaccineerd, niet gechipt, vals paspoort, onbekende herkomst) via de portals, dat het doen van een melding door een dierenarts nu omslachtig via een formulier op de website van de NVWA moet, terwijl het makkelijk kunnen melden van verdachte handel wel in de Nota van Toelichting is beloofd? Een verplichte eenvoudige meldknop bij een portal voor het melden van misstanden door dierenartsen is helaas niet mogelijk. Bij een melding hoort de nodige informatie die de NVWA in staat stelt iets met de melding te doen. Het meldformulier van de NVWA is vorig jaar aangepast en wordt momenteel nog verder aangescherpt na onder andere een evaluatie met dierenartsen uit de praktijk. Daarnaast werkt de staatssecretaris van LVVN aan een toevoeging in I&R hond zodat dierenartsen apart kunnen aangeven als zij een hond registreren van onbekende herkomst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 348 | Waarom is de meldingsmogelijkheid van illegale hondenhandel (te jonge hond, niet gevaccineerd, niet gechipt, vals paspoort, onbekende herkomst) door dierenartsen via een zgn. meldknop in de portals nog niet geregeld en op welke termijn is dit te verwachten? Zoals al in het antwoord op vraag 347 staat is een eenvoudige meldknop bij een portal voor het melden van misstanden door dierenartsen helaas niet mogelijk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 349 | Is de centrale database van I&R gekoppeld aan Europetnet en zo nee, waarom niet? Gaat dit wel gebeuren? | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| De centrale RVO-database van I&R is niet gekoppeld aan Europetnet. In Nederland is de centrale I&R database voor honden niet afgesloten van de I&R database voor andere diersoorten. Europetnet heeft niet kunnen verzekeren dat er geen risico is dat er via Europetnet illegaal toegang kan worden verkregen tot de gehele I&R database. De connectie met Europetnet is daarom vooralsnog een te groot risico voor de veiligheid van de data in de I&R database. De Nederlandse Databank Gezelschapsdieren en PetBase zijn overigens wel gekoppeld aan Europetnet. Nederland wacht op dit gebied ook afronding van de onderhandelingen over de EU-verordening ‘welzijn honden en katten en hun traceerbaarheid’ af. Ten aanzien van dit voorstel vinden momenteel de triloogonderhandelingen plaats tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 350 | Klopt het dat de RVO in het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet dieren wel is aangewezen voor bestuursrechtelijke handhaving op I&R-regelgeving, maar daar geen of beperkt uitvoering aan wordt gegeven voor wat betreft meldingen over ongechipte honden? Zo ja, waarom niet. RVO is aangewezen om bestuursrechtelijk te handhaven wat betreft de ongechipte honden. Per 2026 bij ontvangen van rapporten van LID van bevindingen kan RVO uitvoering geven aan de bestuurlijke handhaving. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 351 | Klopt het dat het Functioneel Parket overtredingen door particulieren van I&R Hond regelgeving, zoals een ongechipte hond, niet in behandeling neemt? Zo ja, waarom niet? Handhaving van I&R hond kan zowel op basis van strafrecht als bestuursrecht plaatsvinden. Handhaving op basis van strafrecht blijkt in de praktijk moeilijk na te streven omdat zaken die enkel betrekking hebben op een overtreding van I&R geen prioriteit hebben voor het OM. Bij grotere overtredingen, waar veel meer speelt wordt I&R wel meegenomen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 352 | Welk percentage van de dieren, uitgesplitst naar diersector, wordt gehouden in gangbare houderijsystemen, in een houderijsysteem met één ster van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming, in een houderijsysteem met twee sterren, met drie sterren en biologisch en om hoeveel dieren gaat dit? Gegevens met percentages van dieren en in welke houderijsystemen deze dieren worden gehouden, worden niet geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 353 | Wat is er bekend over de staat van instandhouding van de soorten die vermeld staan op de wildlijst en wat zijn hier de bronnen van? In 2022 is de staat van instandhouding (SvI) van de soorten die vermeld staan op de wildlijst onderzocht door Wageningen Universiteit en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Uit de rapporten, die aan uw Kamer zijn toegestuurd43, blijkt dat de staat van instandhouding van de soorten die vermeld staan op de wildlijst (artikel 8.3 lid 4 Omgevingswet) ongunstig is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 354 | Wat is bekend over de staat van instandhouding van de wolf in Nederland en wat zijn hier de bronnen van? In september is uw Kamer geïnformeerd over het rapport "Populatieomvang en verspreidingsgebied volgens de Habitatrichtlijn" van Wageningen University & Research)44. Momenteel vindt een aanvullend onderzoek plaats dat rekening houdt met de specifieke Nederlandse situatie als klein en dichtbevolkt land. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 355 | Wat is bekend over de staat van instandhouding van soorten op de wildlijst in de respectievelijke provincies? De ‘staat van instandhouding’ van een soort is een begrip uit de Europese Habitatrichtlijn. Conform de Europese methodiek wordt de staat van instandhouding in beginsel op nationaal niveau beoordeeld. Sommige provincies laten een provinciale staat van instandhouding onderzoeken ten behoeve van provinciaal beleid en vergunningverlening. Het ministerie van LVVN beschikt niet over deze gegevens op provinciaal niveau. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 356 | Welke preventieve maatregelen kunnen boeren en veehouders nemen tegen schade door fauna? Voor de belangrijkste schadeveroorzakende diersoorten heeft BIJ12 een Faunaschade PreventieKit opgesteld. Hierin staat welke niet-dodelijke maatregelen boeren en veehouders kunnen nemen om effectief faunaschade te voorkomen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van BIJ12 https://www.bij12.nl/onderwerp/faunaschade/schade-voorkomen/. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 357 | Hoeveel horeca en outdoor gelegenheden serveren nog kreeft en krab op hun menu? Precieze aantallen over horeca en outdoor gelegenheden die kreeft en krab serveren zijn mij niet bekend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 358 | Hoeveel kreeften en krabben zijn er in 2024 en 2025 levend gekookt? Er zijn geen gegevens bekend over het aantal krabben en kreeften dat levend is gekookt in 2024 en 2025. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 359 | Zijn er, naar aanleiding van de aangenomen motie van de leden Kostic (PvdD) en Graus (PVV) (Kamerstuk 28286, nr. 1362) over het levend koken van kreeften en krabben gesprekken geweest met de visserijsector, opleidingen, horeca en catering? Zo ja, met wie en wat was de strekking van deze gesprekken? Zoals in de beantwoording op vraag 305 staat aangegeven is de staatssecretaris van LVVN in gesprek met Koninklijke Horeca Nederland en wetenschappelijke experts over het zo goed mogelijk vormgeven van het verbod op het levend koken van krabben en kreeften. Het doel van deze gesprekken ziet op het gezamenlijk verkennen van alternatieve methoden voor het levend koken van krabben en kreeften die ook praktische toepasbaar zijn in de horeca keuken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 360 | Hoe staat het met het structureel verzamelen van data en kengetallen over de huis- en hobbydierketens? Ares Dronten, Van Hall Larenstein en HAS Green Academy hebben in opdracht van LVVN een verkenning uitgevoerd met als doel te achterhalen of het structureel verzamelen van data en kengetallen over de huis- en hobbydierketens haalbaar is. Uit deze verkenning blijkt dat meerdere stakeholders data verzamelen, maar dat een gedetailleerdere analyse per stakeholder nodig is om onder andere de kwaliteit van de data, de systeemeisen en de (juridische) knelpunten en mogelijkheden beter te begrijpen. Hoewel de verkenning een aantal waardevolle inzichten heeft opgeleverd, wordt geen vervolgonderzoek uitgezet naar de mogelijkheden om data structureel te verzamelen in bijvoorbeeld een monitoringsysteem. Een vervolgonderzoek brengt hoge kosten met zich mee, en de verwachte resultaten leveren op korte termijn weinig directe bijdrage aan de beleidsdoelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 361 | Wat is de stand van zaken ten aanzien van de beleidsregel reptielenbeurzen? De beleidsregel voor reptielenbeurzen bevat regels ten aanzien van tijdelijk huisvesten van reptielen gedurende een beurs, tentoonstelling of markt. Met verschillende partijen heeft de staatssecretaris van LVVN de afgelopen periode gewerkt aan deze beleidsregel, waarbij ook dierenwelzijnsorganisaties en reptielenorganisaties waren betrokken. Op dit moment worden de laatste stappen doorlopen. De beleidsregel zal naar verwachting begin 2026 worden gepubliceerd. De beleidsregel voor reptielenbeurzen bevat regels ten aanzien van tijdelijk huisvesten van reptielen gedurende een beurs, tentoonstelling of markt. Met verschillende partijen heeft de staatssecretaris van LVVN de afgelopen periode gewerkt aan deze beleidsregel, waarbij ook dierenwelzijnsorganisaties en reptielenorganisaties waren betrokken. Op dit moment worden de laatste stappen doorlopen. De beleidsregel zal naar verwachting begin 2026 worden gepubliceerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 362 | Hoeveel inspecties en gesprekken hebben in 2024 en 2025 plaatsgevonden met het Dolfinarium en waar gingen deze over? In 2024 en 2025 werd er één inspectie uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Er vonden daarnaast twaalf gesprekken plaats tussen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het Dolfinarium. Deze gesprekken hadden onder meer betrekking op de hoorzittingen en diverse voorschriften. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 363 | In hoeverre wordt invasiviteit meegenomen in de beoordeling van de reptielenlijst? Het toetsingskader voor de beoordeling van reptielensoorten is nog in ontwikkeling. De toetsing gaat uit van risico’s voor het welzijn van het dier of de veiligheid van de mens. Soorten die vanwege invasiviteit niet in Nederland mogen worden gehouden op basis van de Europese verordening 'Invasieve Uitheemse soorten’, komen ook niet op een positieflijst. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 364 | Hoeveel vleeskuikens en producten afkomstig van vleeskuikens met lagere standaarden dan de EU zijn de afgelopen jaar geïmporteerd in de EU, en in Nederland en vanuit welke landen? Dieren en dierlijke producten moeten bij import voldoen aan de EU-regelgeving en dienen daarmee aan dezelfde standaarden als de EU te voldoen. Op het importcertificaat worden garanties afgegeven voor volksgezondheid, diergezondheid en het dierenwelzijn wat betreft het slachten. Mocht u in de vraagstelling verwijzen naar de wijze waarop dieren gehouden en vervoerd worden in landen buiten de EU dan kunnen daar verschillen in zitten, maar dat is geen onderdeel van de importcontrole. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 365 | Hoeveel vleeskuikens zonder Beter Leven keurmerk zijn in respectievelijk 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 in Nederland geproduceerd? Er worden geen gegevens over het Beter Leven keurmerk geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 366 | Hoeveel NVWA en/of RVO inspecties in dierentuinen hebben er in 2023 en 2024 plaatsgevonden en wat zijn hier de bevindingen van geweest?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 367 | Hoeveel inspecties en of controles door de NVWA, RVO, politie en douane zijn er in 2024 en 2025 geweest ten aanzien van de import van kangoeroeproducten en welke bevindingen zijn hier gemaakt? Er zijn geen invoervergunningen uitgegeven voor kangoeroesoorten die onder CITES vallen. Er zijn daarom ook geen controles uitgezet voor de kangoeroesoorten die onder CITES vallen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 368 | Kunt u uiteenzetten hoeveel vis, schaal- en schelpdieren en weekdieren Nederland jaarlijks importeert, uiteengezet naar diersoort en vanuit welk land? Tot 1 oktober 2025 zijn er ca. 6600 zendingen vis geïmporteerd, vnl. afkomstig uit China, Rusland, Verenigd Koninkrijk en Vietnam. Er zijn ca. 2200 zendingen schaal- en schelpdieren geïmporteerd, vnl. afkomstig uit Bangladesh, Ecuador, Indonesië en Vietnam. Er zijn ca. 500 zendingen weekdieren geïmporteerd, vnl. afkomstig uit China, Indonesië, India, Japan en Nieuw Zeeland. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 369 | Hoeveel van de geïmporteerde vis, schaal- en schelpdieren en weekdieren hebben een Aquaculture Stewardship Council (ASC)-keurmerk? De gegevens worden niet geregistreerd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 370 | Hoeveel en welke dierentuinvergunningen zijn ingetrokken in het afgelopen jaar en om welke redenen? Van 5 dierentuinen is in 2024 de dierentuinvergunning ingetrokken, allen op verzoek van de dierentuin zelf. Eén dierentuin is door de eigenaar vanwege persoonlijke omstandigheden verkocht. Twee dierentuinen zijn gestopt vanwege de gezondheid van de eigenaar. Eén dierentuin is gestopt omdat de eigenaar deze niet langer als dierentuin wil exploiteren. Eén dierentuin is gestopt, deze krimpt de diercollectie in omdat deze niet meer voldoet aan de regelgeving. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 371 | Hoeveel dierentuinvergunningen heeft de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO) geweigerd en hoeveel verleend in het afgelopen jaar en om welke redenen? In 2024 heeft RVO 0 (nul) aanvragen voor een dierentuinvergunning geweigerd en 0 (nul) dierentuinvergunningen verleend. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 372 | Kunt u aangeven welke belangen hebben meegespeeld en hoe u deze belangen heeft afgewogen in het komen tot de maximumnorm voor ammoniak in varkensstallen van ‘gemiddeld maximaal 20 ppm’ aangezien de EFSA hier 10 parts per million als maximum concentratie adviseert? Zie het antwoord op vraag 116. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 373 | Kunt u aangeven welke belangen hebben meegespeeld en hoe u deze belangen heeft afgewogen in het komen tot een oppervlaktenorm voor vleeskuikens van (mogelijk) 35 kilogram per vierkante meter in 2035 en 32 kilogram per vierkante meter in 2040, terwijl EFSA adviseert vleeskuikens te huisvesten op maximaal 11 kilogram per vierkante meter ? Zie het antwoord op vraag 116. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 374 | Kunt u aangeven welke belangen hebben meegespeeld en hoe u deze belangen heeft afgewogen in het komen tot een oppervlaktenorm voor leghennen van slechts 1.250 vierkante centimeter per dier in 2040, terwijl EFSA ten minste 2.500 per leghen adviseert? Zie het antwoord op vraag 116. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 375 | Kunt u aangeven welke belangen hebben meegespeeld en hoe u deze belangen heeft afgewogen in het komen tot geen verplichte uitloop voor leghennen en vleeskuikens in 2040, terwijl de EFSA toegang tot een overdekte uitloop en vrije uitloop vanaf 14 dagen leeftijd adviseert? Zie het antwoord op vraag 116. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 376 | Kunt u aangeven wie primair verantwoordelijk is voor de bestrijding van uitheemse rivierkreeften en de financiering daarvan, ook buiten Natura 2000 gebieden? Zoals de staatssecretaris eerder aan uw Kamer heeft medegedeeld45, is hij op grond van de Exotenverordening eerstverantwoordelijk voor beheersmaatregelen tegen uitheemse rivierkreeften. De negatieve effecten van uitheemse rivierkreeften raken echter doelstellingen van verschillende regelgeving, waaronder in ieder geval de Vogel- en Habitatrichtlijnen, Natuurherstelverordening, Exotenverordening, Visserijwet, Kaderrichtlijn Water en regelgeving voor het regionale waterbeheer (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/11/04/governance-beheersing-invasieve-uitheemse-rivierkreeft). Voor deze regelgeving zijn verschillende overheden eerstverantwoordelijk. De Exotenverordening biedt lidstaten een grondslag voor prioriteren op basis van een kosten-batenafweging bij het treffen van beheersmaatregelen voor wijdverspreide soorten. Hij geeft bij de aanpak van alle invasieve exoten, dus ook van uitheemse rivierkreeften, prioriteit aan maatregelen die bijdragen aan de biodiversiteitsdoelstellingen van de Vogel- en Habitatrichtlijnen en de Natuurherstelverordening. In de praktijk worden die maatregelen vooral in beschermde natuurgebieden genomen. In de Voorjaarsnota 2025 zijn middelen ter beschikking gekomen voor maatregelen tegen invasieve exoten. De kosten voor maatregelen tegen uitheemse rivierkreeften in beschermde natuurgebieden zoals die geraamd zijn door de provincies in hun Ambitiedocument Invasieve Exoten kunnen hieruit niet gedekt worden. Evenwel wil hij een klein deel van deze middelen inzetten om binnen het programma Ontwikkeling Beheersingsaanpak Uitheemse Rivierkreeften (OBUR) tot een geschikte effectieve aanpak te komen. Het Ministerie van LVVN, het Ministerie van IenW, de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg zijn binnen het programma OBUR in gesprek over de verantwoordelijkheidsverdeling en financiering van beheersmaatregelen in de gebieden buiten beschermde natuurgebieden. In het eerste kwartaal van 2026 zal uw Kamer geïnformeerd worden over de stappen die hierin gezet worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 377 | Hoeveel bedrijven zijn inmiddels gestopt via de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging (MGB)? Op dit moment zijn er nog geen veehouderijen beëindigd op basis van de MGB. De uitvoering van de MGB loopt via provincies, waarvan tot nu toe de provincies Gelderland, Limburg en Drenthe een regeling hebben opengesteld. Diverse andere provincies zijn bezig met voorbereidende werkzaamheden gericht op het openstellen van provinciale regelingen op basis van de genotificeerde MGB-regeling in het voorjaar van 2026. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 378 | Hoeveel stikstofruimte heeft de MGB opgeleverd? De MGB heeft nog geen stikstofruimte opgeleverd. Op dit moment zijn er nog geen veehouderijen beëindigd op basis van de MGB. De uitvoering van de MGB loopt via provincies, waarvan tot nu toe de provincies Gelderland, Limburg en Drenthe een regeling hebben opengesteld. Diverse andere provincies zijn bezig met voorbereidende werkzaamheden gericht op het openstellen van provinciale regelingen op basis van de genotificeerde MGB-regeling in het voorjaar van 2026. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 379 | Kunt u toelichten voor welke doeleinden de beleidsmatig gereserveerde middelen op het artikel ‘Kennis en innovatie’ zijn bestemd? Het hoofddoel van het kennis- en innovatiebeleid van de minister van LVVN is het leveren van een bijdrage aan (1) het ontwikkelen van kennis en innovatie (voor beleid en samenleving) en (2) de verspreiding van kennis en van werkende ideeën en oplossingen, voor een toekomstbestendig voedselsysteem, een robuuste natuur en een vitaal platteland. De beleidsmatige gereserveerde middelen zijn bestemd voor nieuwe programma’s en openstellingen van subsidieregelingen. Concreet gaat het om middelen voor bijvoorbeeld doelsturing, robotisering, experimenteerlocaties en budget bestemd voor beleidsmatige onderzoeken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 380 | Kunt u een opsomming geven van de juridische en praktische voor- en nadelen van kwantitatieve en kwalitatieve doelsturing? Aangezien bij doelsturing de resultaten worden uitgedrukt in Kritische Prestatie Indicatoren (een eenheid), is doelsturing in essentie, in welke toepassingsvorm dan ook, kwantitatief van aard. Een kwalitatieve norm biedt namelijk minder houvast. Die zal al snel leiden tot de behoefte om tot nadere afbakening of invulling te komen. Een kwantitatieve norm daarentegen, bijvoorbeeld een norm per hectare of per eenheid, heeft als voordeel dat die duidelijkheid (en rechtszekerheid) biedt. Zowel voor degene tot wie de norm gericht is (de agrariër) als voor toezicht en handhaving, bijvoorbeeld via meten of rekenen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 381 | Kunt u een overzicht geven van onderzoeken over het welzijn van vissen, week-, schelp- en schaaldieren die in de afgelopen twee jaar in opdracht van het ministerie van LVVN zijn gedaan? In de afgelopen twee jaar zijn de volgende onderzoeken naar het welzijn van vissen, week-, schelp- en schaaldieren in opdracht van het ministerie van LVVN gedaan of lopen nog.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 382 | Hoeveel Europese subsidie, directe betalingen, bijdragen aan promotiecampagnes of andere vormen van steun zoals fiscale regelingen of kortingen gaan er naar de Nederlandse veehouderij, uitgesplitst per sector? Op basis van welke regelingen is dit? Wat is (per regeling of andere vorm van steun) het doel? Hoe wordt (per regeling of andere vorm van steun) bepaald hoe hoog de bijdrage is? Wat is in de afgelopen vijf jaar (per regeling of andere vorm van steun) de hoogte van de jaarlijkse bijdrage geweest en wat zijn hierbij (per regeling of andere vorm van steun) de voorwaarden? Er zijn verschillende vormen van steun gericht op de veehouderij en landbouwsector als geheel. Deze vormen van steun verschillen van aard, te denken valt aan fiscale maatregelen (zoals vermeld in de bijlagen bij de miljoenennota 2026), Europese en nationale subsidies en garantstellingen. De steun is verder gericht op verschillende doelen, bijvoorbeeld innovaties, verduurzaming, verplaatsing, kennis, omschakeling of natuur en landschapsbeheer. De mate van steun per bedrijf hangt daarnaast af van de omvang van het bedrijf en de activiteiten die op de bedrijven plaatsvinden. De omvang van subsidies en overheidssteun aan agrarische bedrijven wordt voorts begrensd door staatssteunregels. Deze regels zijn bedoeld om overheidssteun eerlijk en transparant te verdelen en de concurrentie op de EU-markt niet te verstoren. De grote verscheidenheid van vorm, doel, omvang, maakt dat het niet mogelijk is een kwantitatief antwoord op deze vraag te geven. Een gedetailleerd overzicht van het gevraagde is niet te verstrekken in de gevraagde vorm, omdat deze informatie niet bekend is. Alle gevraagde informatie staat in principe in de begroting, Kamerbrieven en het Financieel Jaarverslag Rijk en het Jaarverslag LVVN, en om dat werkbaar en herkenbaar te houden is – in afstemming met de Kamer – gekozen om dat in een bepaalde structuur en een bepaald detailniveau te doen. Deze sluiten niet aan bij de gestelde vraag. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 383 | Hoeveel Europese subsidie, directe betalingen, bijdragen aan promotiecampagnes of andere vormen van steun zoals fiscale regelingen of kortingen gaan er naar de Nederlandse visserij, uitgesplitst per sector, op basis van welke regelingen is dit? Wat is (per regeling of andere vorm van steun) het doel? Hoe wordt (per regeling of andere vorm van steun) bepaald hoe hoog de bijdrage is? Wat is in de afgelopen vijf jaar (per regeling of andere vorm van steun) de hoogte van de jaarlijkse bijdrage geweest en wat zijn hierbij (per regeling of andere vorm van steun) de voorwaarden? Zie tabellen in bijlage 1, toegevoegd aan deze beantwoording. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 384 | Welke vormen van steun zoals fiscale regelingen of kortingen gaan er naar de Nederlandse aquacultuur, uitgesplitst per sector? Op basis van welke regelingen is dit? Wat is (per regeling of andere vorm van steun) het doel? Hoe wordt (per regeling of andere vorm van steun) bepaald hoe hoog de bijdrage is? Wat is in de afgelopen vijf jaar (per regeling of andere vorm van steun) de hoogte van de jaarlijkse bijdrage geweest en wat zijn hierbij (per regeling of andere vorm van steun) de voorwaarden? Zie tabellen in bijlage 1, toegevoegd aan deze beantwoording. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 385 | Hoe staat het met de ontwikkeling van een standaardmethodiek ten aanzien van de milieu-impact op voedsel en welke indicatoren worden hiervoor gebruikt? LVVN ondersteunt ontwikkeling van de Product Environmental Footprint (PEF). De PEF is een door de Europese Commissie ontwikkelde geharmoniseerde methodiek om de milieu-impact van producten, waaronder voedsel, op een eenduidige manier te berekenen en te vergelijken. De methodiek maakt gebruik van een levenscyclusbenadering en omvat zestien milieuthema’s, waaronder klimaatverandering, landgebruik, watergebruik, verzuring, vermesting, fijnstofvorming en toxiciteit. De algemene PEF-methodiek is reeds vastgesteld. Voor een aantal voedselcategorieën zijn inmiddels productspecifieke regels ontwikkeld, waaronder zuivel en diervoeder. Voor andere categorieën zoals groenten en fruit wordt hieraan gewerkt. Omdat de PEF nog niet voor alle voedselcategorieën beschikbaar is en toepassing in de praktijk complex kan zijn, heeft Wageningen University & Research (WUR) samen met een brede groep Nederlandse partijen een PEF-wise methodiek ontwikkeld. Deze bouwt voort op de PEF en maakt het mogelijk om milieu-impact tussen verschillende productcategorieën te vergelijken. Nederland werkt samen met andere Europese landen aan verdere harmonisatie van deze aanpak. De verwachting is dat de Europese versie van de PEF-wise methodiek in 2026 gereed zal zijn. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 386 | Op basis van welke elementen heeft u de Sociaal-Economische Raad (SER) gevraagd om een vervolgadvies uit te werken voor de toekomst van de landbouw en welke elementen ten opzichte van het eerste advies zijn deze keer weggelaten? In 2021 heeft het SER de verkenning Naar duurzame toekomstperspectieven voor de landbouw gepresenteerd. De daarin beschreven transitiepaden (tegenwoordig ontwikkelpaden) zijn waardevol, maar vragen om nadere concretisering. Met name hoe deze ontwikkelpaden er concreet uit kunnen zien voor boeren en tuinders in verschillende sectoren, welke kansen de ontwikkelpaden bieden voor boeren en tuinders en wat de overheid kan betekenen voor het wegnemen van barrières en het ondersteunen van oplossingsrichtingen zijn elementen die het kabinet graag in het vervolgadvies behandeld zie worden. Uiteraard hebben er bovendien ontwikkelingen plaatsgevonden tussen 2021 en het heden die extra aandacht vragen, zoals de maatregelenpakketten van de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel, de gegroeide aandacht voor voedselzekerheid en het dichterbij brengen van de uitvoering bij de praktijk van ondernemers. Daarom is de SER ook gevraagd om deze elementen mee te nemen in het advies. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 387 | Welk aandeel van de Nederlandse veeteelt is bedoeld voor export? In 2024 exporteerde Nederland 10,7 miljard euro aan vlees. Van deze export is 73% van Nederlandse makelij. De belangrijkste vleessoorten die worden geëxporteerd zijn rund- en kalfsvlees, varkensvlees en kippenvlees. Ongeveer 42% van de vleesexport is bestemd voor onze directe buurlanden; Duitsland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk (WUR, 2025). |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 388 | Hoeveel mensen zijn werkzaam in de slachthuizen en welk aandeel hieruit bestaat uit arbeidsmigranten? Volgens onderzoek van SEO uit 2025 werkten er in 2020 37.400 werknemers in de rood- en witvleesslachterijen, de vleesverwerkende industrie en de groothandel in vlees samen. Dit aantal is inclusief uitzendkrachten ingeleend vanuit de uitzendsector en omvat ook de groep arbeidsmigranten, maar is exclusief werknemers die vanuit het buitenland gedetacheerd zijn in Nederland. Volgens SEO waren er in 2020 13.800 werknemers met een niet-Nederlandse nationaliteit werkzaam in de vleessector, wat neerkomt op 37% van het totale aantal werknemers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 389 | Hoe vaak heeft de NVWA misstanden bij slachthuizen geconstateerd en welke misstanden kwamen hierbij het vaakst voor? De NVWA voert inspecties uit bij slachthuizen voor roodvlees en pluimvee. Roodvlees is vlees van varkens, runderen, kalveren, schapen, geiten en paarden. Bij pluimvee gaat het vooral om kippen, maar bijvoorbeeld ook om eenden en ganzen. De NVWA controleert of deze slachthuizen zich aan de geldende wet- en regelgeving houden. De inspectieresultaten maakt de NVWA openbaar. De NVWA vermeldt naam en adres van het slachthuis en wat is aangetroffen bij de inspecties. Dit betekent dat iedereen kan zien of een individueel slachthuis de regels voor dierenwelzijn, diergezondheid en voedselveiligheid naleeft. Ieder half jaar publiceren we nieuwe inspectieresultaten.46 Zie voor aantallen strikes op roodvleesslachthuizen het antwoord op vraag 300. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 390 | Hoeveel geld trekt u uit voor de uitvoering van de Nationale Eiwitstrategie? Voor de uitvoering van de Nationale Eiwitstrategie zijn geen centrale budgetten gereserveerd. Wel wordt vanuit andere budgetten op de LVVN-begroting een bijdrage geleverd aan de doelen van de Nationale Eiwitstrategie, namelijk die voor de stimulering van teelt van Nederlandse eiwitrijke gewassen, innovatie, insecten, reststromen en het verhogen van plantaardige consumptie. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 391 | Hoe verhouden de uitgaven van de Nationale Eiwitstrategie zich tot de uitgaven in de laatste vijf jaar? Voor de uitvoering van de Nationale Eiwitstrategie is tot nu toe circa € 100.000 uitgegeven. Dit zit met name in het promoten van de nationale eiwitstrategie, onderzoek en het laten opstellen van de Eiwittransitiekaart. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 392 | Hoeveel geld besteedt u in 2026 aan het aanjagen en opschalen van de teelt van plantaardige, waaronder eiwitrijke, gewassen? Vanuit de LVVN-begroting is er in 2026 budget gereserveerd voor de stimulering van biobased teelt (€ 7,2 miljoen) en Bean Meal (€ 15k) waarmee direct wordt bijgedragen aan het aanjagen en opschalen van plantaardige gewassen. Tegelijkertijd wordt vanuit het Actieplan biologisch een bijdrage geleverd (€ 12,0 miljoen) middels onder anderen een consumentencampagne, waarmee naast de plantaardige gewassen ook de biologische dierlijke keten wordt gestimuleerd. Daarnaast zijn er nog alternatieve financieringsstromen zoals die van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en die van medeoverheden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 393 | Hoe verhoudt de financiering ten aanzien van de plantaardige en alternatieve ketens zich tot het totaal aan subsidies, en indien relevant andere vormen van ondersteuning, aan de veehouderij en dierlijke agroketen? Vanuit de LVVN-begroting is er budget gereserveerd voor zowel de plantaardige ketens als de veehouderij en dierlijke agroketens. Tegelijkertijd zijn er instrumenten die beide doelgroepen bedienen, zoals de stimulering van biologische landbouw, waarbij budget is gereserveerd voor onder anderen het vergroten van de afzetmarkt van biologische producten. Daarnaast zijn er nog alternatieve financieringsstromen zoals die van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en die van medeoverheden. Hierdoor is het niet mogelijk om exact aan te geven hoe deze zich tot elkaar verhouden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 394 | Hoeveel gelden worden vrijgemaakt voor het stimuleren van verduurzaming van de dierlijke productie en de consumptie door middel van nieuwe vormen van ketensamenwerking en nieuwe marktstrategieën? Hoe worden deze ingezet? Binnen het Marktprogramma Verduurzaming Dierlijke Producten wordt er samen met ketenpartijen gewerkt aan de verduurzaming en vermarkting van dierlijke producten en concepten. Voor 2026 is er voor onderzoek, ondersteuning en faciliteren circa 900.000 euro begroot. Tevens zal er geld vrij gemaakt worden voor ketendeals zoals beschreven in het convenant stappen naar een dierwaardige veehouderij. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 395 | Hoeveel gelden worden vrijgemaakt voor het stimuleren van de plantaardige productie en consumptie door middel van nieuwe vormen van ketensamenwerking en nieuwe marktstrategieën? Hoe worden deze ingezet? Vanuit de LVVN-begroting is er in 2026 budget gereserveerd voor de stimulering van biobased teelt (€ 7.200k) en Bean Meal (€ 15k) waarmee direct wordt bijgedragen aan het aanjagen en opschalen van plantaardige gewassen. Tegelijkertijd wordt vanuit het Actieplan biologisch een bijdrage geleverd (€ 11.971k) middels onder anderen een consumentencampagne, waarmee naast de plantaardige gewassen ook de biologische dierlijke keten wordt gestimuleerd. Daarnaast zijn er nog alternatieve financieringsstromen zoals die van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en die van medeoverheden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 396 | Welke maatregelen zijn er getroffen sinds 2022 om te komen tot de doelstelling uit de Nationale Eiwitstrategie ten aanzien van 50 procent dierlijk en 50 procent plantaardig? De huidige beleidsinzet om te komen tot een balans in de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten in het gemiddelde voedingspatroon richt zich in de basis op het monitoren van de consumentenvraag en het aanbod, met de Eiwitmonitor (uitgevoerd door Wageningen Social Economic Research). Deze Eiwitmonitor wordt ook in 2026 verder voortgezet. Samen met de retail is in 2023 de Eiweet methodiek opgezet, welke voor meer transparantie over de verkoop van eiwitten zorgt in nu zowel de retail, als de food-service. Met deze partijen, zoals de retail, blijven we in gesprek en we volgen de mooie stappen die zij zetten nauwgezet. Daarnaast is de beschikbaarheid van betrouwbare informatie een belangrijke voorwaarde. Het kabinet ondersteunt daarom de voorlichting over voedselkeuzes in lijn met de Schijf van Vijf via het Voedingscentrum, die de 50/50 balans benadert als je de maximaal geadviseerde hoeveelheid vlees per week eet. En om de plantaardige eiwitconsumptie te stimuleren werd in 2023 het initiatief Bean Meal gelanceerd; een activatieweek rond de internationaal erkende Wereldpeulvruchtendag. Het doel van Bean Meal is het vergroten van de consumptie van peulvruchten, in bewerkte of onbewerkte vorm, bij voorkeur van Nederlandse bodem. Een initiatief waar veel partijen uit de eiwitketen bij betrokken zijn en wat LVVN de afgelopen edities financieel heeft ondersteund. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 397 | Klopt het dat Nederland vanuit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) subsidies heeft uitgegeven voor de promotie van de consumptie van Europees vlees, vis en zuivel? Zo ja, hoeveel en waaraan is dat besteed? In het kader van het EU-Promotiebeleid voor landbouwproducten (Verordening 1144/2014) worden subsidies voor voorlichtings- en afzetbevorderingsacties van landbouwproducten waaronder vlees en zuivel verstrekt. Het Promotiebeleid richt zich zowel op de EU als op derde landen. De EU-Promotieverordening kent in 2025 een EU-budget van circa €132 miljoen euro. De verdeling van het budget over dierlijke en plantaardige landbouwproducten is afhankelijk van de ingediende aanvragen en varieert per jaar. Besluiten over welke programma’s subsidie ontvangen worden in Europees verband genomen. Nederlandse sectororganisaties kregen voor de periode sinds 2017 circa 9,4 miljoen euro subsidie toegekend voor de promotie van vlees en zuivel. De EU-Schoolregelingen hebben tot doel de consumptie van fruit, groente en zuivel (voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf) door kinderen te bevorderen en hen gezonde en duurzame eetgewoonten aan te leren. Dit vindt plaats door het verstrekken van fruit, groente en zuivel aan kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen. In 2024 werd circa 0,5 miljoen euro uit EU-budget uitbetaald voor het verstrekken van schoolmelk en andere zuivel uit de Schijf van Vijf. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kamerstuk 35334, nr. 362.↩︎
Kamerstuk 35334, nr. 413.↩︎
Kamerstuk 28286, nr. 1397↩︎
Kamerstuk 33576, nr. 460↩︎
Kamerstuk 27858, nr. 678↩︎
zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/11/22/bijlage-4-wur-gebruik-van-glyfosaat-in-de-nederlandse-land-en-tuinbouw-en-inventarisatie-van-alternatieven-voor-glyfosaattoepassingen-rapport-oktober-2024↩︎
Migchels, G., Reijs, J., de Kool, E., de Haan, M., & Jager, J. (2025). Technisch reductiepotentieel voor ammoniak, methaan en lachgas in de melkveehouderij. (Rapport Wageningen Livestock Research; No. 1589). Wageningen Livestock Research. https://doi.org/10.18174/700357↩︎
Kamerstuk 31532, nr. 180 – Bijlage: Slotverklaring↩︎
Kamerstuk 31532, nr. 180 - Bijlage: Resultaten voedseltop↩︎
Kamerstuk 31532, nr. 271↩︎
Kamerstuk 31532, nr. 298↩︎
Kamerstuk 30196, nr. 825↩︎
Kamerstuk 27858, nr. 676↩︎
Kamerstuk 27858, nr. 569↩︎
https://food.ec.europa.eu/plants/pesticides/eu-pesticides-database_en↩︎
https://toelatingen.ctgb.nl/nl/authorisations↩︎
https://www.ctgb.nl/over-ctgb/organisatie/financiele-rapportages↩︎
Kamerstuk 27858, nr. 678↩︎
Kamerstuk 28286, nr. 1255↩︎
[1] Kamerstuk 35334, nr. 413↩︎
Kamerstuk 28286, nr. 1395↩︎
Kamerstuk 33835, nr. 257↩︎
Emissies en deposities uit zones rondom Natura 2000-gebieden | RIVM↩︎
Kamerstuk II, 2025-2026, 35334, nr. 414↩︎
Kamerstuk 35334, nr. 413↩︎
Onderzoek naar de prijsontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎
Onderzoek naar de prijsontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎
Kamerstuk 28286, nr. 1398↩︎
Kamerstuk 26407, nr. 154↩︎
https://bipublic.verzekeraars.nl/Home/ShowReport/6a1c3f7b-abe8-47e7-bb05-4a966e9c9ebd↩︎
Kamerstuk 33835-254↩︎
Kamerstuk 36600-XIV, nr. 2↩︎
Kamerstuk 28286, nr. 1377↩︎
https://www.openbare-inspectieresultaten.nvwa.nl/index.php/bedrijfsinspecties/roodvlees-slachthuizen-permanent-toezicht↩︎
Kamerstuk 33576, nr. 267↩︎
Kamerstuk 33576, nr. 466↩︎
Kamerstuk 33576, nr. 443↩︎
Zie ook: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/slachthuis-uitsnijderij/toezicht-bij-slachthuizen.↩︎